Schriftelijke voorbereiding van een wetsvoorstel

Een Kamercommissie in de Eerste of in de Tweede Kamer bereidt een wetsvoorstel inhoudelijk voor. In elke commissie zitten steeds één of twee leden van elke fractie. Zij zorgen voor de beoordeling en schriftelijke voorbereiding van een wetsvoorstel. Tijdens commissievergaderingen wordt er globaal over een wetsvoorstel gesproken, in een wetgevingsoverleg wordt het wetsvoorstel per artikel behandeld.

De commissie vergaart informatie over het onderwerp van het wetsvoorstel, vaak formeel maar soms informeel. Bijvoorbeeld door rondetafelgesprekken met deskundigen of organisaties van belanghebbenden.

Belangrijke documenten in deze fase van het wetgevingsproces:

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

Geen wijzigingen

Als een Kamercommissie van de Tweede of Eerste Kamer geen vragen of opmerkingen heeft bij een wetsvoorstel en geen wijzigingen wil aanbrengen, brengt zij een blanco (eind)verslag uit. Het wetsvoorstel kan dan als hamerstuk in de plenaire vergadering worden afgehandeld.

Wijzigingen door de regering

Een nota van wijziging bevat een of meer wijzigingen van een wetsvoorstel dat nog in behandeling is bij de Tweede Kamer. Behalve de wijzigingen staat in de nota ook de reden waarom die wijzigingen zijn aangebracht. Een nota van wijziging bevat inhoudelijke wijzigingen. Correcties van fouten gebeurt met een nota van verbetering.

Soms wijzigt een nieuw kabinet een eerder ingediend wetsvoorstel ingrijpend, omdat het anders over een onderwerp denkt dan zijn voorganger. Het kan ook dat kritiek vanuit de Tweede Kamer de indieners ertoe beweegt het wetsvoorstel te wijzigen. Als een Tweede Kamerlid (niet zijnde de indiener) een wetsvoorstel gewijzigd wil zien, dan kan dat via het recht van amendement. Er kunnen tijdens de behandeling van een wetsvoorstel in de Tweede Kamer meerdere nota's van wijziging worden ingediend.

Na deze voorbereiding wordt het wetsvoorstel door de Tweede Kamer behandeld in de plenaire vergadering.

Eerste Kamer

De regering reageert op het voorlopige verslag van de Eerste Kamercommissie met een memorie van antwoord. Binnen een termijn van 10 tot 21 dagen geven de leden (en plaatsvervangend leden) van de Kamercommissie aan of een tweede schriftelijke ronde nodig is. Is dit niet het geval, dan wordt het eindverslag opgesteld.

Na de schriftelijke voorbereiding wordt aan de Kamer meegedeeld dat het wetsvoorstel gereed is voor behandeling in de plenaire vergadering. Het wordt dan na enige tijd op de agenda gezet.