Vlaamse turbulenties
Je staat gek te kijken als in een Vlaams dagblad, met kleurenfoto en al, het Nederlandse kabinet van het moment aan de nieuwe Belgische coalitie ten voorbeeld wordt gesteld. Dit, terwijl de steun aan ons kabinet in de publieke opinie tot een dieptepunt is gezakt.
Tot op zekere hoogte is die vergelijking - in het dagblad De Morgen - wel te begrijpen. Nederland moest in 2007 het risico aanvaarden van een weinig voor de hand liggende coalitie van CDA, PvdA en CU. Het was er een van het midden maar met een kleine, moeilijk voorspelbare, nieuweling. Zij staat onder druk van ernstige middelpuntvliedende krachten alsmede van een zeer humeurig electoraat. Op het regeerakkoord viel veel aan te merken, maar niemand kon beweren dat het nergens over ging. Als goede Hollandse rekenmeesters hadden de partijen bovendien hun sommetjes nauwgezet gemaakt. Natuurlijk kent deze coalitie haar taboes, maar bij welke coalitie is dit niet het geval?
Precies daarop richt zich de lichte jaloezie van De Morgen. In eigen land is de formatie van negen maanden op, wat de krant noemt, een tangverlossing uitgelopen, maar sommetjes en cijfers ontbreken vrijwel volledig. Het paradoxale van deze ellenlange formatie is dat het werk aan een financieel-economisch akkoord is uitgelopen op_ haastwerk.
Dat zit zo. De eerste zes maanden werd gewerkt aan een coalitie van christen-democraten en liberalen, maar die mislukte tot twee keer toe. Het lukte de Vlaamse christen-democraat Yves Leterme niet om zowel Franstalige partijen als zijn eigen Vlaams-radicale vrienden van de N-VA bij elkaar te brengen. Vooral niet, omdat de Franstaligen geen zin hebben in radicale hervormingen van de staat. Er was echter nog een ander vuiltje. Terwijl de Vlaamse christen-democraten (CD&V) naar "rechts" neigen, hebben hun Franstalige bondgenoten van weleer (CDH) zichzelf niet alleen geseculariseerd maar zijn zij ook naar "links" opgeschoven.
Omdat demissionaire kabinetten in België weinig mogen, moest er na een half jaar iets gebeuren. De slimme demissionaire premier Guy Verhofstadt wist een tijdelijk kabinet te vormen, dat nu de basis blijkt voor het als permanent bedoelde en intussen aangetreden kabinet-Leterme. Maar, deze coalitie telt naast christen-democraten en liberalen van beide zijden van de taalgrens ook de Franstalige socialisten (PS). De N-VA daarentegen steunt de regering wel maar doet niet actief mee.
De transformatie van tijdelijk naar permanent kabinet moest daarom uiteindelijk in een vloek en een zucht worden volbracht, mede dankzij een ziekenhuisopname van Leterme. Een langdurige formatie kan nog wel eens helpen zoals bij ons in 1994 en in 2006-2007 maar in België is dat deze keer niet gelukt.
Ontegenzeglijk spelen bekwaamheden en rivaliteiten tussen hoofdrolspelers in België een belangrijke rol. Toch is België in de eerste plaats, naast Nederland en andere Europese staten, een voorbeeld van een bestel waar centrifugale krachten ten koste van gematigde partijen sterk groeien. Tegelijkertijd gebeurt dat met een grilligheid die alle voorspelbaarheid voor de politici heeft weggehaald en die hen daarom desoriënteert.
Dit levert in diverse Europese staten "onnatuurlijke" coalities op: in Duitsland en Oostenrijk van christen-democraten en sociaal-democraten; bij ons van volkspartijen en een getuigenispartij en in België voor het eerst een asymmetrische coalitie. In Vlaanderen gaan centrum en rechts samen; in Wallonië het centrum (dat geen centrum meer is) met zowel links als rechts.
In België, Nederland en in Duitsland weten gematigde partijen zich gegijzeld door radicale concurrenten: onze PvdA door de SP; de Duitse SPD door de Linkspartei; de Vlaamse christen-democraten door de radicale N-VA. Die gijzeling is in Vlaanderen des te nijpender, omdat daar volgend jaar al de verkiezingen plaatsvinden voor het Vlaamse en het Waalse parlement.
Hoe turbulent het politieke bestaan in Nederland moge zijn geworden, het is tamelijk rustig vergeleken bij wat onze buren hebben door te maken. Probleem van België is dat er, vooral aan Vlaamse zijde, gezien de hoge inzet een mate van professionaliteit en leiderschap wordt gevraagd die er niet zijn. Na Witte Donderdag, vertrekdag van Eerste Minister Verhofstadt, voorlopig even helemaal niet meer.