Weg met de regenten!
In een artikel in de Staatscourant beklaagde Marianne Thieme, lijsttrekker van de Partij voor de Dieren, zich er recentelijk over dat het voor nieuwkomers erg moeilijk is om een plaats in het parlement te veroveren. In haar visie verdeelt een kleine groep regenten de baantjes en worden 'indringers' geweerd. Zij sluit daarmee aan bij een constant terugkerend thema in de Nederlandse politiek: strijd tegen het regentendom.
Die strijd kennen we al sinds de achttiende eeuw, toen burgers en kooplieden revolteerden tegen het stedelijke patriciaat dat onderling de bestuursambten verdeelde. Met hulp van de Fransen lukte het in 1795 uiteindelijk 'de wet' te verzetten. Ook daarna keerde dat verzet echter steeds terug als zich nieuwe regenten aandienden. Dat was bijvoorbeeld in 1848 het geval en aan het eind van de negentiende eeuw toen antirevolutionairen en sociaal-democraten zich roerden. En in de jaren zestig van de vorige eeuw waren het Nieuw Links en D66 en - buitenparlementair Provo - die zich keerden tegen 'de regenten'.
Er is echter weinig reden voor nieuwkomers om zich te beklagen over de mogelijkheden om door te dringen tot het bestuur. Nederland kent een uiterst lage kiesdrempel - de laagste van de Europese Unie - en talrijke nieuwe partijen hebben de afgelopen vijftig jaar weten door te dringen tot het parlement. In de vijftig en zestig waren dat de PSP, de Boerenpartij, het GPV en D66. Daarna waren het onder andere de PPR, DS'70, het AOV en de LPF. D66 zat zes jaar na haar komst in de Kamer in de regering, de PPR na vijf jaar en DS'70 en de LPF zelfs direct bij binnenkomst. Laatstgenoemde partij wist uit het niets als tweede partij in de Tweede Kamer te komen.
Voor een nieuwkomer die meent een serieuze bijdrage te kunnen leveren aan het politieke bestel, en daarvoor ook aanhang heeft, kan het verzamelen van handtekeningen en het betalen van een waarborgsom moeilijk als onoverkomelijke drempel worden beschouwd. Dat de overheid alvorens subsidie te verlenen, wil weten of een nieuwe partij wel enige aanhang heeft, is alleszins redelijk. Wel zou een goed resultaat bij eerdere verkiezingen mogen meewegen bij het verlenen van subsidie. Dat de Partij voor de Dieren bij de Europese verkiezingen 3,2 procent van de stemmen haalde, is immers een redelijke indicatie dat die partij voldoende steun heeft.
Dat functies (adviseurschappen, bestuursfuncties) soms worden toegewezen aan mensen die eerder bestuurlijk actief zijn geweest, is juist. Maar is daar een alternatief voor? Het is ondoenlijk om voor elke adviseursfunctie of overheidsfunctie een verkiezing te organiseren, noch om iedere benoeming 'openbaar aan te besteden'. Bij dat soort benoemingen is enige ervaring of kennis van zaken wenselijk en het is logisch dat vooral ervaren bestuurders voor die functies in aanmerking komen. Benoemingen vallen bovendien gewoon onder de ministeriële verantwoordelijkheid en als er op dat vlak vreemde dingen gebeuren, kan de betrokken bewindspersoon in het parlement ter verantwoording worden geroepen.
Nu stelt Thieme ook dat slechts een kleine groep partijleden bepaalt wie er op de kandidatenlijsten komen. Ook dat is op zich juist. Het staat echter alle burgers vrij om zich aan te sluiten bij een politieke partij en om daarin actief te worden. Als partijleden ontevreden zijn over hun invloed op de kandidaatstelling dan kan via interne (democratische) procedures worden getracht dat te veranderen. Een alternatief voor het bestaande stelsel zie ik bovendien niet. Het lijkt mij nogal moeizaam als alle burgers of kiezers zich ook met het opstellen van de kandidatenlijsten zouden moeten gaan bemoeien. De voorkeurstem kan trouwens als een goed correctiemechanisme worden beschouwd.
Regentesk gedrag moet worden tegengegaan, daarover behoeft geen misverstand te bestaan. Dat nieuwkomers de gevestigde orde op dat punt wakker houden, is goed. Dat zij door hoge drempels die de gevestigde partijen opwerpen daarvan worden weerhouden, lijkt mij een onhoudbare stelling. Als al een revolte tegen 'regenten' nodig zou zijn, dan bieden verkiezingen volop mogelijkheden. Dat bleek in 2002. Een mogelijkheid is ook je aanmelden als lid van een partij en daarvan mee het beleid bepalen. Dat is eenvoudiger en vooral wel zo democratisch.