De tragiek van de SP

7 juni 2019, column J.Th.J. van den Berg

De zware nederlaag van de SP bij de Europese Parlementsverkiezingen heeft in die kring diepe sporen getrokken. De partijvoorzitter, Ron Meijer, heeft aangekondigd het voorzitterschap te beëindigen. Eerder al ging het niet goed met de partij: de resultaten bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2017 vielen tegen en dat leidde tot het vertrek van fractievoorzitter Emile Roemer uit de Tweede Kamer.

Ironie van de geschiedenis: beiden zitten in de gemeenteraad van Heerlen, een succesvol bolwerk van de SP. Meijer is er fractievoorzitter en Roemer waarnemend burgemeester. Beiden zijn tegelijk elkaars tegenpolen: Meijer symboliseert de SP als antisysteempartij (‘de opgestoken middelvinger’) en Roemer de bereidheid om aan het bestuur deel te nemen. De tragiek van de SP is nu dat beide stijlen geen doorslaand succes meer opleveren. Of is dat toch te ongenuanceerd geformuleerd?

Het lijkt erop dat de SP nog steeds gebukt gaat onder het succes van Jan Marijnissen in 2006. Na jaren van weliswaar gestage maar ook beperkte groei in de landelijke politiek, behaalde de SP in 2006 in één klap vijf en twintig zetels in de Tweede Kamer, onmiskenbaar een indrukwekkende score. Die zal een verlaat effect zijn geweest van de geslaagde campagne van de SP tegen het Europese constitutionele verdrag, dat het referendum van 2005 niet overleefde. Dat was een tijd waarin Frans Timmermans met zijn ziel onder de arm door Den Haag liep. De winst van 2006 leverde de SP vrijwel niets op: zij hield zichzelf buiten het kabinet, maar werd daar door de PvdA van Wouter Bos wel erg ijverig bij geholpen.

Niettemin ging de SP die vijf en twintig zetels zien als de maat voor vereist succes, hoewel eigenlijk al gauw zichtbaar werd dat zij electoraal ‘boven haar stand’ leefde. De Nederlandse humeurige kiezer blijkt telkens in staat een partij een enorme winst (of verlies) te verschaffen die bij de eerstvolgende gelegenheid weer net zo hard verdwijnt. Partijen in Nederland moeten daardoor op zoek naar hun ‘structurele omvang’, ergens tussen meevallers en tegenvallers bij verkiezingen in. Bij de SP en D66 moet die rond de vijftien zetels liggen.

Bij de PvdA lag die vanaf 2010 jaren lang, althans in peilingen, constant rond twaalf zetels. Tot aan de uitzondering van september 2012, toen Diederik Samsom tot ieders verbijstering ineens 38 zetels haalde. Kort na de kabinetsformatie was de PvdA weer terug op het ijzeren getal van twaalf. De strijd tussen Samsom en Asscher kostte haar nog eens drie zetels in 2017. Alleen daarom al kan de PvdA maar beter voorzichtig zijn met het succes van Frans Timmermans bij de Europese verkiezingen. Ook dat kan spoedig blijken een resultaat ‘boven haar stand’ te zijn.

Terug naar de SP. Wie de winst van 2006 tot maatstaf verklaart, ervaart elk aantal zetels daaronder bij latere verkiezingen als een bittere teleurstelling, zoals in 2010 en 2012 (15) en in 2017 (14). Waarschijnlijker is dat dit voor de SP een normaal en dus helemaal niet zo slecht resultaat is; men kan met veel minder zetels doordringen tot het kabinet, zo is gebleken. Daarvoor had Roemer niet hoeven vertrekken.

Maar, dan komt het tweede probleem van de SP, waarvan zij zich nu eindelijk eens zou moeten bevrijden. In haar electorale strategie kijkt zij telkens naar de PvdA. Hoe kan de SP groter worden en de PvdA ‘onder water krijgen’? In 2017 probeerde zij dat door te verklaren nooit met de VVD in één kabinet te willen zitten, wat niets anders was dan een sneer naar de PvdA die wel met de VVD had ‘gecollaboreerd’. De PvdA stortte weliswaar in, maar de SP hield er geen enkel voordeel aan over. Bij de Europese verkiezingen concentreerde de SP haar aanval opnieuw op de PvdA, met een nogal vage boodschap over Europa. Wat leidde tot het gewraakte filmpje over ‘Hans Brusselmans’; dat kwam als een natte dweil in haar eigen gezicht terug. De SP hield in het Europese Parlement geen enkele zetel meer over.

De PvdA blijkt voor de SP minder relevant dan zij denkt. Dus is ook het opereren ‘tegen de linkse samenwerking’ van Meijer zinloos. Ook voor de SP geldt: een uitgestoken hand heeft meer vingers dan een opgestoken middelvinger.



Andere recente columns