Teruggezonden

23 december 2011, column Bert van den Braak

De afwijzing door de Senaat van het initiatiefvoorstel-Thieme bracht PVV-leider Geert Wilders ertoe nog eens aan te dringen om de Eerste Kamer nu maar snel af te schaffen. Ik zou zeggen: wat let hem of zijn fractie om daarover een initiatiefvoorstel in te dienen. Het kan niet zo moeilijk zijn om zo'n voorstel te schrijven en het is, net als bij het voorstel over het ceremoniële koningschap, met wat knip- en plakwerk eenvoudig een bijbehorende memorie van toelichting te maken.

Het standpunt van de PVV (=Geert Wilders) over de Eerste Kamer is op zich wel opmerkelijk. Hij was immers geruime tijd als VVD-Kamerlid vóór het bestaan van de Eerste Kamer. Zijn toenmalige partij verdedigde vurig het tweekamerstelsel en ieder voorstel tot hervorming van de Senaat, zoals invoering van een terugzendrecht, werd bestreden. Van enig verzet van hem tegen de Eerste Kamer werd toen niets gehoord.

Nu is verandering van standpunt door politici uiteraard toegestaan. Voortschrijdend inzicht heet dat. PVV'er Martin Bosma vond de multiculturele samenleving zo'n tien jaar geleden nog prachtig. Hij zag in de veranderde bevolkingssamenstelling een goede reden om zijn multiculturele radiostation (Colorful Radio) krachtig te promoten. Inmiddels bestrijdt hij net zo vurig iedereen die nog steeds vindt dat nieuwkomers een eigen plaats in onze samenleving verdienen.

De afwijzing van het voorliggende voorstel-Thieme kan als het negeren van 'de volkswil' worden uitgelegd, maar je kunt net zo goed zeggen dat het verstandig is om bij een zo'n gevoelig onderwerp waarbij mede de godsdienstvrijheid in het geding is, uiterste zorgvuldigheid te betrachten en niet overijld te besluiten. Dat komt sommige partijen nu slecht uit, maar kan op andere momenten juist als een zegen worden gezien. Wie overigens echt vindt dat de Eerste Kamer volstrekt overbodig is, kan zich het beste onthouden van iedere inhoudelijke bijdrage aan Senaatsdebatten en gewoon het stemgedrag van de Tweede Kamerfractie kopiëren.

Vraag is of de gang van zaken rond het voorstel-Thieme ook bij andere partijen niet tot nieuwe inzichten zal leiden over de Eerste Kamer. D66 is bijvoorbeeld voorstander van afschaffing van de Senaat. Uit de stellingname over het voorstel-Thieme kan worden afgeleid dat die partij nu toch niet zo ongelukkig is met het bestaan van de Senaat. D66 wil overigens - zolang afschaffing er nog niet in zit - vooralsnog invoering van een terugzendrecht in combinatie met constitutionele toetsing (hoe staat het daarmee overigens, mevrouw Sap?) en dus kun je zeggen, dat de opstelling van de D66-Senaatsfractie niet strijdig is met het verkiezingsprogramma.

De PvdA is eveneens voorstander van een terugzendrecht in plaats van een vetorecht. In het verleden was die partij vóór afschaffing van de Senaat, maar een commissie onder leiding van de Leidse hoogleraar Rudy Andeweg bepleitte in 2005 de Eerste Kamer om te vormen tot een Reflectie-Kamer. Die Kamer moet de taak van de Raad van State bij advisering over wetgeving grotendeels overnemen, zij het dat de advisering pas na behandeling in de Tweede Kamer plaatsvindt. De Tweede Kamer dient vervolgens het laatste woord te krijgen. In het verkiezingsprogramma uit 2010 blijft in het midden of na terugzending alsnog de Senaat een oordeel moet geven, maar impliciet valt op te maken dat dit niet zo is.

De gang van zaken rond het voorstel-Thieme zou wel eens als uitkomst kunnen hebben, dat wederom blijkt dat we het veelvuldig bepleitte terugzendrecht al kennen. Zelden is een veto van de Senaat immers het laatste woord. Of het nu ging om de herindeling Twente (vorming van Twentestad), om bevordering van deeltijdarbeid, de regeling van aanbestedingen of - veel eerder al - de regeling van abortus of de invoering van de toto, in de praktijk bleek vaak dat verwerping door de Eerste Kamer werd gevolgd door een nieuw en vaak beter voorstel.

Dat zou bij het initiatiefvoorstel-Thieme ook wel eens het geval kunnen zijn. Het is waar dat uit democratisch oogpunt het eindoordeel over wetsvoorstellen het beste bij de Tweede Kamer kan liggen. Als de Eerste Kamer echter niet zo zeer blokkeert, maar vooral corrigeert, is het vetorecht van de Senaat veel minder 'hinderlijk' dan vaak wordt gedacht.



Andere recente columns