Voor en tegen personalisering

13 juli 2012, column J.Th.J. van den Berg

Dikwijls wordt de stelling verdedigd dat partijen hun tijd hebben gehad en dat kiezers hun stem laten bepalen door personen in plaats van partijen. Blijkens politiek-wetenschappelijk onderzoek is dat een valse tegenstelling. Kiezers laten zich wel degelijk leiden door de boodschap van een politieke partij, al zullen zij die ruim nemen en zullen zij niet gedetailleerd het programma gaan lezen. Als zij, bij voorbeeld, op Sybrand van Haersma Buma stemmen, dat doen zij dat omdat zij bepaalde verwachtingen van het CDA hebben en geloven dat deze lijsttrekker aan die verwachtingen zal beantwoorden. De persoon is van eminent belang, maar als belichaming van de politieke boodschap. Als hij daar niet bij past, dan geloven zij lijsttrekker noch boodschap, noch de partij. Om die laatste gaat het.

Kiezers kunnen veel vertrouwen in een lijsttrekker hebben en er toch niet op stemmen, omdat zij zijn partij niet lusten. In 1994 bestond er al veel vertrouwen in Wim Kok, vooral als toekomstig premier, maar hij kreeg veel minder stemmen dan op die grond werd verwacht. Dat kwam omdat vrij wat kiezers de PvdA niet vertrouwden. In de strijd tussen persoon en partij blijkt de partij het zwaarst te wegen. Voor de partij is het dus het best als beide perfect bij elkaar passen.

Diederik Samsom heeft zich over die kwestie uitgesproken, mede naar aanleiding van een tv-spotje waarin hij optreedt als vader van zijn kinderen en in het bijzonder van een verstandelijk beperkte dochter. Daar is nogal wat kritiek op geweest. Daargelaten of die terecht was, hij heeft het doelbewust zo gewild en hij heeft daar de volgende argumentatie bij, weergegeven in ‘Trouw’: ‘Dit is wat je krijgt als je op mij stemt. (…) Politieke leiders moeten opereren in een volstrekt onvoorspelbaar politiek landschap. Het kan gebeuren dat je je verkiezingsprogramma of regeerakkoord al na een maand door de papierversnipperaar kan halen omdat de wereld totaal is veranderd. Dan wil je als kiezer niet weten wat er in dat programma staat. Dan wil je weten wie de politicus is, hoe hij in die situatie zal reageren’.

In die uitspraak zit veel waars. Dat lijkt voor de gedachte te pleiten dat op een persoon wordt gekozen, meer dan op een partij. Maar Samsom zegt iets anders: er zijn meer manieren om de boodschap van de partij te verkondigen dan alleen het programma. Het kan vandaag ook moeilijk anders meer. De drijfkracht ligt voor elk politicus in belangrijke mate immers in zijn persoon en ervaring en die kunnen het verhaal van de partij minstens zo goed uitdragen als het verkiezingsprogramma. Daar is waarschijnlijk weinig tegen in te brengen. Als de lijsttrekker er zelf in gelooft – en Samsom doet dat – dan is hij ook geloofwaardig. Dit is de personalisering die, gegeven ons medialandschap en georiënteerdheid op beelden, onontkoombaar is geworden. Daar hoeft de partij, haar missie en haar programma niet onder te lijden. Let wel: kiezen is uiteindelijk vertrouwen en niet (alleen) begrijpen.

Vermoedelijk zit er niettemin een zwaar nadeel aan. Niet dat een lijsttrekker niet zijn drijfveren mag laten zien, maar door die zo te personaliseren als nu gebeurt (niet alleen bij Samsom), worden persoonlijke eigenschappen en gedragingen van politici doorslaggevend. Dan wordt een partij eenzijdig beoordeeld op de karakters van haar personeel. Daardoor wordt voor wie niet van een partij houdt de verleiding erg groot zijn afkeer niet te gieten in de vorm van ordelijke kritiek, maar in verdachtmaking en twijfel aan de integriteit van de politicus.

Vandaar dat hier de hypothese wordt opgeworpen dat de in de laatste decennia sterk toegenomen belangstelling voor integriteitskwesties in de politiek recht evenredig is gestegen met de verleiding de boodschap steeds meer uit te dragen met behulp van sterk persoonlijke ervaringen en drijfveren.

Het zal moeilijk anders kunnen, maar als waar is wat ik hier veronderstel, dan zullen aan de integriteit van de politicus steeds zwaarder, zoal niet onmogelijke eisen worden gesteld en zal de verleiding sterker worden weerstand tegen politici te gieten in verdachtmaking in plaats van in redelijke argumenten. Dat lijkt mij geen vooruitgang.



Andere recente columns