Emancipatie: veertig jaar vooruitgang?
Begin jaren tachtig zag de wereld er heel anders uit dan nu en dat gold ook voor de Nederlandse politiek. Door veertig jaar terug in de tijd te gaan, zal ik een aantal van die veranderingen aanstippen. Een boekje uit 1985 was daarvoor de directe aanleiding. Het was een reeks interviews met de toenmalige vrouwelijke Kamerleden, onder de titel Vrouwen en het binnenhof. Zij waren verenigd in het Kamerbreed Vrouwen Overleg (KVO). Toen was er voor vrouwen nog een wereld 'te winnen' en dat lijkt aardig gelukt. Of het proces is voltooid, is weer iets anders.
Het was Ina Brouwer, toenmalig CPN-fractievoorzitter in de Tweede Kamer, die het initiatief nam voor het boekje. Er werden 45 vrouwelijke Kamerleden geïnterviewd. Dat was toen het aantal vrouwen in de Tweede en Eerste Kamer: dertig in de Tweede Kamer en vijftien in de Eerste Kamer. Onder hen waren bekende namen als Erica Terpstra, Andrée van Es, Ria Beckers, Ien Dales, Jeltje van Nieuwenhoven en Annemarie Jorritsma. Naast Ina Brouwer waren Beckers, Van Es (PSP) en Cathy Ubels (EVP) de vrouwelijke fractievoorzitters. Ter vergelijking: in de huidige Tweede Kamer zitten 58 vrouwen en in de Eerste Kamer 23.
Inmiddels is ook het aantal vrouwelijke fractievoorzitters in beide Kamers sterk toegenomen. In de Tweede Kamer zijn dat er acht, onder wie de voorzitter van de grootste regeringsfractie. Vier van hen zijn overigens eenling. In de Eerste Kamer zijn zes vrouwelijke fractievoorzitters, van wie drie (Annemarie Jorritsma, Annelien Bredenoord en Tineke Huizinga) van een regeringsgezinde fractie. Begin jaren tachtig was Titia van Leeuwen van de PSP de enige vrouwelijke fractievoorzitter in de Senaat.
Bij het politiek leiderschap is vrouwelijke element eveneens sterker vertegenwoordigd dan veertig jaar geleden. Ook vicepremier Sigrid Kaag vervult immers die 'functie'. Na Els Borst (1998) was zij in 2021 de tweede vrouwelijke lijsttrekker van een grotere regeringspartij. Net als Kaag behoren Esther Ouwehand, Lilian Marijnissen, Caroline van der Plas en Sylvana Simons tot de spraakmakende hedendaagse politici. Marianne Thieme en Femke Halsema gingen hen voor. Een vrouwelijke Kamervoorzitter is evenmin heel bijzonder. Vera Bergkamp had sinds 1998 vier vrouwelijke voorgangers en het voorzitterschap wordt zelfs al sinds 2006 door een vrouw bekleed. In de Eerste Kamer kwam er in 2003 een eerste vrouw op de voorzittersstoel.
Ook in het kabinet is er een duidelijk verschil met vroeger. In het kabinet-Lubbers I (1982-1986) waren Neelie (Smit-)Kroes en Eegje Schoo als vrouwelijke minister veruit in de minderheid, net als Virginie Korte-van Hemel, Nell Ginjaar-Maas en Annelien Kappeyne van de Coppello als staatssecretaris. In het kabinet-Rutte IV is vrijwel evenwicht bereikt: 15 mannen en 14 vrouwen. Lang bestond het beeld dat vrouwen vooral voor posten uit 'zachte sectoren' in aanmerking kwamen (Maatschappelijk Werk, Volksgezondheid). Inmiddels is daarvan geen sprake meer, met vrouwen op posten als Economische Zaken, Justitie, Defensie, Infrastructuur en Sociale Zaken. In 2021 was Kaag de eerste, zij het kortstondige, vrouwelijke minister van Buitenlandse Zaken. Het wachten is uiteraard op een vrouw als premier (wie weet Christianne van der Wal).
Verdeling van posten en aantallen zeggen niet alles. Andere stappen op gebied van emancipatie waren minstens zo belangrijk. Denk aan gelijke rechten in het sociale en financiële domein, regeling van kinderopvang en zwangerschapsverlof (ook voor volksvertegenwoordigers) en het naam- en familierecht. Het 'quotawetje' over het aantal vrouwen in raden van bestuur en commissarissen in grote ondernemingen liet wel zien dat verdere stappen niet vanzelfsprekend zijn.
In het boekje in 1985 wezen enkelen op sociaaleconomische verschillen als belangrijkste hindernis voor emancipatie. Dat KVO vonden zij maar onzin. De meesten achtten gezamenlijke 'strijd' toen wel geboden, bijvoorbeeld omdat vrouwen soms nog minder serieus werden genomen of anders werden beoordeeld dan mannen (uiterlijk, kleding). Inmiddels hebben vrouwen, meer dan mannen, met name op social media last van haatcampagnes en seksisme. Het was dus niet alles vooruitgang wat de klok sloeg en solidariteit blijft geboden.
Dit is de eerste in een reeks zomercolumns over politieke veranderingen in de afgelopen veertig jaar