Het jongste parlementaire recht

14 maart 2014, column Bert van den Braak

Tien jaar geleden introduceerde de Tweede Kamer een nieuw parlementair recht, de initiatiefnota: de mogelijkheid voor Kamerleden om zelf een beleidsnota in te dienen. Afgelopen weken werden er liefst vijf van dergelijke initiatieven gelanceerd. PvdA, SP en CDA kwamen met een nota over het wandel- en fietsnetwerk, De PvdA-leden Tanja Jadnanansing, Loes Ypma en Albert de Vries brachten initiatiefnota's uit over resp. stages bij het middelbaar-beroepsonderwijs, samenwerkingsscholen en krimpgebieden, en Linda Voortman (GL) komt met een nota over zorgkosten.

Aan het idee om Kamerleden de mogelijkheid te bieden met een nota komen, lag de gedachte ten grondslag dat Kamerleden ook zelf de politieke agenda (mede) moeten kunnen bepalen. In een wat dualistischer bestel moest het nieuwe instrument bijdragen aan versterking van de positie van het parlement. Het was met name toenmalig Tweede Kamervoorzitter Frans Weisglas die zich daarvoor sterk maakte. De feitelijke vastlegging ervan was overigens onomstreden en bovendien eenvoudig. In het reglement van orde werd slechts opgenomen dat ook door leden ingediende nota's in handen kunnen worden gesteld van een Kamercommissie.

Bij de parlementaire zelfreflectie in 2007 werd het nut van het nieuwe instrument nog eens onderstreept. Het indienen van nota's werd gezien als goed middel tussen motie en initiatiefwetsvoorstel in. Bij een (aangenomen) motie is het Kamerlid afhankelijk van de bereidheid van de regering om die uit te voeren. Een initiatiefwetsvoorstel is een zwaarder middel, waaraan onder meer advisering door de Raad van State vastzit.

Sinds 2004 is ruim vijftig keer gebruikgemaakt van de mogelijkheid om een initiatiefnota in te dienen. Veel onderwerpen liggen in de betrekkelijk politiek-neutrale sfeer, maar dat is geen uitgemaakte zaak. Om een indruk te geven enkele behandelde onderwerpen: bevordering van de popmuzieksector, de positie van kleine scholen, het natuurbeleid, partneralimentatie, een grotere rol voor pleeggezinnen, de positie van kinderen van gedetineerden, regionale publieke omroep en bevordering van mediation. Dat het niet louter om 'neutrale' onderwerpen gaat, blijkt uit nota's over onder meer de positie van jonge asielzoekers (nota van Hans Spekman), privatisering van Schiphol (door Adri Duivesteijn) en de activering van arbeidsongeschikten bij terugkeer op de arbeidsmarkt (van VVD-lid Anoushka Schut).

De mate waarin fracties gebruikmaken van de mogelijkheid om initiatiefnota's in te dienen, loopt uiteen, maar vrijwel alle fracties doen dat. Alleen de kleine fracties van SGP, Partij voor de Dieren en 50Plus deden dat (nog) niet. PvdA en CDA zijn beide met eenderde van alle nota's koplopers. De VVD is met dertien procent veel bescheidener. De PVV was behalve in gezamenlijkheid met PvdA en CDA twee keer producent van nota's, maar in beide gevallen (over beperking van immigratie en - van Hero Brinkman - over maffia op de Antillen) bleven die onafgedaan.

De combinaties van fracties die nota's indienen, is wellicht het meest opmerkelijk. Zelfs PvdA en PVV kwamen, samen met het CDA, in 2012 met een initiatiefnota; namelijk over de combiregeling voor supporters in het betaald voetbal. En juli vorig jaar dienden VVD en SP samen een initiatiefnota in over de positie van de Antillen (Nederlandse Gemenebest). Ook PvdA en SP brachten samen een nota uit. In die zin lijkt er bij initiatiefnota's meer sprake te zijn van doorbreking van de scheiding tussen oppositie- en regeringsfracties.

Over de mate van succes kan nog worden getwist, maar de balans is zeker niet negatief. Bij ruim de helft van alle nota's kwam het kabinet met een reactie en in ongeveer een gelijk aantal gevallen werd er een debat gehouden. Dat gebeurt vrijwel altijd in de vorm van een algemeen overleg, eventueel gevolgd door moties. In twee gevallen was de initiatiefnota de aanzet voor wetgeving (over kleine scholen en over plattelandswoningen) en twee keer volgde vanuit de Kamer een verzoek tot voorlichting door de Raad van State. Bedacht moet overigens worden dat een tiental nota's pas een jaar of korter bij de Kamer ligt.

Concluderend kan worden gesteld dat de initiatiefnota een nuttig instrument is. Het biedt Kamerleden de mogelijkheid om zaken te 'agenderen' en het biedt het parlement kansen om meer als 'instituut' op te treden, los van de scheidslijnen oppositie/regering. Wel moet - maar dat is bij initiatiefwetgeving niet anders - worden gewaakt voor een te grote neiging om op de stoel van de regering te gaan zitten. Dat zou immers de controlefunctie van het parlement op termijn kunnen bemoeilijken. Voor zover het gaat om betrekkelijk neutrale, niet al te politiek-gevoelige kwesties dan bestaat er tegen deze initiatieven echter geen bezwaar en is het middel zeker een goede aanvulling op bestaande parlementaire rechten.



Andere recente columns