"Oud says out"

26 mei 2006, column J.Th.J. van den Berg

De VVD heeft onmiskenbaar een zeker talent interne onenigheden uit de hand te laten lopen. Wegens gebrek aan leiderschap - daar wordt nu juist over gevochten tussen twee kandidaten - heeft het optreden van minister Verdonk jegens haar partijgenote en Tweede-Kamerlid, Ayaan Hirsi Ali, tot zware schade in de liberale gelederen geleid. Die is op zichzelf niet onherstelbaar, maar de VVD kan er nog geruime tijd ernstig last van houden.

Het is echter niet voor het eerst dat in de VVD de zaken zo lelijk misgaan. In 1989 kwam de fractie van de VVD onder Joris Voorhoeve hardhandig in conflict met het kabinet-Lubbers, met inbegrip van haar eigen ministers daarin. Het heeft geruime tijd geduurd voordat, onder aanvoering van Frits Bolkestein, de interne eenheid en de weg naar succes onder de kiezers weer werd teruggevonden.

In 1985 had de VVD, juist in een tijd van sterke electorale voorspoed, al interne conflicten weten te organiseren over de vraag of haar vice-premier, Van Aardenne, na verschijning van het rapport van de parlementaire enquêtecommissie RSV niet beter had gedaan af te treden. Dat had Van Aardenne zelf nog wel gewild maar dat mocht niet van fractievoorzitter Nijpels. Tot grote en publieke woede van Kamerlid Theo Joekes, die deel had uitgemaakt van de enquêtecommissie. Een jaar later was het met de electorale voorspoed gebeurd.

De sterkste parallel vormt echter het beruchte conflict tussen de toenmalige fractievoorzitter van de VVD, mr. P.J. Oud, en de liberale minister van Buitenlandse Zaken, mr. D.U. Stikker, in januari 1951. Ook dit was in feite een leiderschapscrisis. Niet alleen immers waren de beide heren het zeer oneens over de juiste aanpak van het vraagstuk Nieuw-Guinea, maar zij vertrouwden bovendien elkaar niet en zij wensten dus evenmin voor elkaar te wijken.

Uiteindelijk zegde Oud de loyaliteit aan zijn minister (de enige representant van de VVD in het kabinet-Drees) op, wat Stikker ertoe bracht aan Oud te schrijven: "Hiermede is tussen U en mij een breuk ontstaan, die ik onoverbrugbaar acht".

Dat leidde ertoe dat Oud in de Tweede Kamer een motie indiende waarin hij het kabinet de teleurstelling van zijn fractie liet blijken over het Nieuw-Guineabeleid; in feite een motie van wantrouwen. De motie werd op 24 januari weliswaar massaal verworpen, maar niet door de unanieme fractie van de VVD. Dit was voor Stikker het sein om als minister af te treden; het hele kabinet volgde zijn voorbeeld. Bij het persbureau Reuter leidde dat tot het woordspelige kopje: "Stikker does not stick, because Oud says out".

Zeven weken zou het vervolgens duren, voordat een ten dele vernieuwd kabinet kon aantreden, opnieuw onder leiding van W. Drees, met dezelfde deelnemende partij en_met Stikker terug op Buitenlandse Zaken. De VVD-fractie was van plan geweest niet aan het nieuwe kabinet deel te nemen, omdat niet zij maar de CHU twee ministersposten kreeg. Toen Stikker echter had laten weten hoe dan ook tot het kabinet toe te zullen treden en daartoe desnoods alle banden met de VVD te zullen verbreken, waren de Kamerleden op de valreep toch akkoord gegaan.

Oud had het gevecht met Stikker op korte termijn verloren. Toch bevestigde deze kwestie Oud uiteindelijk in zijn positie als politiek leidsman van de VVD. In 1952 vertrok Stikker immers uit de vaderlandse politiek. Ouds leiderschap vergde wel een (hoge) prijs: de VVD kwam voor jaren in de oppositie terecht.

Opnieuw dreigt het gevecht om het leiderschap in de VVD zoveel ravage aan te richten in eigen kring, dat "verbanning" naar de oppositiebanken veel waarschijnlijker is geworden dan tot voor kort. Want wie ook de strijd wint, de interne conflicten zijn daarmee niet voorbij. Coalitiepartners houden daar niet zo van. Belangrijker is dat liberalen geen traditie hebben in interne programmatische discussie en die met de leiderschapsverkiezing ook niet hebben weten te vestigen. Conflicten in liberale kring leiden al te gauw tegelijk tot persoonlijke conflicten. Dat was al zo in 1951; het is er sedertdien helaas niet echt beter op geworden.



Andere recente columns