Kabinetsformatie 1994
Het kabinet-Lubbers III hield na de Tweede Kamerverkiezingen van 1994 71 van de 103 zetels over, waardoor voortzetting van de coalitie van PvdA en CDA uitgesloten was. Een coalitie van PvdA, VVD en D66 leek het meest voor de hand te liggen. Besprekingen tussen PvdA, VVD en D66 strandden echter na enige weken en er leek een impasse te ontstaan.
Koningin Beatrix vroeg minister van Financiën en PvdA-leider Wim Kok daarom om de financiële paragraaf van een regeerakkoord te schrijven. Op basis van deze paragraaf onderhandelden PvdA, VVD en D66 verder. Wim Kok werd benoemd tot informateur en daarna tot formateur, en op 22 augustus 1994 trad het kabinet-Kok I ('Paars I') aan.
Inhoudsopgave van deze pagina:
datum |
wat |
wie |
tot en met |
dagen |
---|---|---|---|---|
3 mei 1994 |
||||
6 mei 1994 |
Benoeming informateur |
13 mei 1994 |
8 |
|
14 mei 1994 |
Benoeming informateur |
26 juni 1994 |
44 |
|
27 juni 1994 |
Benoeming informateur |
H.D. Tjeenk Willink |
5 juli 1994 |
9 |
6 juli 1994 |
Benoeming informateur |
28 juli 1994 |
23 |
|
29 juli 1994 |
Benoeming formateur |
|
19 augustus 1994 |
22 |
13 augustus 1994 |
Regeerakkoord 'Keuzes voor de toekomst' |
|||
22 augustus 1994 |
Beëdiging nieuwe bewindslieden |
|||
Totale duur formatie |
108 |
Verkiezingsuitslag
CDA en de PvdA verloren bij de verkiezingen veel zetels. Voortzetting van die coalitie was daardoor onmogelijk. D66, de grote winnaar, zag echter niets in een centrumrechtse coalitie (CDA, VVD en D66) en streefde, ondanks de verschillen tussen PvdA en VVD, naar een 'paarse coalitie'. In dit licht moest ook het advies van CDA-leider Brinkman worden gezien om een 'paars' kabinet te vormen. Mogelijk verwachtte het CDA dat na een mislukte formatie van Paars dat het CDA weer in beeld zou komen.
Informatie-Tjeenk Willink
Om de politieke verhoudingen in kaart te brengen benoemde koningin Beatrix de voorzitter van de Eerste Kamer Tjeenk Willink tot informateur. Tjeenk Willink concludeerde dat een onderzoek naar de vorming van een 'paarse' coalitie inderdaad de meest reële optie was.
Informatie-De Vries/Van Aardenne/Vis
Hierna wees de koningin drie informateurs aan: De Vries (PvdA), Van Aardenne (VVD) en Vis (D66). Zij onderzochten of 'Paars' inderdaad een haalbaar was. Na enige tijd moesten zij constateren dat er met name over de sociale zekerheid te veel verschillen bestonden tussen PvdA en VVD. Op verzoek van GroenLinks verschenen de informateurs hierna in de Tweede Kamer om mondeling het informatieproces toe te lichten. Tijdens dit debat (het eerste dat ooit met informateurs wordt gehouden) botsen de PvdA- en VVD-fractievoorzitters Kok en Bolkestein wel, maar werden geen deuren dichtgeslagen.
Informatie-Tjeenk Willink
Tjeenk Willink bracht daarna opnieuw de mogelijkheden in kaart. Het CDA wilde geen centrumlinks kabinet (PvdA, CDA en D66), en D66 geen centrumrechts kabinet (VVD, CDA en D66). Hij adviseerde tot benoeming van een VVD'er tot informateur, maar er leek door de verdeeldheid een impasse te ontstaan.
Informatie-Kok
De koningin nam vervolgens een ongebruikelijke stap. Omdat de adviezen niet in één richting wezen en PvdA-leider Kok de enige was die geen blokkade had gelegd op welke coalitie dan ook, vroeg zij hem (als minister van Financiën) als informateur de financiële en sociaaleconomische paragraaf van een regeringsprogramma te schrijven.
Dit 'ontwerp' moest dan aan PvdA, CDA, VVD en D66 worden voorgelegd om vast te kunnen stellen welke partijen aan een regering wilden deelnemen. Kok constateerde dat in beginsel alle vier de partijen positief op zijn ontwerp reageerden. In gesprekken die hij daarna nog met de fractievoorzitters voerde, kwam hij tot de conclusie dat de nog bestaande verschillen het beste tussen PvdA, VVD, en D66 konden worden overbrugd.
Formatie-Kok
De koningin belast Kok daarna als formateur met vorming van een 'paarse' coalitie. Voortvarend wist hij zijn ontwerp-regeringsprogramma om te zetten in een regeerakkoord ('Keuzes voor de toekomst'), dat op 11 augustus rond was. De drie fracties stemden hiermee op 13 augustus in.
De samenstelling van het kabinet leverde geen problemen op. Na een weigering van werkgeversvoorzitter Rinnooy Kan kwam Wijers voor D66 op Economische Zaken. Van Kemenade bedankte vanwege zijn gezondheid voor Binnenlandse Zaken en die post ging vervolgens naar de VVD. Nadat onder anderen Van Aardenne niet beschikbaar was voor Financiën kwam op die post CPB-directeur Zalm. Verrassend was de terugkeer van oud-VVD-fractievoorzitter Voorhoeve op Defensie.
Het regeerakkoord 'Keuzes voor de toekomst' omvat de afspraken gemaakt tussen regeringspartijen PvdA, VVD en D66, en vormde de basis voor het kabinet-Kok I. Het regeerakkoord telde 43 pagina's. Centraal stonden bezuinigen en hervormingen van de sociale voorzieningen.
De (in)formateurs
Politicus van PvdA-huize met veel gezag als topadviseur en kritisch beschouwer van politiek en bestuur. Topambtenaar ministerie van Algemene Zaken, die optrad als secretaris van achtereenvolgende kabinetsformateurs en jarenlang adviseur was van de minister-president. Regeringscommissaris reorganisatie rijksdienst. Hoogleraar bestuurswetenschappen. Als PvdA'er lid en voorzitter van de Eerste Kamer. Bepleitte een actievere rol voor de Eerste Kamer bij de bewaking van de kwaliteit van de wetgeving, ook Europees. Bijna vijftien jaar vicepresident Raad van State en in die positie de voornaamste adviseur van de koningin bij kabinetsformaties en zelf informateur in 1994, 1999, 2010, 2017 en opnieuw in 2021. Is sinds 2012 minister van staat.
Dominante PvdA-politicus met een grote staat van dienst. Zoon van een protestantse Limburgse leraar. Studeerde staatsrecht na eerst in de VS een opleiding voor acteur te hebben gevolgd. Onderscheidde zich in de Tweede Kamer al jong als defensiewoordvoerder en was daarna onder meer fractiesecretaris en voorzitter van de enquêtecommissie bouwsubsidies. Na hoofddirecteur van de VNG en voorzitter van de SER te zijn geweest, keerde hij in 1998 terug in de Haagse politiek als minister van Sociale Zaken in het kabinet-Kok II. In 1999 stapte hij over naar Binnenlandse Zaken. Kwam in 2002 als één van de weinige paarse ministers terug in de Kamer en dong mee naar het leiderschap van de PvdA. Kruiste vaak de degens met minister Verdonk over het asielbeleid. Na 2007 acht jaar een prominent Eerste Kamerlid. Scherp debater, die met een nuchtere zakelijkheid zijn tegenstanders nooit spaarde.
Liberaal wis- en natuurkundige met een brede maatschappelijke en culturele belangstelling. Speelde in de VVD dertig jaar een belangrijke rol. Voor hij in de landelijke politiek kwam directeur van een ijzergieterij. In de Tweede Kamer tijdens het kabinet-Den Uyl financieel woordvoerder van de oppositie. Minister van Economische Zaken in de kabinetten-Van Agt I en -Lubbers I (in dat kabinet tevens viceminister-president). Kreeg onder meer te maken met de teloorgang van de Nederlandse scheepsindustrie. 'Aangeschoten wild' door de RSV-enquête, vanwege het onjuist informeren van de Tweede Kamer. Was in 1994 als informateur 'wegbereider' van het paarse kabinet en zag die benoeming als een rehabilitatie. Gedegen stabiele figuur.
Staatsrechtgeleerde die lange tijd een vooraanstaande D66-senator was. Aanvankelijk parlementair journalist bij onder meer NRC Handelsblad en later hoogleraar staatsrecht in Groningen. Als Eerste Kamerlid mede-initiatiefnemer van een voorstel voor een enquête en interpellant, toen minister Deetman buiten de Kamervergadering met aftreden had gedreigd om zo de CDA-fractie onder druk te zetten. Vooral door een heldere betoogtrant en een sterk analytisch vermogen had hij in de Senaat veel gezag. Had in 1994 als informateur een belangrijk aandeel in de totstandkoming van het eerste paarse kabinet. Sloot zijn loopbaan af als staatsraad. Mede-auteur van een standaardwerk over parlementaire geschiedenis.
Minister-president die acht jaar lang een coalitie leidde met daarin de politieke tegenvoeters PvdA en VVD (de paarse kabinetten). Was van betrekkelijk eenvoudige komaf en klom via de vakbond op tot minister. Volgde in 1986 Den Uyl op als partijleider en was minister van Financiën in het derde kabinet-Lubbers. Voerde een stringent ombuigingsbeleid. Dat beleid werd onder zijn premierschap (Paars I) voortgezet en leidde tot groei van de werkgelegenheid. Kreeg als minister-president te maken met het debacle in Srebrenica en de bijna-crisis rond het huwelijk van de kroonprins. Zijn tweede kabinet was vooral in de laatste periode minder succesvol door problemen in de zorg en het onderwijs en dat leidde mede tot een verkiezingsnederlaag van de PvdA. Werd in 2003 minister van staat. Integere, resultaatgerichte en meer op samenbinden dan op bezielen ingestelde rasbestuurder. Internationaal gerespecteerd. Kon soms wat nors zijn als er in zijn ogen onterechte kritiek was.
De onderhandelaars
Minister-president die acht jaar lang een coalitie leidde met daarin de politieke tegenvoeters PvdA en VVD (de paarse kabinetten). Was van betrekkelijk eenvoudige komaf en klom via de vakbond op tot minister. Volgde in 1986 Den Uyl op als partijleider en was minister van Financiën in het derde kabinet-Lubbers. Voerde een stringent ombuigingsbeleid. Dat beleid werd onder zijn premierschap (Paars I) voortgezet en leidde tot groei van de werkgelegenheid. Kreeg als minister-president te maken met het debacle in Srebrenica en de bijna-crisis rond het huwelijk van de kroonprins. Zijn tweede kabinet was vooral in de laatste periode minder succesvol door problemen in de zorg en het onderwijs en dat leidde mede tot een verkiezingsnederlaag van de PvdA. Werd in 2003 minister van staat. Integere, resultaatgerichte en meer op samenbinden dan op bezielen ingestelde rasbestuurder. Internationaal gerespecteerd. Kon soms wat nors zijn als er in zijn ogen onterechte kritiek was.
Succesvolle en erudiete VVD-politicus, die zijn partij in 1994 en 1998 naar verkiezingsoverwinningen leidde. Afkomstig uit het bedrijfsleven (Shell) en uit hoofde van zijn functies lange tijd in het buitenland verblijvend. Was staatssecretaris van buitenlandse handel in het eerste kabinet-Lubbers en daarna een vooraanstaand VVD-Kamerlid. Volgde in 1988 Van Eekelen op als minister van Defensie en werd in 1990 politiek leider van de VVD, als tussentijdse opvolger van Voorhoeve. Bleef daarna, net als Romme in de jaren vijftig, buiten het kabinet. Wist als geen ander het publieke debat te stimuleren door pittige uitspraken en plaatste het thema 'integratie' blijvend op de politieke agenda. In 1999-2004 Europees Commissaris voor de interne markt. Was daarna bijzonder hoogleraar in Delft en Leiden.
Voornaamste oprichter en lange tijd voorman van D66. Was afkomstig uit een katholiek ondernemersgezin en was journalist bij het Handelsblad. Wist in 1967, na een op Amerikaanse wijze gevoerde campagne en dankzij een uitstekende p.r., zijn partij met 7 zetels in de Kamer te loodsen. Voorstander van samenwerking met de PvdA. Trad na de verkiezingsnederlaag van D66 in 1972 terug als partijleider. Keerde in 1981 terug in de politiek als minister van Defensie en in 1986 als leider van D66. Onder zijn leiding behaalde zijn partij in 1989 en 1994 zeer goede verkiezingsuitslagen. Bekroonde die tweede winst met de vorming van een 'paars' kabinet (Kok I), zonder confessionelen. Werd daarin zelf minister van Buitenlandse Zaken en vicepremier. Levensgenieter, die vele contacten in de culturele wereld had en charmante intellectueel, die mensen wist te binden.
De vaste adviseurs van de Koningin
Politicus van PvdA-huize met veel gezag als topadviseur en kritisch beschouwer van politiek en bestuur. Topambtenaar ministerie van Algemene Zaken, die optrad als secretaris van achtereenvolgende kabinetsformateurs en jarenlang adviseur was van de minister-president. Regeringscommissaris reorganisatie rijksdienst. Hoogleraar bestuurswetenschappen. Als PvdA'er lid en voorzitter van de Eerste Kamer. Bepleitte een actievere rol voor de Eerste Kamer bij de bewaking van de kwaliteit van de wetgeving, ook Europees. Bijna vijftien jaar vicepresident Raad van State en in die positie de voornaamste adviseur van de koningin bij kabinetsformaties en zelf informateur in 1994, 1999, 2010, 2017 en opnieuw in 2021. Is sinds 2012 minister van staat.
Vooraanstaande in Den Haag geboren politicus van CHU-huize. Begon zijn loopbaan bij een protestants-christelijke onderwijsorganisatie. Werd, na vier jaar de CDA-onderwijswoordvoerder in de Tweede Kamer te zijn geweest, staatssecretaris van voortgezet onderwijs. Minister van Onderwijs en Wetenschappen in de kabinetten-Lubbers. Had daar de lastige taak omvangrijke bezuinigingen door te voeren en kwam zwaar onder vuur te liggen van studenten en leerkrachten. Bracht de Wet op de studiefinanciering tot stand, waarvan de uitvoering aanvankelijk veel problemen kende. Werd na dit ministerschap 'beloond' met het voorzitterschap van de Tweede Kamer. Van 1996 tot 2008 burgemeester van Den Haag. Krachtige, pragmatische bestuurder en taai onderhandelaar, die uitstekend zijn stad wist te promoten. Was daarna zeven jaar staatsraad.
CHU- en CDA-politicus die vele hoge functies bekleedde. Begon zijn politieke loopbaan als fiscaal specialist van de CHU-Tweede Kamerfractie en werd staatssecretaris van belastingen in de kabinetten-Biesheuvel. Stapte in 1976 over naar de Raad van State, maar keerde na het aftreden van Kruisinga begin 1978 terug als minister van Defensie. Was in die functie medeverantwoordelijk voor het besluit kruisraketten te plaatsen in Nederland. Werd in 1980, zeer tegen de zin van de PvdA, benoemd tot vicepresident van de Raad van State. Speelde als informateur in 1982 een belangrijke rol bij de vorming van het eerste kabinet-Lubbers. Gezaghebbend en integer. Zowel wat politieke als persoonlijke opvattingen betreft behoudend.
Meer over