Een Europese rol voor de Tweede Kamer?
Philipp Kiiver, een jonge jurist van Russisch-Duitse herkomst en zowel afgestudeerd als werkzaam aan de Universiteit Maastricht, heeft in het recordtempo van ruim twee jaar een proefschrift geleverd over de mogelijke rol van nationale parlementen in het proces van Europese integratie.
Een uitgesproken actueel onderwerp dat zeer onlangs nog in de Tweede Kamer ter sprake is geweest en in de komende tijd wel vaker op de Kameragenda zal staan. Eén voordeel heeft het referendum over het Europese Grondwetsverdrag dan toch opgeleverd: de Tweede Kamer heeft de relevantie van de EU ontdekt en zoekt nu naar haar eigen rol in de integratie.
Of Kiivers proefschrift hen daarbij te hulp schiet is intussen de vraag. Zo jong (26) als hij is, Kiiver is een uitgesproken Europeaan die de weg vooruit, naar verdere integratie, zoveel mogelijk wil openhouden en die dus liever investeert in de Europese instellingen, het Europees Parlement in het bijzonder. In zijn dissertatie bespreekt hij diverse pogingen om nationale parlementen te betrekken bij de Europese besluitvorming.
Achter die pogingen zit de geachte dat aldus ook de bevolking van de Europese lidstaten meer in de EU geïnteresseerd zal raken. Aldus komen voorstellen aan bod als scherpere controle op de eigen ministers die moeten optreden in Europees verband; meer interparlementair contact en samenwerking; een Europees Congres van nationale parlementen; verkiezing van de leden van de Europese Commissie door de nationale parlementen; beoordeling van Europese voorstellen op subsidiariteit en evenredigheid door nationale parlementen.
Om het kort en krachtig te zeggen: Kiiver dweilt met al die voorstellen de vloer aan. Hij vindt ze ofwel zinloze symboliek ofwel schadelijke remmen op de Europese integratie. Hij argumenteert daarbij scherpzinnig en soms ook ironisch; niet alleen als een strak redenerende jurist maar ook met een keur aan empirisch politicologisch materiaal. Op zichzelf een genot om te lezen.
Maar ja, die arme Kamerleden van ons (en van andere staten) blijven wel verweesd achter. Nou zijn zij wakker geworden en nu had het van Kiiver weer niet gehoeven. (Ik overdrijf natuurlijk, maar toch ...) Want, ook als dat per saldo (voorlopig) remmend zou werken, een sterker Europees bewustzijn zou voor Tweede en Eerste Kamer van groot gewicht zijn: voor hun ratificerende en controlerende opdracht maar ook en vooral bij de noodzakelijke implementatie van Europese Richtlijnen.
Ten slotte voor de wetgeving die zuiver nationaal is bedoeld. Want wie daarbij niet heel scherp oplet kan ongewild bezig zijn nationale instituties en handelwijzen "uit te leveren" aan Europees rechtelijke normen en regels. Zoals wij wellicht hebben gedaan met de woningcorporaties. Om daar Neelie Kroes, Europees Commissielid, de schuld van te geven kon wel eens heel erg onterecht blijken. Over die nationale taak in Europese context heeft Kiiver het helaas niet. Dat komt zonder twijfel in een volgend mooi boek van hem.