Artikel I-13: De gebieden van exclusieve bevoegdheid

I-12
Artikel I-13
I-14

Inhoudsopgave van deze pagina:


  • 2. 
    De Unie is tevens exclusief bevoegd, een internationale overeenkomst te sluiten indien een wetgevingshandeling van de Unie in die sluiting voorziet, indien die sluiting noodzakelijk is om de Unie in staat te stellen haar interne bevoegdheid uit te oefenen of indien die sluiting gevolgen kan hebben voor gemeenschappelijke regels of de strekking daarvan kan wijzigen.

1.

Toelichting Nederlandse regering

Het eerste lid van dit artikel somt de gebieden op waarop de Unie exclusief bevoegd is en bevat goeddeels een herbevestiging van bestaande bepalingen en codificatie van jurisprudentie.

In aanvulling op de situatie onder het EG-Verdrag, bestrijkt de opsomming van de exclusieve bevoegdheden onder het Grondwettelijk Verdrag de gehele gemeenschappelijke handelspolitiek.

De uitzondering onder artikel 133, zesde lid, van het EG-Verdrag, betreffende akkoorden die de interne bevoegdheden zouden overschrijden, zoals handelsakkoorden inzake culturele en audiovisuele diensten, onderwijsdiensten en sociale en volksgezondheidsdiensten, is komen te vervallen. De vaststelling van de mededingingsregels die voor de werking van de interne markt nodig zijn, worden hier ook genoemd als exclusieve bevoegdheid.

Het tweede lid van dit artikel codificeert de jurisprudentie van het Hof van Justitie betreffende de exclusieve bevoegdheid van de Unie om verdragen te sluiten.

2.

Toelichting Belgische regering

Bij het opstellen van deze lijst heeft de Conventie zich voornamelijk gebaseerd op de huidige verdragen en op de interpretatie van het Hof van Justitie.

Nieuw in de Grondwet is dat de volledige handelspolitiek van de Unie de exclusieve bevoegdheid van de Unie wordt.

Op dit moment zijn buitenlandse investeringen in de lidstaten en handelsakkoorden betreffende culturele en audiovisuele diensten, onderwijsdiensten en sociale en volksgezondheidsdiensten een gedeelde bevoegdheid tussen de Unie en de lidstaten. Dit impliceert dat internationale akkoorden in deze gebieden zowel door de lidstaten als door de Gemeenschap afgesloten worden en de lidstaten ze dus moeten ratificeren.

Artikel I-13 maakt een einde aan dit onderscheid.

Op verzoek van een aantal lidstaten, waaronder België, werden wel een aantal garanties ingevoerd op het vlak van de diensten. Zo is er nog steeds unanimiteit vereist voor het bespreken en sluiten van culturele dienstenakkoorden die afbreuk zouden kunnen doen aan de verscheidenheid qua taal en cultuur, en voor akkoorden over onderwijsdiensten en sociale en volksgezondheidsdiensten die de organisatie van deze diensten op nationaal vlak ernstig dreigen te verstoren en afbreuk dreigen te doen aan de bevoegdheden van de lidstaten ter zake.

3.

Ontwikkeling artikel

2003
  • 1. 
    De Unie is exclusief bevoegd om op de interne markt het vrije verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal te verzekeren en de regels betreffende de mededinging vast te stellen, en voorts op de volgende gebieden:
    • de douane-unie,
    • het gemeenschappelijk handelsbeleid,
    • het monetair beleid voor de lidstaten waar de euro is ingevoerd,
    • de instandhouding van de biologische rijkdommen van de zee in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid.
  • 2. 
    De Unie is exclusief bevoegd om een internationale overeenkomst te sluiten, wanneer daarin bij een wetgevingsbesluit van de Unie is voorzien, wanneer zulks noodzakelijk is om de Unie in staat te stellen haar interne bevoegdheid uit te oefenen, of wanneer zulks van invloed is op een intern besluit van de Unie.

4.

Toelichting

  • De in lid 1 gegeven opsomming van de gebieden van de Grondwet die onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie vallen gaat verder dan de huidige situatie, want zij bestrijkt de gehele gemeenschappelijke handelspolitiek. Dat weerspiegelt de conclusie van de werkgroep van de heer Dehaene, namelijk dat artikel 133, lid 6, van het Verdrag van Nice moet worden geschrapt.
  • Lid 2 van dat artikel weerspiegelt de jurisprudentie van het Hof van Justitie betreffende de exclusieve bevoegdheid van de Unie om internationale overeenkomsten te sluiten.
2003
  • 1. 
    De Unie is exclusief bevoegd om op de interne markt de regels betreffende de mededinging vast te stellen, en voorts op de volgende gebieden:
    • het monetair beleid voor de lidstaten die de euro hebben ingevoerd,
    • het gemeenschappelijk handelsbeleid,
    • de douane-unie.
    • de instandhouding van de biologische rijkdommen van de zee in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid.
  • 2. 
    De Unie is exclusief bevoegd om een internationale overeenkomst te sluiten indien een wetgevingshandeling van de Unie in die sluiting voorziet, indien zulks noodzakelijk is om de Unie in staat te stellen haar interne bevoegdheid uit te oefenen of indien zulks van invloed is op een interne handeling van de Unie.
2003
  • 2. 
    De Unie is exclusief bevoegd, een internationale overeenkomst te sluiten indien een wetgevingshandeling van de Unie in die sluiting voorziet, indien zulks noodzakelijk is om de Unie in staat te stellen haar interne bevoegdheid uit te oefenen en indien zulks van invloed is op een interne handeling van de Unie.
2003
  • 1. 
    De Unie is exclusief bevoegd op de volgende gebieden:
  • 2. 
    De Unie is tevens exclusief bevoegd, een internationale overeenkomst te sluiten indien een wetgevingshandeling van de Unie in die sluiting voorziet, indien zulks noodzakelijk is om de Unie in staat te stellen haar interne bevoegdheid uit te oefenen of indien zulks gevolgen kan hebben voor gemeenschappelijke regels of de strekking daarvan kan wijzigen.
2004
  • 2. 
    De Unie is tevens exclusief bevoegd, een internationale overeenkomst te sluiten indien een wetgevingshandeling van de Unie in die sluiting voorziet, indien die sluiting noodzakelijk is om de Unie in staat te stellen haar interne bevoegdheid uit te oefenen of indien die sluiting gevolgen kan hebben voor gemeenschappelijke regels of de strekking daarvan kan wijzigen.