Artikel III-314: Douane-unie
Inhoudsopgave van deze pagina:
Door de oprichting van een douane-unie, overeenkomstig artikel III-151, levert de Unie in het gemeenschappelijk belang een bijdrage tot een harmonische ontwikkeling van de wereldhandel, tot de geleidelijke afschaffing van de beperkingen voor het internationale handelsverkeer en voor buitenlandse directe investeringen, en tot de vermindering van de douane- en andere belemmeringen.
De gemeenschappelijke handelspolitiek, vervat in de artikelen III-314 en III-315, is ten opzichte van het EG-Verdrag niet wezenlijk veranderd. De autonome handelspolitiek behelst de door de Europese Unie eenzijdig genomen maatregelen, waaronder die in de sfeer van het handelsdefensief instrumentarium.
De conventionele handelspolitiek omvat handelsakkoorden. Ten opzichte van Titel IX van het EG-Verdrag is het inmiddels overbodige artikel over exportsteun (artikel 132 EG-Verdrag) geschrapt. De artikelen over de bijdrage van de douane-unie aan de ontwikkeling van de wereldhandel (artikel 131 EG-Verdrag; artikel III-314 Grondwettelijk Verdrag) en de beginselen en procedures van de gemeenschappelijke handelspolitiek (artikel 133 EG-Verdrag; artikel III-315 Grondwettelijk Verdrag) hebben een aantal wijzigingen ondergaan.
De directe buitenlandse investeringen worden genoemd in zowel artikel III-314 als artikel III-315. Dit verduidelijkt de bevoegdheidsverdeling tussen de Unie en de lidstaten en is een logisch gevolg van bestaande interne bevoegdheden op het gebied van onder andere het kapitaalverkeer (Titel III, Hoofdstuk I). Vastgelegd is hiermee dat de Unie handelsverdragen inzake directe buitenlandse investeringen kan sluiten. De achtergrond wordt gevormd door de toenemende financiële stromen die nauw samenhangen met de handel in goederen.
Door samen een douane-unie op te richten beogen de lidstaten een bijdrage, in overeenstemming met het gemeenschappelijk belang, te leveren tot een harmonische ontwikkeling van de wereldhandel, tot de geleidelijke afschaffing van de beperkingen in het internationale handelsverkeer en voor buitenlandse directe investeringen, en tot de verlaging van de tarief- en andere barrières.
Artikel 2 neemt de eerste alinea van artikel 131 VEG over en voegt daaraan een verwijzing naar de buitenlandse directe investeringen toe (zoals ook in het volgende artikel); op die manier wordt erkend dat de financiële stromen de handel in goederen aanvullen en dat zij tegenwoordig een zeer groot gedeelte van het handelsverkeer vormen. De tweede alinea van artikel 131 VEG is geschrapt, aangezien de verwijzing naar de afschaffing van de douanerechten tussen de lidstaten niet langer van toepassing is (P.M.: de tekst van de tweede alinea luidde als volgt: "Bij de gemeenschappelijke handelspolitiek wordt rekening gehouden met de gunstige invloed die de afschaffing van de rechten tussen de lidstaten kan uitoefenen op de toeneming van het vermogen tot mededinging van de ondernemingen dezer staten.").
Door samen een douane- unie op te richten beogen de lidstaten een bijdrage, in overeenstemming met het gemeenschappelijk belang, te leveren tot een harmonische ontwikkeling van de wereldhandel, tot de geleidelijke afschaffing van de beperkingen voor het internationale handelsverkeer en voor buitenlandse directe investeringen, en tot de verlaging van de tarief- en andere barrières.
Door tussen de lidstaten een douane-unie op te richten beoogt de Unie in het gemeenschappelijk belang een bijdrage te leveren tot een harmonische ontwikkeling van de wereldhandel, tot de geleidelijke afschaffing van de beperkingen voor het internationale handelsverkeer en voor buitenlandse directe investeringen, en tot de verlaging van de tarief- en andere barrières.
Door de oprichting van een douane-unie, overeenkomstig artikel III-36, levert de Unie in het gemeenschappelijk belang een bijdrage tot een harmonische ontwikkeling van de wereldhandel, tot de geleidelijke afschaffing van de beperkingen voor het internationale handelsverkeer en voor buitenlandse directe investeringen, en tot de vermindering van de douane- en andere belemmeringen.
Door de oprichting van een douane-unie, overeenkomstig artikel III-151, levert de Unie in het gemeenschappelijk belang een bijdrage tot een harmonische ontwikkeling van de wereldhandel, tot de geleidelijke afschaffing van de beperkingen voor het internationale handelsverkeer en voor buitenlandse directe investeringen, en tot de vermindering van de douane- en andere belemmeringen.