Griffier Tweede Kamer, ambt met een hoofdletter
Griffier van de Tweede Kamer is een belangrijke functie. De Griffier is de hoogste ambtenaar van de Kamer en tevens steun en toeverlaat van de Kamervoorzitter. Het ambt is sinds 1815 slechts door zestien personen bekleed, maar na 2000 vonden wel enkele belangrijke wisselingen en veranderingen plaats. Een historische beschouwing, met enige kanttekeningen naar aanleiding van de recente problemen.
De Tweede Kamer is als organisatie tamelijk complex. Er is een vrij omvangrijk ambtelijk apparaat en er zijn politici die 'cliënten' van de organisatie zijn, maar die ook eigen partijpolitieke belangen hebben. Hun omloopsnelheid is tamelijk groot. Voor wat de leiding van de organisatie betreft, is er een zekere parallel met een ministerie. Aan het hoofd daarvan staat de secretaris-generaal en daarnaast is er een politieke leiding (de minister). Verschil is dat de Tweede Kamer geen eenhoofdige politieke leiding kent, maar een collectief (het Presidium). Het is bovendien de vraag of het Presidium wel echt de 'politieke leiding' is. Toezichthouder is een betere term (artikel 6.2 RvOTK), al is het Presidium wel verantwoordelijk voor de aanstelling van directeuren.
De Kamerorganisatie was tot het laatste deel van de vorige eeuw nog niet zo omvangrijk. Lange tijd lagen de werkzaamheden van de Griffier vooral op het terrein van de parlementaire processen. Enigszins tekenend was het beeld van griffier A.F. Schepel, die zich achter het rostrum geregeld half over voorzitter Frans-Joseph van Thiel boog om hem aanwijzingen te geven over de stemmingsprocedure. Schepel was 41 jaar in dienst van de Kamer; 13 jaar als commies-griffier (plaatsvervanger) en 28 jaar als Griffier. Zijn vader was eerder commies-griffier en hij was zowel van vaders- als moederskant kleinzoon van twee Kamerleden1). Geheel 'vergroeid' met de Kamer derhalve.
Onder de voorgangers van Schepel waren er meer met een lange staat van dienst. Daniël Veegens was ruim 34 jaar Griffier. Hij werd opgevolgd door zijn zoon, die later Tweede Kamerlid en minister werd. A.R. Arntzenius vervulde het ambt 32 jaar (1888-1920). De opvolger van Schepel, Wolter Koops, was 19 jaar plaatsvervangend griffier en 13 jaar Griffier. Ton Kerkhofs was 25 jaar in dienst van de Kamer (18 jaar plaatsvervanger en zeven jaar Griffier). Willem-Hendrik de Beaufort werkte tussen 1966 en 2004 voor de Kamer en was in 1993-2004 Griffier. Jacqueline Biesheuvel begon als directeur Constitutioneel Proces, om na vier jaar als eerste vrouw tot Griffier te worden benoemd. Haar echtgenoot was overigens Tweede Kamerlid en zij is kleindochter van een minister en Tweede Kamerlid (J. Terpstra).
Bij de toegenomen omvang van de organisatie bleek steeds meer behoefte te zijn aan meerhoofdige leiding, met onder de Griffier een directeur Bedrijfsvoering en een directeur Constitutioneel Proces. De praktijk bleek weerbarstiger. In 2015 bracht ABDTOPConsult advies uit over het functioneren van de ambtelijke organisatie en wenselijk geachte aanpassingen. Daarop kwam er in 2016 een driehoofdig managementteam, onder leiding van de Griffier. Sinds 2015 was dat een 'buitenstaander', Renata Voss. Zij stapte al binnen twee jaar op. In 2017 sprak de Kamer via een motie-Neppérus uit dat de reorganisatie spoedig haar beslag moest krijgen. Kamervoorzitter Khadija Arib trok dat proces flink naar zich toe, mogelijk juist vanwege het ontstane vacuüm in de ambtelijke top. In het door Gerry van der List geschreven boek over de Kamervoorzitters wond zij er geen doekjes om, dat dit niet geheel van een leien dakje ging.2)
Onvoldoende scheiding van ambtelijke leiding en ondersteuning van het Kamerwerk kan een knelpunt zijn. Vraag is waarom de Griffier die laatstgenoemde rol soms vervult (en dan naast de voorzitter zit). Dat is historisch verklaarbaar, maar daarmee niet per se logisch. Die taak kan beter aan een staatsrechtelijk geschoolde staf worden overgelaten. De Griffier kan zich het beste volledig richten op het 'managen' van de complexe ambtelijke organisatie.
Heldere scheiding van verantwoordelijkheden is het middel om problemen te voorkomen. Dat geldt overigens allereerst voor de scheiding tussen 'ambtelijk' en 'politiek'.
-
1)Te weten A. Kerdijk en J. Schepel.
-
2)Gerry van der List, Boven de partijen (Amsterdam 2018), 155-157