Leiderschap van de angst
De Duitse socioloog Max Weber waarschuwde er al voor in zijn rede Politik als Beruf uit 1918. Politici moeten zich in hun uitingen en hun handelen niet alleen en niet in de eerste plaats laten leiden door hun bedoelingen, hoe oprecht ook. Zij moeten zich daarnaast, misschien nog wel meer, gelegen laten liggen aan de effecten van wat zij zeggen en doen. Die effecten kunnen wel eens heel anders uitpakken dan wat zij hebben bedoeld. Dat kan omdat zij totaal verkeerd worden begrepen, of omdat zij niet helemaal worden vertrouwd. Hun bedoelingen kunnen in strijd zijn met de belangen van hun toehoorders. Van de politicus mag dus steeds gevraagd worden niet alleen het mooie te willen, maar ook rekening te houden met de onaangename neveneffecten. Dat maakt een belangrijk deel van zijn vakmanschap uit.
Veel politici in Nederland maar ook daarbuiten worstelen met de vraag hoe de Europese financiële crisis het best kan worden opgelost. Daarbij zijn de meeste deskundigen het er wel over eens, dat behoud van de euro van essentieel belang is voor een welvarende toekomst van Europa als geheel. Meestal zijn zij het er ook over eens dat voor dit Europese probleem een Europese oplossing nodig is. Bij alle besef van de ongelijke ontwikkeling van economieën in het noorden en zuiden van Europa, is er geen oplossing denkbaar die niet door het geheel van de Europese Unie wordt gedragen. Als Spaanse banken niet worden gesteund, heeft het hele Europese bankwezen daar last van. Hetzelfde geldt voor de Griekse economie, die binnen het eurogebied dient te worden gehouden, zo daar maar enigszins de mogelijkheid voor blijft bestaan. De oplossing voor de Europese vragen van het moment bestaat in georganiseerde solidariteit, niet uit liefde maar uit noodzaak.
Dat vereist echter wel dat de andere democratische leiders in de Europese Unie daarin mee willen gaan en om eindelijk de stappen te zetten die al hadden moeten worden genomen ten tijde van invoering van de gezamenlijke munt. Dat is in en na 1992 allemaal niet gebeurd, omdat veel democratische leiders reden hadden te vrezen voor de effecten. Toen het aanvankelijk met de euro wel goed ging, zagen zij hun ‘gelijk’ bovendien bevestigd. Het kon zonder een economische en politieke unie, zo leek het. De Politieke Unie was op den duur misschien wel nodig, maar, zo meenden politieke leiders, zij zou niet worden aanvaard door de burgers in Europa. Het effect van goedbedoeld handelen zou de electorale afgang zijn geweest, zo dachten zij.
Nu blijkt de noodzaak meer dan ooit, maar durven politieke leiders minder dan ooit. De meesten hebben de schrik van 2005 – het referendum over het Europese grondwettelijke verdrag – nog in de benen. Hun realisme is ontaard in angst. Ervaringen uit het verleden of negatieve reacties in de publieke opinie hebben politieke leiders doen verkrampen en hun de moed ontnomen noodzakelijke stappen te zetten en die met overtuiging aan kiezers voor te houden.
Het leiderschap van de angst, dat zich verkleedt als realisme, regeert niet alleen op Europees niveau.
Sterk voorbeeld: het ‘Kundusakkoord’ over de begroting van 2013. Iedereen was bereid er de prestatie in te zien die het was, ook al was er kritiek mogelijk op onderdelen. Die werd dan ook prompt geleverd, vaak in redelijk schrille bewoordingen: media transformeren kritiek in hysterie. Tot de oude stelregels van de politiek hoort het dan om, indien enigszins mogelijk, elkaars hand vast te houden, trouw te blijven aan de overeengekomen afspraken en die met overtuiging te blijven uitdragen. Dit, in de wetenschap dat het akkoord ging over uiterst onplezierige maar wel noodzakelijke interventies. Er is weinig twijfel over dat als de vijf betrokken partijen dat met overtuiging hadden volgehouden zij hadden aangekoerst op een verkiezingszege in september.
Maar, ook hier kwam het leiderschap van de angst bovendrijven. Ieder van de partners begon uit het akkoord weg te halen wat hem niet uitkwam, uit angst kiezers kwijt te raken. Het effect op 12 september kon wel eens geheel tegengesteld zijn. Zo dreigt op 12 september de totale versnippering. In hun angst hebben de akkoordpartijen hun geloofwaardigheid ingeleverd. Nergens is de partij meer te zien, die zelfs maar in staat is dertig zetels te behalen. Wel te voorzien is het succes van de partijen, links en rechts, van de gemakzucht: het loon van het leiderschap van de angst.