Eerste Kamercommissies
De Eerste Kamer heeft twaalf vaste commissies. Deze commissies houden zich met een bepaald beleidsterrein bezig. Zij spelen een belangrijke rol bij de behandeling van wetsvoorstellen. Er zijn ook bijzondere commissies. Daarnaast is er een College van Voorzitter en Ondervoorzitters, die alleen gericht is op de interne organisatie.
In de Eerste Kamer zijn alle fracties vertegenwoordigd in de commissies. De Kamervoorzitter benoemt de (plaatsvervangende) commissieleden, in overleg met de fracties in de Kamer.
Iedere commissie wordt bijgestaan door een griffier.
Inhoudsopgave van deze pagina:
Vaste commissies hebben het beleidsterrein van een ministerie (soms twee) of een onderdeel van dat beleid als werkgebied.
De voornaamste taak van een commissie is wetsvoorstellen aan een voorbereidend onderzoek te onderwerpen door middel van het wisselen van schriftelijke stukken met de verantwoordelijke bewindslieden.
De commissie kan mondeling overleggen met een bewindspersoon, maar in de praktijk van de Eerste Kamer komt dat zelden voor.
De Kamervoorzitter en de ondervoorzitters vormen samen de het College van Voorzitter en Ondervoorzitters. Zij stelt de ambtenaren van de Kamer aan, behalve de griffier en plaatsvervangende griffiers. Het college bepaalt wel de taken en instructies van de (plaatsvervangende) griffiers. Het college houdt ook toezicht op de leidinggevende taak van de griffier over de ambtelijke organisatie.
Tot slot stelt het College van Voorzitter en Ondervoorzitters het ontwerp op voor de begroting voor de uitgaven van de Eerste Kamer (de zogenaamde 'raming').
Tijdens commissievergaderingen komen Eerste Kamerleden in kleinere groepen (commissies) bijeen. De voornaamste taak is de voorbereiding van debatten over wetsvoorstellen. Dat gebeurt inhoudelijk grotendeels schriftelijk, waarbij namens de fracties schriftelijk inbreng wordt geleverd voor een verslag. Commissievergaderingen vinden normaal plaats op dinsdagen.
Meer over