Onzekerheid
Er is niets zo onzeker als de toekomst. Dat geldt evenzeer voor het persoonlijke leven als voor nationale en internationale ontwikkelingen. Iedereen kan worden getroffen door noodlot als ziekte, ongeluk of terugval in inkomen, zoals zich gelukkig ook onverwachte gunstige wendingen kunnen voordoen. Of nationaal de werkgelegenheid kan groeien of de zorg op peil blijft, is ongewis. Internationaal zijn ontwikkelingen soms onvoorspelbaar. De verkiezing van Trump was tamelijk onverwacht en de Brexit leek er lange tijd niet te komen. Hoe het met de situatie aan de zuidgrenzen van de Europese Unie gaat, is eveneens onzeker en dat heeft invloed op de aantallen vluchtelingen. Negatieve ontwikkeling van de wereldhandel, bijvoorbeeld door meer protectionisme, is iets dat ons kan 'overkomen'.
Dat betekent niet dat we zelf of als land geheel weerloos en afhankelijk zijn. Het aanpassen van de levensstijl kan de kans op ziekte verminderen, deelname aan verenigingen of aan maatschappelijke activiteiten kan zorgen voor een groter sociaal netwerk en de eigen positie op de arbeidsmarkt versterken. Verder kunnen fiscale maatregelen, afspraken met werkgevers- en werknemersorganisaties en doelgerichte subsidies zorgen voor behoud of herstel van werkgelegenheid. Internationale samenwerking kan helpen bij het verminderen van de terreurdreiging, bij het bevorderen van handel en economische activiteit, bij het in de hand houden van migratiestromen en bij de klimaataanpak.
Dat daarbij nationaal vaak (moeilijke) keuzes moeten worden gemaakt, staat buiten kijf. Er zijn bijvoorbeeld enerzijds uit humanitair oogpunt zeer goede redenen om oorlogsvluchtelingen op te vangen, toe te laten en te huisvesten, maar anderzijds is er het besef dat dit druk legt op onze samenleving. De draagkracht bij opvang is niet onbeperkt. Bovendien is er het besef dat toegelaten asielzoekers moeten inburgeren en deel moeten gaan uitmaken van onze samenleving. Het vinden van een evenwicht daarin wordt nog lastiger als andere landen zich aan hun verantwoordelijkheid onttrekken. Maar het uit de hand laten lopen van de vluchtelingenproblematiek is evenmin wenselijk.
Onzekerheid is een gegeven van het bestaan. Het lijkt er op dat die sterker wordt ervaren dan pakweg veertig jaar geleden. Toen was er een constante, maar niet acute dreiging vanuit Oost-Europa. Nu is er een veel ongrijpbaardere en willekeurige dreiging van terrorisme. Ook toen vonden grote verschuivingen plaats in de economie, maar was er optimisme dat we nieuwe uitdagingen wel aankonden. Nu wordt dat optimisme zeker niet door iedereen gedeeld. We willen terecht ons hoge niveau van welvaart behouden, net als verworven vrijheden, leefpatronen en rechten. Er is twijfel of dat zal lukken. De kwetsbaarheid is voelbaar en bevordert onzekerheid. Bij de verkiezingen van woensdag zullen die onzekerheden ongetwijfeld een grote rol spelen. Veiligheid, werk, zorg, pensioenen, integratie: bij al die vraagstukken gaat het om de vraag hoe we daarover (grotere) zekerheid kunnen krijgen. In dat licht is het opvallend dat juist groepen die zich het meest onzeker zeggen te voelen, zich vaker lijken te wenden tot partijen die de onzekerheid alleen maar flink laten toenemen.
Want uiteraard kunnen we de EU verlaten (of daarover een referendum organiseren), maar zeker is dat juist dat tot grote onzekerheid zal leiden. Willen bedrijven na een Nexit nog wel hier investeren, hoe zullen te sluiten handelsverdragen met afzonderlijke landen uitpakken, welke beperkingen worden opgelegd aan het vrije verkeer van personen, diensten en kapitaal? Hoe onzeker wil je het hebben? Dat geldt uiteraard ook voor bijvoorbeeld de aanpak van de klimaatproblematiek. Er zijn partijen die willen afzien van maatregelen. Vraag is wat de rekening voor volgende generaties zal zijn als we nu niets doen, niet alleen nationaal, maar vooral mondiaal. Voortgaande opwarming leidt immers tot onbewoonbare streken in Afrika, met nieuwe migratiestromen als gevolg. De onzekerheid zal daardoor juist enorm toenemen.
Wie iets meer zekerheid over de nabije politieke toekomst wil, kan via debatten en informatie over de kandidaten tot een betere keuze komen. Wie worden onze vertegenwoordigers, wat willen ze precies en wat kunnen zij voor ons betekenen? Op één na beantwoordden partijen die vragen. Met uitzondering van Fleur Agema nam echter geen enkele PVV-kandidaat deel aan debatten in den lande. Op de site van de PVV stonden alleen de namen van de kandidaten, verdere informatie over hen ontbrak (informatie was overigens wel - soms noodgedwongen summier - te vinden op parlement.com of via voorkeurstemwijzer.com). Enigszins wantrouwend maakt dan ook nog een verzoek van de PVV-Limburg aan die site om de gegevens over een kandidaat geheel te verwijderen. De reden: daar zijn kiezers toch niet in geïnteresseerd.... Je zou er nog onzekerder van worden.
Onzekerheid is een gegeven, maar juist ten aanzien daarvan zijn er significante verschillen tussen partijen. Kiezers kunnen op 15 maart bij het maken van een keuze dus wel degelijk invloed hebben op de mate van die onzekerheid.