Artikel III-277: Interventies op het grondgebied van een andere lidstaat
Inhoudsopgave van deze pagina:
De voorwaarden en de beperkingen waarbinnen de in de artikelen III-270 en III-275 bedoelde bevoegde autoriteiten van de lidstaten op het grondgebied van een andere lidstaat in overleg en overeenstemming met de autoriteiten van die staat mogen optreden worden bij Europese wet of kaderwet van de Raad vastgesteld.
De Raad besluit met eenparigheid van stemmen, na raadpleging van het Europees Parlement.
Artikel III-277 gaat over het optreden van lidstaten op het grondgebied van andere lidstaten en komt inhoudelijk overeen met artikel 32 van het EU-Verdrag. Het Europees Parlement wordt geraadpleegd over tot stand te brengen wetgeving terzake.
De gewone procedures (gekwalificeerde meerderheid en medebeslissing in wetgevende zaken van het Europees Parlement) zijn op het gebied van politiële samenwerking van toepassing. Dit is een belangrijke doorbraak.
De eenparigheid wordt echter behouden voor maatregelen betreffende de operationele politiële samenwerking (artikel III-276) en voor de wetgeving die de voorwaarden vaststelt voor interventies op het grondgebied van andere lidstaten (artikel III-277).
De Raad neemt met eenparigheid van stemmen wetten en kaderwetten aan die de voorwaarden en de beperkingen vastleggen binnen dewelke de in de artikelen 13 en 15 bedoelde bevoegde autoriteiten van de lidstaten op het grondgebied van een andere lidstaat mogen optreden in overleg en overeenstemming met de autoriteiten van die staat. Hij besluit na raadpleging van het Europees Parlement.
Dit ontwerp-artikel neemt de rechtsgrondslag van het huidige artikel 32 VEU over. Het artikel heeft uitsluitend betrekking op de nationale autoriteiten want de corresponderende bevoegdheden van Europol vallen onder de rechtsgrondslag van artikel 14. Overeenkomstig de aanbeveling van de groep op bladzijde 14, punt "v." van het slotverslag, zijn eenparigheid van stemmen binnen de Raad en raadpleging van het Europees Parlement noodzakelijk, in afwijking van de gewone wetgevingsprocedure. Het spreekt vanzelf dat noch dit artikel noch de andere artikelen van deze titel beogen de lidstaten die zulks wensen te beletten bilaterale overeenkomsten te sluiten waarin wordt voorzien in een nauwere samenwerking tussen hun betrokken autoriteiten.
Bij Europese wet of kaderwet van de Raad worden de voorwaarden en de beperkingen vastgesteld waarbinnen de in de artikelen III-166 en III-171 bedoelde bevoegde autoriteiten van de lidstaten op het grondgebied van een andere lidstaat mogen optreden in overleg en overeenstemming met de autoriteiten van die staat. De Raad besluit met eenparigheid van stemmen na raadpleging van het Europees Parlement.
De voorwaarden en de beperkingen waarbinnen de in de artikelen III-171 en III-176 bedoelde bevoegde autoriteiten van de lidstaten op het grondgebied van een andere lidstaat mogen optreden in overleg en overeenstemming met de autoriteiten van die staat worden bij Europese wet of kaderwet van de Raad van Ministers vastgesteld. De Raad van Ministers besluit met eenparigheid van stemmen, na raadpleging van het Europees Parlement.
De voorwaarden en de beperkingen waarbinnen de in de artikelen III-171 en III-176 bedoelde bevoegde autoriteiten van de lidstaten op het grondgebied van een andere lidstaat mogen optreden in overleg en overeenstemming met de autoriteiten van die staat worden bij Europese wet of kaderwet van de Raad vastgesteld. De Raad besluit met eenparigheid van stemmen, na raadpleging van het Europees Parlement.
De voorwaarden en de beperkingen waarbinnen de in de artikelen III-270 en III-275 bedoelde bevoegde autoriteiten van de lidstaten op het grondgebied van een andere lidstaat in overleg en overeenstemming met de autoriteiten van die staat mogen optreden worden bij Europese wet of kaderwet van de Raad vastgesteld.
De Raad besluit met eenparigheid van stemmen, na raadpleging van het Europees Parlement.