Kerstsprookje: Thierry en het kenniskabinet
Er was eens een staatsman, Thierry geheten, die na verkiezingswinst van zijn partij ineens veel macht kreeg1). Hij mocht de formateur van het nieuwe kabinet aanwijzen en koos daarvoor Hans. Die kwam weliswaar uit het partijkartel waar Thierry zo'n hekel aan had, maar Hans was altijd een beetje rebels geweest en gaf ook nog wel eens leuk commentaar in dagblad Teleklets. Hans mocht een 'kenniskabinet' samenstellen. Andere partijen waren niet enthousiast geweest, maar vonden dat ze dit toch maar eens moesten proberen.
En zie: Hans slaagde. Er kwamen allemaal knappe koppen op de ministersposten. Voor Klimaat en Milieu koos hij Jacqueline, die daar echt alles van wist. Op Defensie kwam generaal Rob, op Buitenlandse Zaken Renée, die ambassadeur in Rusland was geweest, op Justitie en Veiligheid Erik, op Financiën Klaas, die daarvoor bankpresident was, en op Economische Zaken kwam Barbara, een vooraanstaande econome. En de nieuwe minister van Infrastructuur was een hoogleraar vervoersmanagement van de Erasmus Universiteit. Voor Landbouw had Hans Henk gekozen, die zelf boer was en die dus alles afwist van dat onderwerp. Hans zelf werd, hoewel hij al wat ouder was, de premier.
De ministers gingen direct hard aan het werk. Maar hoewel ze allemaal als knappe koppen waren gekozen, was het maken van beleid nog niet zo eenvoudig. Bovendien was besloten om zonder programma te gaan regeren. 'Wacht op onze daden', had Hans geroepen toen ze aantraden. Een programma was niet nodig, zei Thierry. Alle wijze besluiten zouden aan de Tweede Kamer worden voorgelegd en die moest dan in volkomen vrijheid beslissen. En als ze er niet uitkwamen dan kwam er gewoon een referendum. Democratischer kon niet, zo zei hij.
Helaas kregen de ministers al snel ruzie. Jacqueline vond dat er echt fors ingegrepen moest worden in de agrarische sector, die door de uitstoot voor veel natuurschade zorgde. Henk was het daar echter helemaal niet mee eens. Hij vond dat praatjes van veganisten en activisten, die niets van het boerenleven wisten. Ook Klaas en Saskia, de minister van Sociale Zaken, kregen onenigheid. Klaas vond dat er gekort moest worden op de pensioenen, anders was het risico dat er voor toekomstige generaties onvoldoende pensioengelden waren. Saskia was het daar niet mee eens. Die conflicten zorgden voor besluiteloosheid. Het was een hopeloze toestand.
Minister Henk (niet die van Landbouw, maar van Infrastructuur) was inmiddels naar de Tweede Kamer geroepen, omdat er allerlei dingen misgingen met een nieuwe spoorlijn. Die problemen waren wel onder zijn voorganger ontstaan, maar hij was nu eenmaal de verantwoordelijke minister. De Kamerleden stelden tientallen kritische vragen en waren boos dat niet alle stukken direct bekend waren geworden. Henk werd er hor en dol van en wees naar zijn ambtenaren. Dat maakte de Kamerleden nog bozer. Het was duidelijk dat hij zich in een collegezaal beter op zijn plaats voelde dan in de vergaderzaal van de Tweede Kamer. Hij nam ontslag.
Omdat de Tweede Kamer hopeloos verdeeld was over een wetsvoorstel van Erik om de politie meer bevoegdheden te geven, werd besloten een referendum te houden. Dat was overigens al de derde keer op rij dat kiezers naar de stembus moesten. Dat referendum werd daarom een enorme flop, want de burgers hadden er nu wel genoeg van. Ze hadden toch niet voor niets Tweede Kamerleden gekozen, die de besluiten moesten nemen?
Kortom, het werd een chaos: ruzies, besluiteloosheid, boze burgers, protesten.
Toen stond er in de vergaderzaal een meisje van een jaar of zestien op. Die riep: "maar waarom luisterden jullie eigenlijk naar Thierry. Hij kan een beetje piano spelen, maar hij heeft verder nergens echt verstand van. Hij denkt dat stikstof goed is voor de natuur, omdat er dan meer brandnetels en bramen komen. Alle economen weten dat uit de EU stappen, zoals hij wil, niet slim is. Dan moeten wij met alle andere landen gaan onderhandelen over onze handel. En hij luistert ook niet naar de 97 procent van alle wetenschappers die aangeven dat we echt iets tegen de opwarming moeten doen."
En de mensen, en ook de meeste politici, gaven haar gelijk. Er kwamen nieuwe verkiezingen en er kwam een nieuw kabinet, met afspraken en een programma. Dat ging ook wel moeizaam en er waren compromissen nodig. Maar de burgers hoefden niet om de haverklap naar de stembus vanwege een referendum en het land werd weer geregeerd, net als voorheen. En de meeste mensen waren daar tevreden over, zoals ze dat eigenlijk ook altijd waren geweest.
-
1)Iedere overeenkomst met de werkelijkheid berust op toeval