Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD)

Logo

De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) is een rechtse liberale partij, met op onder meer ethisch gebied progressievere standpunten. Politiek leider is sinds 14 augustus 2023 Dilan Yesilgöz-Zegerius. De partij werd opgericht in 1948 als opvolger van de Partij van de Vrijheid (PvdV), die weer een voortzetting was van de vooroorlogse Liberale Staatspartij (LSP).

De VVD kreeg bij de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023 24 zetels, een verlies van 10 zetels ten opzichte van 2021. De VVD werd daarmee voor het eerst in dertien jaar niet de grootste partij in de Tweede Kamer. In de Eerste Kamer heeft de VVD momenteel tien zetels. Er zitten vier leden namens de VVD in het Europees Parlement.

In 2007 - 2010 zat de VVD in de oppositie, na daarvoor ruim twaalf jaar te hebben geregeerd. De VVD is sinds oktober 2010 regeringspartij. In het huidige kabinet heeft de VVD vier ministers en drie staatssecretarissen maar levert het voor het eerst sinds 2010 niet meer de minister-president.

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

Kerngegevens VVD

Partijnaam

Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD)

Datum van oprichting

24 januari 1948

Website

www.vvd.nl

Politiek leider

Dilan Yesilgöz-Zegerius

Partijvoorzitter

Eric Wetzels

Wetenschappelijk instituut

TeldersStichting

Scholingsinstituut

Haya van Somerenstichting

Jongerenorganisatie

JOVD

Ledental per 1 januari 2024

22.473

Europese partij

Renew Europe

3.

VVD en de Tweede Kamerverkiezingen

De VVD neemt sinds 1948 deel aan de Tweede Kamerverkiezingen. Hoeveel zetels behaalde de partij per verkiezing en welk kabinet werd vervolgens gevormd?

4.

VVD en de Eerste Kamerverkiezingen

De VVD is sinds 1948 vertegenwoordigd in de Eerste Kamer. Hoeveel zetels behaalde de partij per verkiezing vanaf 1983 en wie was de lijsttrekker?

5.

Beginselen

In het beginselprogramma van de VVD staat dat de partij individuele vrijheid zeer belangrijk vindt en dat de staat zich niet dient te bemoeien met de individuele vrijheden van haar burgers. De overheid dient wel te zorgen voor de veiligheid van haar burgers.

6.

Bestuursvorm

De algemene vergadering (AV) is het hoogste partijorgaan en bestaat uit een algemene vergadering van afgevaardigden en een algemene ledenvergadering; leden mogen stemmen over voor de algemene ledenvergadering geagendeerde voorstellen; de AV kan besluiten tot een ledenraadpleging.

Ruim 400 afdelingen (gemeenten) werken samen in regionaal verband en in 'kamercentrales' (gelijk aan de 19 kiesdistricten); vertegenwoordigers van de kamercentrales komen bijeen in de partijraad (een adviserend orgaan).

Partijvoorzitter

De partijvoorzitter van de VVD is Eric Wetzels. Hij volgde in 2021 Christiamne van der Wal op.

7.

Historische ontwikkeling

Oprichting

De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) werd opgericht op 24 januari 1948 als fusie van de in 1946 opgerichte liberale Partij van de Vrijheid en het Comité-Oud. Dit comité bestond uit enkele oud-leden van de de Vrijzinnig-Democratische Bond die zich bij de PvdA niet meer thuisvoelden. Eén van hen was Oud - naamgever van het comité - die ook de eerste partijvoorzitter en fractieleider werd van de VVD. Bij de oprichting speelde verder Stikker en Korthals een belangrijke rol. De fusie betekende in zekere zin dat de liberalen werden herenigd in één partij, daar zowel het Comite-Oud als de Partij van de Vrijheid voort waren gekomen uit de Liberale Unie. De VVD volgde dus eigenlijk de Liberale Unie op als liberale eenheidspartij. Dit was het geval tot 1966, toen D66 werd opgericht.

De eerste twee decennia van haar bestaan kon de VVD getypeerd worden als een vrij deftige burgerlijke partij. De aanhang van de partij bestond vooral uit beter gesitueerden (ondernemers, advocaten, artsen, hogere officieren, hogere ambtenaren, en hoogleraren), eigenaren van grotere landbouwbedrijven, (rijkere) middenstanders en hogere kantoorpersoneel/directeuren uit het bedrijfsleven. Dit veranderde met de komst van Wiegel als partijleider in 1971. Onder zijn leiding werd de koers verbreed waardoor ook middengroepen en geschoolde arbeiders werden aangesproken.

De VVD nam van 1948-1952 deel aan de kabinetten-Drees I en -Drees II, de zogenaamde 'brede basiskabinetten.'

Tot aan het einde van de jaren vijftig vertoonde zowel het ledental als het aantal kiezers van de VVD onder de leiding van Oud een gestaag opgaande lijn. Het ledenaantal groeide van ruim 22.000 in 1948 tot circa 35.000 in 1959. In dezelfde periode nam het aantal Tweede Kamerzetels toe van acht tot negentien (waarbij bedacht moet worden dat in 1956 het aantal Tweede Kamerzetels werd uitgebreid van 100 naar 150). In de jaren zestig stagneerde de groei enigszins. Wel nam de VVD nu regelmatig deel aan de regering.

Intern waren de gemoederen in beweging gekomen, mede door het binnen de partij in 1962 opgerichte Liberaal Democratisch Centrum (LDC) dat de VVD een progressieve richting in wilde sturen.

Gouden tijd

Mede als gevolg van de sociaal-culturele veranderingen in de jaren zestig, zoals ontzuiling, deconfessionalisering, democratisering en individualisering, brak er in de jaren 70 weer een tijd van uitbundige groei aan. Als gevolg van de ontkerkelijking werd de aanhang in Noord-Brabant en Limburg structureel versterkt en was Pol de Beer in 1969 het eerste katholieke VVD-Kamerlid.

Deze 'gouden tijd' werd ingeluid met het aantreden van Hans Wiegel in 1971 als partijleider. Wiegel bereikte met een populistische koers nieuwe groepen kiezers. Dat waren met name middenstanders en in sociaal opzicht gestegen arbeiders en ambtenaren. Hiermee maakte hij van de VVD een brede volkspartij. Wiegel pleitte sterk voor het terugdringen van overheidsbemoeienis en voor een zuinige overheid. Hiermee zette hij zich sterk af tegen de vakbonden en de PvdA.

In de jaren '80 maakte de VVD bijna voortdurend deel uit van de regering. Na het vertrek van Wiegel kende de partij onder Ed Nijpels een verdere bloei. Bezwaren tegen zijn leiding en enkele interne conflicten leidden er in 1986 echter toe dat de winst uit 1982 weer verloren ging.

Paars en populisme

Na de verkiezingen van 1989 belandde de VVD in de oppositie. In deze periode wist de partij zich geleidelijk aan te herstellen. In 1994 werden onder leiding van Bolkestein bij de Tweede Kamerverkiezingen 31 zetels gehaald. De liberalen traden weer toe tot de regering. Samen met de PvdA en D66 vormden zij de 'Paarse coalitie'. Ook na de verkiezingen van 1998, 2002 en 2003 bleef de VVD deel uitmaken van het kabinet (in 1998 in Paars II, in 2002 in het kabinet-Balkenende I met CDA en LPF en tussen 2003 en 2007 in Balkenende II en III).

In 2004 verliet Geert Wilders de VVD-Tweede Kamerfractie uit onvrede over de koers van zijn partij, met name ten aanzien van integratie en mogelijke toetreding van Turkije tot de EU. Met de lijst-Wilders/Partij voor de Vrijheid behaalde hij in november 2006 negen zetels. In 2007 werd Rita Verdonk, die bij de verkiezingen van 2006 als nummer twee op de lijst was opgetreden, uit de fractie gezet vanwege herhaalde kritische opmerkingen over de koers van de fractie.

Grootste partij

Bij de verkiezingen van 2010 (31 zetels) werd de VVD voor het eerst in haar bestaan de grootste fractie in de Tweede Kamer. VVD en CDA vormden een coalitie met gedoogsteun van de PVV. VVD-leider Mark Rutte werd de eerste liberale premier sinds 1918. Het kabinet-Rutte I viel in het voorjaar van 2012 nadat er geen akkoord kon worden bereikt over aanvullende bezuinigingen.

Bij de verkiezingen van 2012 wist de VVD zich te handhaven als grootste partij. De partij behaalde een recordaantal van 41 zetels. In plaats van een middelgrote partij en gebruikelijke juniorpartner in coalities groeide de VVD uit tot de grootste partij in de Nederlandse politiek. Rutte werd voor de tweede keer premier, dit keer van een coalitie van VVD en PvdA. De inhoudelijke tegenstellingen tussen de coalitiepartners leidden tot de nodige spanningen. Ook raakten enkele prominente VVD'ers in opspraak. Zo moesten partijvoorzitter Keizer en fractievoorzitter in de Eerste Kamer Loek Hermans aftreden na klachten over belangenverstrengeling. Ondanks deze spanningen en affaires zat het kabinet zijn volledig termijn uit.

Voor de verkiezingen van 2017 werd een nek-aan-nekrace voorspeld tussen de VVD en PVV. De VVD bleef haar rivaal ter rechterzijde echter ruimschoots voor. Ondanks een verlies van 8 zetels bleef ze met 33 zetels de grootste partij. Het kabinet-Rutte III bestond uit een coalitie van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie.

Bij de verkiezingen van 2021 wist de VVD haar positie te consolideren: de partij steeg, opnieuw onder leiding van Mark Rutte, naar 34 zetels in de Tweede Kamer. Na de langste formatie uit de Nederlandse parlementaire geschiedenis maakten de coalitiepartijen van Rutte-III een doorstart in het kabinet-Rutte IV.

Vrouwen

De VVD is vanaf haar ontstaan een sterk emancipatorische partij geweest, waarin vrouwen steeds een belangrijke rol speelden. De VVD zette zich (vaak samen met de PvdA en later met D66) in voor gelijke rechten van mannen en vrouwen. Diverse vrouwelijke VVD'ers speelden een belangrijke rol in de Tweede Kamer en als minister.


Meer over

Kijk voor meer informatie over de VVD op de website van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen.


Bent u als journalist of wetenschapper op zoek naar statistische gegevens over personen uit het biografisch archief, bijvoorbeeld gemiddelde leeftijd, ervaring, herkomst, beroep, m/v of zittingsduur? De redactie van PDC kan deze gegevens onder voorwaarden beschikbaar stellen voor wetenschappelijk onderzoek en journalistieke publicaties. Neem voor meer informatie contact op.

Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.