Een historische stap, ja of nee?

25 september 2020, column J.Th.J. van den Berg

Daags nadat de Europese Raad deze zomer zijn beslissingen had genomen over het enorme Herstelfonds (750 miljard) en over de Europese meerjarenbegroting (1074 miljard) spraken Franse en Duitse regeringsleiders van ‘een historische stap’ in het proces van Europese integratie. Nu zeggen politieke leiders zoiets wel eens vaker, dus enige scepsis is op zijn plaats.

In dit geval is er wel degelijk reden om te spreken van een historische stap. Veel sneller dan gedurende de eurocrisis rond 2010 bleken de regeringsleiders in staat knopen door te hakken en tegelijk solidariteit in Europa te organiseren. Voorts werd de grens overschreden naar meer eigen Europese belastingen en werd in feite de ruimte geschapen voor geldstromen van rijke naar zwakkere lidstaten. Je zou hopen dat de twee andere crises, die van het klimaat en van de migratie, de meest beschamende tegelijk, nu ook worden aangepakt.

Historisch was in feite ook de Duitse beslissing de zogenaamde ‘schwarze Null’ los te laten, het heilige evenwicht tussen inkomsten en uitgaven van de staat. Die los te laten moet van de Duitse regering veel hebben gevergd. Het liet zien hoeveel Duitsland over heeft voor behoud en versterking van de Europese samenwerking. Dat had dus een waarschuwing moeten zijn voor de Nederlandse regering haar heil niet te zoeken in dwarsliggen; dat was van Duits begrip te veel gevergd.

Nog in het Tweede Kamerdebat over de Europese Top van 21 juli vond de premier het nodig vol te houden dat er van een historische stap geen sprake was geweest. Hij zou beter moeten weten. Op een paradoxale manier heeft intussen zijn collega van Buitenlandse Zaken de smaak te pakken gekregen. Want, toen dezer dagen de Cypriotische regering als enige weigerde mee te werken aan economische sancties tegen het regime van Belarus, vroeg minister Stef Blok zich openlijk af, of zulke besluiten van de Europese raad van ministers niet van de unanimiteitseis moesten worden verlost. Hij bepleitte wat in de EU heet, de communautaire besluitvorming, bij gekwalificeerde meerderheid. Dat komt lichtelijk verrassend uit de mond van een Nederlandse minister uit de VVD. Weet Blok zeker dat hij dat nog steeds wil als in soortgelijke zaken Nederland alleen staat?

Wat dit alles illustreert is, dat de Europese Unie onmiskenbaar bezig is een ‘ever closer union’ te worden. Een doel dat Nederland na 2005 taboe heeft verklaard. Er blijkt niets anders op te zitten in een wereld die fragmenteert, die de Europese Unie lang niet altijd goed gezind is en dus handelingsbekwaamheid van haar vergt.

De machtsverhoudingen in de wereld verschuiven in een richting die strekt tot beschadiging van democratie en rechtsstaat. De EU wordt er her en der zelf door aangevreten en dat is reden te meer om in de Unie orde te houden en, in samenhang daarmee, van integratie meer werk te maken. Dat kan door solidariteit met economisch zwakkere lidstaten, die anders van de EU vandaan groeien; door kritisch aanpakken van kwaadaardige ontwikkelingen in eigen Unie; door meer vastberadenheid in de verdediging van de democratie tegenover de vijanden daarvan.

Er is al veel mee gewonnen als welvarende noordelijke lidstaten van de Unie in eigen land een beleid voeren dat bijdraagt aan ruimer economische kansen in het zuiden. In zijn HJ Schoolezing liet de president van De Nederlandsche Bank, Klaas Knot, glashelder zien hoe dat in zijn werk zou kunnen gaan. Niet door weer als een idioot te gaan bezuinigen zodra het economisch wat beter gaat, maar door juist dan ruim te investeren ‘in wegen, duurzame energievoorziening, onderwijs en wetenschap’1), aldus Knot. Begrotingsregels zouden dit genre investeringen dienen te beschermen.

Natuurlijk blijven er redenen voor twijfel en dus voor grote alertheid. Komt er in zuidelijke staten, Italië in het bijzonder, voldoende terecht van noodzakelijke economische hervormingen? Zullen die staten het vermogen hebben om de voorhanden enorme financiële middelen werkelijk effectief in te zetten? Zijn wij overal in Europa bereid om onze verslavingen te bestrijden, zoals Nederland de fiscale steun aan hypotheekschulden en andere landen hun te lage pensioenleeftijd? Zeker is dat allemaal niet, maar het kan geen reden zijn de nodige stappen niet te zetten. Europa’s toekomst in een steeds onaangenamer wordende wereld vraagt er om.


  • 1) 
    Klaas Knot, Samen sterker uit de crisis. Hoe we Europa weerbaarder, welvarender en duurzaam kunnen maken. HJ Schoolezing, Amsterdam: Uitgeverij EW 2020, 37.


Andere recente columns