Very courageous
Een internationaal bekend eufemisme luidt: ‘You have been very courageous’. Wat letterlijk betekent: U bent heel moedig geweest. Maar, wat onder politici werkelijk betekent: ‘Wat ben jij naïef geweest!’ In de afgelopen twee weken waren er in en rond het Binnenhof nogal wat mensen die van Jolande Sap, de fractievoorzitter van GroenLinks in de Tweede Kamer, zeiden dat zij ‘erg moedig’ was. Zij bedoelden iets anders: zij is wel erg naïef. Daarbij lieten zij in het midden, of zij dachten dat haar partij haar optreden niet zou aanvaarden, of dat zij zich om de tuin had laten leiden door de minister-president.
Haar moedige optreden als politieke leider, twee maanden na aantreden, is zeker niet naïef geweest voor zover het de steun of in elk geval tolerantie betreft van haar eigen partij. Al zal mevrouw Sap ook wel aan haar congres hebben gezien, dat het ten dele een kwestie van generaties is. De jongere aanhang van GroenLinks is gemiddeld een stuk vrijzinniger dan de oudere leden en activisten; overigens is die ook minder trouw. Dat generatieverschil is het product van het leiderschap van Paul Rosenmöller en Femke Halsema, op wier schouders Jolande Sap nu staat.
Het is daarom juist goed geweest het besluit om mee te doen aan de politiemissie in Kunduz, Afghanistan, tegenover het congres te verantwoorden. Ook al heeft dat laten zien dat de partij over het besluit van de Kamerfractie diep verdeeld is. Een verdeeldheid die de Kamerfractie beter niet te dikwijls kan voeden, omdat de partij die dan niet zou overleven. De toestand in GroenLinks is in dat opzicht niet heel veel beter dan die in het CDA, waar de regeringsdeelname de partij in tweeën heeft gespleten.
Dat is allemaal geen reden om af te zien van het soort besluit dat GroenLinks in de Tweede Kamer heeft genomen. Hoewel radicaal linkse partijen een traditie hebben van directe democratie die aan volksvertegenwoordigers weinig eigen beoordelingsruimte laat, heeft GroenLinks zich blijkbaar van die oude ideologische veer weten te ontdoen. Op grondslag van het eigen programma moeten volksvertegenwoordigers naar bevind van zaken kunnen handelen. Zij zijn geen mandaathouders, maar gevolmachtigden. Jolande Sap heeft glashelder uitgedrukt, ook al vóór het congres, dat zij zichzelf ziet als gevolmachtigde. Dus leverde zij ook verantwoording achteraf en maakte zij haar besluit niet van instemming vooraf afhankelijk. Ook dat getuigde in haar politieke kring van moed, maar dan wel een moed die duidt op het tegendeel van naïveteit.
Is zij misschien naïef geweest over de bedoelingen van de minister-president van een toch niet bepaald bevriende coalitie? Dat is niet waarschijnlijk. Mark Rutte had veel internationaal prestige geïnvesteerd in zijn bereidheid aan een politiemissie in Afghanistan mee te werken. Daarmee had hij zichzelf voor het blok gezet, want hij wist dat de PVV geen medewerking zou verlenen. Hij had GroenLinks dus nodig, omdat ook de PvdA niet wilde meewerken.
Misschien zijn er twee mensen tegelijk met hun moedige vergelijk naïef geweest, zowel Jolande Sap als Mark Rutte: door hun geloof dat de missie de vorm zal aannemen die zij beiden zijn overeengekomen. Er is geen reden aan te nemen dat de premier bezig is geweest Jolande Sap in een of andere fuik te laten lopen. Dat zou niet alleen misdadig zijn, gelet op het feit dat er mensenlevens mee zijn gemoeid. Het zou ook ongehoord dom zijn, want heel of half bedrog in dit soort kwesties komt altijd uit. Daar zijn geen ‘Wikileaks’ voor nodig.
Er was ten slotte moed nodig voor medewerking aan een concreet voornemen van deze coalitie waarvan GroenLinks het bestaan als zodanig verwerpelijk vindt. Niet meewerken zou uiteindelijk echter niet het kabinet beschadigen, maar Nederlands goede naam in de wereld, niet alleen bij de NAVO trouwens.
Veel burgers, die niet denken in eufemismen, zullen net als de leden van GroenLinks diep respect hebben gekregen voor het optreden van de Jolande Sap, ook als zij het niet met haar eens zijn. Saps leiderschap in haar politieke kring is binnen twee maanden gevestigd: niet dankzij naïveteit maar dankzij de bereidheid risico te nemen, het waarmerk van echt leiderschap, in en buiten de politiek.