De kwaal en de middelen
Zelfverrijking, pensioenkortingen, een latere AOW-leeftijd, geringe kansen op de arbeidsmarkt, hogere zorgkosten, financiële gevolgen van de energietransitie, niet-nagekomen beloften, vermeende Europese bemoeienis, regeldruk, komst van migranten, moeizame integratie, vrees voor terrorisme, mislukte overheidsprojecten, het bestaan van voedselbanken. Het zijn allemaal - afzonderlijk of in combinatie - redenen, met name voor lager opgeleiden, om ontevreden te zijn over 'de politiek'. Daarbij geldt zeker een gevoel van zich 'niet gehoord' voelen. 'Ze doen maar en ze luisteren toch niet naar ons'.
De analyse in het eindrapport van de Staatscommissie parlementair stelsel dat er sprake is van een kloof tussen hoger en lager opgeleiden is op zichzelf juist. Dat is echter primair een politieke kloof en heeft hoogstens indirect met 'het stelsel' te maken. Betwijfeld moet dan ook worden of wijzigingen in het stelsel die kloof kleiner zullen maken.
De stem van ontevredenen is wel degelijk in het parlement vertegenwoordigd. Partijen als SP, PVV, 50PLUS en Forum vertolken dat geluid. Dat doen ze op een eigen toon en met eigen voorstellen voor een ander beleid. De SP kwam bij de afgelopen verkiezingen met een voorstel voor een ander zorgstelsel. 50PLUS heeft duidelijke voorstellen om de positie van gepensioneerden en van oudere werknemers te verbeteren. De PVV en Forum bepleiten een Nexit en directe democratie. Dat de 'ontevreden' zich toch onvoldoende vertegenwoordigd achten, komt omdat deze oppositiepartijen nauwelijks kans maken om tot regeren te komen. De SP had in 2006 een electoraal hoogtepunt (25 zetels), maar wist dat succes niet te bestendigen en kon zich niet herstellen, zelfs niet bij het smadelijke verlies van de PvdA in 2017. De gedoogconstructie van de PVV (2010-2012) liep spoedig spaak. Deze oppositiepartijen, en het geldt ook voor het kleinere 50PLUS, zijn vrij machteloos. De stem van onvrede wordt wel vertolkt, maar vindt geen weerklank.
Het is de vraag of dat, met name bij PVV en FvD, snel zal gebeuren. Hun standpunt over de EU is voor een internationaal georiënteerd handelsland onrealistisch. En beide wijzen maatregelen af om de klimaatverandering aan te pakken en keren zich bijvoorbeeld tegen internationale verdragen om mensenrechten te garanderen1). De PVV wil fundamentele rechten schrappen. Onmiskenbaar hebben zij een antiparlementaire opstelling, met de betiteling 'nepparlement' van Geert Wilders en de uitspraak 'Ik heb vaak het gevoel dat het beneden mijn waardigheid is om hier zinloze argumentaties af te steken' van Thierry Baudet als sprekende voorbeelden. Dat andere partijen met hen willen gaan regeren, is nauwelijks voorstelbaar. En als dat al gebeurt dan zullen zij op essentiële punten moeten inbinden, zoals ook de PVV in 2010 deed.
Vraag is of invoering van een gekozen formateur, een bindend correctief referendum of een kiesstelsel met meer persoonlijke mandaten zullen helpen om die kloof te verkleinen. Wie bovendien constateert dat formaties een moeizaam, ondoorzichtig proces zijn, kan beter niet de complexiteit nog vergroten door macht van fracties te verkleinen. En wie pretendeert dat kiezers een wet kunnen blokkeren ('correctie' is een eufemisme), zonder te bedenken dat sommige wetgeving nu eenmaal onvermijdelijk is, bakt bij voorbaat frustraties in. Spoedig zal blijken dat 'bindend' slechts 'raadgevend' was.
Het goede van de Staatscommissie is, dat suggesties tot debat zullen leiden en dat zij op sommige punten ook met nuttige aanbevelingen2) komt. Maatregelen bijvoorbeeld om de opkomst bij verkiezingen te stimuleren, om kennis over het politieke bestel te vergroten en burgerschap te bevorderen. Ook het invoeren van een vrijheidsdag (5 mei) is een leuk en creatief voorstel. Het aan het parlementaire instrumentarium toevoegen van een terugzendrecht valt zeker te overwegen.
Voor verdergaande voorstellen zoals de gekozen formateur, een kiesstelsel met persoonlijke mandaten en een bindend correctief referendum geldt dat ze voor- en nadelen hebben. Dat die maatregelen de kloof zullen doen afnemen, is nauwelijks te verwachten. Voor zover dat al mogelijk is, kan dat alleen door beleidsmaatregelen: inkomensverbetering, aanpak van zelfverrijking, het tegengaan van bureaucratie, het niet doen van onhaalbare beloften, om er maar een paar te noemen. Politieke oplossingen dus, juist ook vanuit traditionele partijen.
-
1)Zie de door PVV en FvD gesteunde motie-Markuszower over het opzeggen van het EVRM
-
2)Aanbevelingen Staatscommissie (website Staatscommissie)