Meer dan alleen islam, migratie en Brussel

18 december 2015, column Bert van den Braak

De virtuele winst van de PVV is onmiskenbaar. De begrijpelijke onzekerheid bij velen over de vooral uit Syrië, Irak en Eritrea op gang gekomen vluchtelingenstroom naar de Europese Unie heeft die groei sterk bevorderd. Daarnaast is er de toegenomen angst over moslimextremisme, is er onvrede over de maatregelen die zijn genomen om de kosten voor de zorg in de hand te houden en weet de PVV als geen andere partij het beeld te vormen dat Brussel bijna alles beslist.

De PVV is allereerst antimoslimpartij. Bij de opvattingen van de PVV daarover tekende zich in tien jaar een duidelijke radicalisering af. In 2006 werd bijvoorbeeld nog gepleit voor een bouwstop van vijf jaar voor moskeeën, in 2010 werd een algehele bouwstop voorgesteld. In 2010 verscheen voor het eerst in het verkiezingsprogramma een verbod op de Koran en een belasting op hoofddoekjes (de beruchte kopvoddentaks).

Ook ten aanzien van het Midden-Oosten kwamen er andere, radicalere opvattingen. In 2006 kwam de daar spelende problematiek nauwelijks in het programma voor. In 2010 werd gesteld dat Palestina Jordanië is en dat het Palestijnse vraagstuk (dus) niet bestaat. De PVV is daarom ook voorstander van de bouw van Joodse dorpen in wat wordt aangeduid als Judea en Samaria (de door Israël bezette Westbank). Het standpunt dat Nederland uit de EU moet gaan als Turkije daarvan lid zou worden, is feitelijk ingeruild voor het door Nederland verlaten van de EU. Sinds 2012 staat in het programma wel dat Turkije uit de NAVO dient te worden gezet.

Anti-islam, herinvoering van paspoort- en grenscontroles en terugkeer naar de vooroorlogse zelfstandigheidspolitiek door vertrek uit de EU zijn de voornaamste speerpunten van het PVV-programma, maar daar staat uiteraard nog veel meer in. Helemaal consistent lijkt het programma daarbij niet.

Bestrijding van bureaucratie en administratieve rompslomp voor met name het bedrijfsleven is bijvoorbeeld een belangrijk punt, maar herinvoering van de douane, met alle bijbehorende formulieren, staat daar uiteraard diametraal op. Verder lijkt vermindering met een vijfde van het aantal ambtenaren moeilijk te rijmen met de vele nieuwe taken die de overheid volgens de PVV op zich dient te nemen. Naast herinvoering van de grenscontroles - en op een veel intensievere schaal dan vóór Schengen - moet het aantal agenten worden vermeerderd. Daarnaast moeten er koffiehuisinspecties komen en zelfs in Marokko en Turkije dient uitgebreid te worden gecontroleerd op mogelijke tweede huizen. In de zorg moet meer inspectie komen en de controle op dierentransporten en -handel moet worden geïntensiveerd.

Zeer onderscheidend is de PVV ten aanzien van het klimaatbeleid. Dat moet geheel worden afgeschaft. Maatregelen om de uitstoot van CO2 te verminderen, zoals snelheidsbeperkingen bij steden (80-kilometerzones) moeten worden teruggedraaid, subsidiëring van de overgang naar duurzamere energie (SDE+) dient stopgezet en er mogen geen windmolens (bij) komen. In 2010 werden in het programma zelfs nieuwe kolencentrales aangeprezen. Over energie werd in 2012 alleen gemeld: kernenergie blijft, mits veilig en verantwoord. Eerder werd, in 2006 en 2010, gepleit voor nieuwe kerncentrales. Er komt verder ruim baan voor verdere groei van het autoverkeer (en van het aantal wegen, zelfs door het Groene Hart) en Schiphol mag onbeperkt groeien. Wat dat betekent voor het vorige week gesloten Klimaatverdrag moet blijken: opzeggen of domweg negeren wellicht.

Voor het realiseren van nogal wat belangrijke programmapunten is hetzij herziening van de grondwet, hetzij het opzeggen van internationale verdragen nodig. Zo wil de PVV dat er vaker beslissende referenda komen en moet de minister-president rechtstreeks worden gekozen (of, en hoe die vervolgens over een parlementaire meerderheid kan beschikken, blijft onbesproken). Dat maakt grondwetsherziening met twee lezingen en in tweede instantie een tweederde meerderheid in beide Kamers nodig. Dat geldt eveneens voor de voorgestane inperking van de vrijheden van godsdienst en onderwijs. Er moeten wel 27 bilaterale handelsverdragen komen met onze (dan voormalige) EU-bondgenoten. Hopelijk vertrouwen andere landen dan nog dat ons land die wél zal nakomen.

Belangrijke punten zijn derhalve niet of nauwelijks uitvoerbaar; politiek, maar vooral feitelijk niet. Vraag is dan natuurlijk: realiseren de potentiële PVV-stemmers zich dat?



Andere recente columns