Honderd Jaar Nieuwe Kiezers: 'Nieuwe kiezers anno 2017: zes jongeren over hun eerste kans om te stemmen.''
Jongeren lopen over het algemeen niet erg warm voor Kamerverkiezingen. De opkomst onder hen is meestal relatief laag. De afgelopen decennia is de nodige moeite gedaan hen meer bij de politiek te betrekken. Ook in de aanloop naar de verkiezingen van 15 maart 2017 hebben politici het nodige uit de kast gehaald om de circa 850.000 jongeren die dit jaar voor het eerst mogen stemmen naar de stembus te lokken. Gebruik maken van social media lijkt daarbij het toverwoord. Kandidaat-Kamerleden zijn actief op Facebook, in het nieuws werd melding gemaakt van vloggende politici en snapchattende ministers, en de jongerenorganisatie van GroenLinks plaatste aan het begin van de campagne een veelbekeken filmpje op YouTube van een fictief computerspel waarin Jesse Klaver Geert Wilders overwon.
Sinds de invoering van het actief kiesrecht voor alle mannen boven de 25 jaar – dit jaar precies een eeuw geleden – werd het electoraat meermalen uitgebreid. Zo kregen vrouwen het stemrecht (1919) en werd de kiesgerechtigde leeftijd verlaagd naar 18 jaar (1946-1972). Ook de naoorlogse dekolonisatie, de Europese integratie en de komst van gastarbeiders leverden nieuwe categorieën kiezers op.
De serie ‘Honderd jaar nieuwe kiezers’ – verzorgd door het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis i, de afdeling Politieke Geschiedenis van de Radboud Universiteit en de Kiesraad i – brengt wekelijks in kaart hoe deze ‘first time voters’ naar de stembus werden gelokt en wat hun ervaringen waren.