Coronaverkiezingen?
In de aanloop naar de verkiezingen kwam sterk de vraag op of corona daarvan niet het alles overheersende thema zou worden. Ik betwijfelde dat, al besefte ik uiteraard dat ook de aanpak van de crisis voor kiezers zou meespelen bij het bepalen van hun stem.
Ongeveer een half jaar voor de verkiezingen vroeg dagblad Trouw om mijn visie op het effect van corona op de campagnes. Enige weken later deed het radioprogamma Dit is de dag hetzelfde, waarin ook werd gediscussieerd. Ik sprak de hoop uit dat de verkiezingen vooral over de toekomst - na corona - zouden gaan. Hoewel het nog wel enige maanden kon duren, zou corona - althans de acute nood daardoor - op enig moment verdwijnen, zo stelde ik toen. Wat de jaren daarna moet gebeuren, is belangrijker. Opponenten in krant en radioprogramma noemden mij bijna naïef. Uiteraard zou het toch gaan over wie er voorrang moesten krijgen bij het vaccineren en welke sectoren als eerste open moesten, zo vonden zij (ik heb het nu over discussies in december).
Ik stelde dat het toch niet te verwachten was dat bijvoorbeeld mensen die vorige keer GroenLinks, D66 of PvdA stemden nu naar FVD of PVV zouden overstappen - zeker niet in groten getale - omdat ze bijvoorbeeld tegen bepaalde tijdelijk opgelegde beperkingen waren, net zomin als een PVV-stemmer snel zou overwegen bijvoorbeeld D66 of VVD te stemmen, vanwege coronagerelateerde standpunten. Als wel te verwachten effect noemde ik de waardering voor het leiderschap van Mark Rutte; hét gezicht van het kabinet bij de aanpak van de crisis. In tijden van crisis is de neiging om voorrang te geven aan vertrouwd leiderschap boven een onzeker avontuur altijd groter.
Corona zou dus wel, zo verwachtte ik, een rol spelen in de stembusstrijd, maar feitelijk zouden kiezers hun keuze toch vooral bepalen op grond van andere overwegingen. Bijvoorbeeld aanpak van de klimaatproblematiek, het migratievraagstuk, de rol van de overheid, het herstel van de economie, inkomensverschillen en de woningmarkt. Niet anders als bij andere verkiezingen, voegde ik daaraan toe. Bovendien kijken kiezers altijd naar leiderschap (ook in het verleden was er vaak een premiersbonus) en naar de simpele vraag: wie geef ik mijn vertrouwen.
Terugkijkend kun je stellen dat ik deels gelijk heb gekregen. Het achterliggende effect van corona heb ik misschien enigszins onderschat. Het ging dan om het ontbreken van echt campagne voeren, van contacten op straat en van grote verkiezingsbijeenkomsten. Hoe dat precies heeft uitgewerkt en wie daar voor- of nadeel van hebben ondervonden, is moeilijk te zeggen. Vraag is bijvoorbeeld of de SP het veel beter had gedaan als de mogelijkheden tot campagne voeren op straat groter waren geweest. Dat lijkt me geenszins zeker.
De debatten in de media leken me overigens wat inhoudelijker dan voorheen. Een-op-een-debatten hebben het nadeel dat sommige lijsttrekkers (te) vaak tegenover elkaar stonden, maar ze gaven aan kandidaten wel meer ruimte om echt standpunten naar voren te brengen, zij het dat met veel partijen de tijd altijd kort is. Dat zorgde uiteindelijk op televisie wel voor een redelijk normale verkiezingsstrijd.
Kwesties als vaccinatiestrategie en testbeleid bleven in debatten op de achtergrond. Er was maar één partij die corona tot hoofdthema maakte: FVD. Thema's als directe democratie, migratie, Nexit en bestuurscultuur werden doelbewust door de partij ondergeschikt gemaakt aan corona. Dat leek overigens vooral een vlucht naar voren, met virusontkenners en tegenstanders van maatregelen als belangrijkste doelgroepen. Dat legde FVD echter geen windeieren.
De verkiezingsuitslag is er en bepaalt - in principe- voor de komende vier jaar het beeld. Dat de strijd zich tegen de achtergrond van corona afspeelde doet daaraan niets af. Dat er invloed was, moge zo zijn: kiezers hebben zich wel degelijk vooral laten leiden door 'normale' overwegingen. In die zin durf ik wel te stellen dat mijn hoop en verwachting van een half jaar geleden redelijk is uitgekomen. Het waren verkiezingen in coronatijd, maar coronaverkiezingen? Dat waren ze alleen in de zin dat het leiderschap tijdens de crisis een belangrijker rol speelde.