Belangenbehartiging of -verstrengeling
Rond de melding van bijbanen door Tweede Kamerleden was recentelijk enkele keren enige ophef. Het overzicht bleek niet helemaal up-to-date en daarna kwamen er aantijgingen tegen 50PLUS-voorman Henk Krol over enkele van zijn 'functies'. Over nevenfuncties en -activiteiten bestaan nogal wat misverstanden en dat geldt nog in sterkere mate voor belangenverstrengeling.
De lijst van nevenfuncties die de Tweede Kamer publiceert biedt op zich wel enig inzicht in potentiële belangverstrengelingen, maar blinkt nu ook weer niet uit door helderheid. Allereerst zou het beter zijn een strikte scheiding aan te brengen tussen betaalde nevenfuncties en erefuncties, zoals het lidmaatschap van comités van aanbeveling, ambassadeurschappen etc. En vraag is natuurlijk waarom er meldingen op staan als: 'schrijfster van het boek 'Couscous op zondag' (een boek uit 2009!), 'Lid van het Presidium van de Tweede Kamer der Staten-Generaal', 'Secretaris fractie Partij voor de Vrijheid', 'Terugkeerregeling gemeente Nijmegen' en 'Lid Interparlementaire Unie'. Verder zou het handig zijn om functies uit de lijst te schrappen waarbij al vermeld stond 'tot 15 augustus 2012 of 'tot 2011'.
Blijkbaar weten Kamerleden (of het Presidium) niet zo goed wat een nevenfunctie is (of zijn het toch nevenactiviteiten?). Als je het lidmaatschap van het presidium opneemt (overigens slechts bij één lid) dan moeten toch ook alle andere commissielidmaatschappen in de Kamer worden vermeld. Laten we dat nu 'afgeleide functies' noemen, die voortvloeien uit de hoofdfunctie (het Kamerlidmaatschap). Zoals bijvoorbeeld het secretarisschap van een ambtelijke commissie voor een ambtenaar ook geen nevenfunctie is, maar onderdeel van diens werk. En dat geldt uiteraard eveneens voor lidmaatschappen van fractiebesturen of van Stichtingen ter ondersteuning van de fractie. De angst om maar iets te 'vergeten' lijkt zo groot dat ook allerlei functies/activiteiten die feitelijk niet in de lijst thuishoren, worden opgenomen. Dat komt de helderheid niet ten goede.
De lijst lijkt verder te worden gezien als 'hét' instrument om ongewenste belangenverstrengeling tegen te gaan. Nu is het natuurlijk denkbaar dat een Kamerlid een commissariaat bekleedt bij een bedrijf en daarvoor lobby-activiteiten uitvoert (denk aan Bolkestein die als commissaris van een farmaceutisch bedrijf een 'beste Els'-briefje aan minister Borst schreef). Maar hebben Kamerleden ook zonder nevenfuncties geen 'persoonlijke' belangen? Zouden dan ook niet zaken moeten worden vermeld als: het lidmaatschap van verenigingen en/of vakbonden (wie zijn er allemaal lid van de ANWB of van 'Natuurmonumenten'), de regio of woonplaats (er zal maar eens een herindeling in de buurt zijn) en de vriendenkring. En wat te denken van de aanwezigheid van schoolgaande of studerende kinderen of van zorgbehoevende ouders, en de wijze waarop de pensioenvoorziening of hypotheek is geregeld.
Laatstgenoemde belangen zijn zaken waar de Tweede Kamer binnenkort grote beslissingen over gaat nemen en waarbij Kamerleden een direct persoonlijk belang kunnen hebben. Maar is er dan direct belangenverstrengeling? Je kunt natuurlijk doorschieten en overal iets achter zoeken.
Kamerleden zijn - of je dat leuk vindt of niet - nu eenmaal bij uitstek 'belangenbehartigers'. Dat zijn ze per saldo overigens op een minder duidelijke manier dan circa veertig jaar geleden, toen de Kamer nog werd 'bevolkt' door vakbondsbestuurders, landbouwlobbyisten, vertegenwoordigers van onderwijs- en middenstandsorganisaties etc. Kamerleden moeten steeds trachten zowel het algemeen als het belang van hun achterban (partijleden, kiezers, eventueel regio) te dienen. Voorkomen moet alleen worden dat zij zich bovenmatig voor een deelbelang inzetten, vanwege een direct persoonlijk voordeel. En zeker moet worden voorkomen dat dit gebeurt zonder dat daarover transparantie is. Allereerst partijen en fracties moeten daarop alert zijn.
Openbaarmaking van nevenfuncties (wat iets anders is dan nevenactiviteiten) is daarbij nodig en nuttig. Maar dan wel graag via een heldere lijst, waarin vooral duidelijk is te zien welke neveninkomsten iemand heeft uit vaste functies naast het Kamerlidmaatschap. Niet meer en niet minder. De kans dat een Kamerlid 'in het geniep' voor een specifiek belang opkomt, is met zo'n lijst niet erg groot (maar dat is ook zonder die lijst al zo). Uit een heldere lijst zal vooral nog sterker dan nu blijken dat alle ophef over nevenfuncties altijd tamelijk overdreven is.