Bos en Wellink maken verwijten aan buitenlandse toezichthouders

De Belgische en Britse toezichthouders hebben in 2008 De Nederlandsche Bank (DNB) onvolledig geïnformeerd over de financiële positie van Fortis en Royal Bank of Scotland (RBS) toen die ABN Amro wilden overnemen. Als die informatie wel bekend was geweest, had DNB-president Nout Wellink mogelijk geen toestemming gegeven voor de overname. Minister Wouter Bos zou hem daarin gevolgd zijn, want zij trokken bij de toetsing samen op. Dat bleek op de laatste dag van de verhoren door de Commissie-De Wit.

Bos en Wellink namen in 2008 samen het besluit om een Verklaring van geen bezwaar (Vvgb) af te geven voor de overname en splitsing. Volgens beiden waren de mogelijkheden om dat tegen te houden gering. DNB bedong nog wel dat er nadere voorwaarden werden gesteld. Bos benadrukte dat er voor hem, na de toetsing van de soliditeit en transparantie van de biedende partijen door DNB, nog slechts een beperkte rol overbleef. Er was en is volgens hem geen enkele reden om aan de autoriteit van DNB te twijfelen.

Het beeld dat Rijkman Groenink eerder schetste over de overname van ABN Amro klopt volgens Bos niet. De Raad van Bestuur van ABN Amro adviseerde de aandeelhouders neutraal over het aanbod en van een 'vijandige' overname is dus geen sprake geweest. Als dat wel het geval was geweest, had de Raad van Bestuur volgens Bos negatief moeten adviseren. De positie van ABN Amro was, zo stelde Bos, bovendien bepaald niet rooskleurig.

Bos noemde de economische voorspellingen van het Centraal Planbureau voor 2009 'waardeloos'. Dat was die instelling echter niet aan te rekenen, omdat in geen enkel model, waar ook ter wereld, de enorme gevolgen van de kredietcrisis konden worden overzien. Lange tijd werd gedacht dat kapitaalinjecties voldoende waren om de banken te steunen.

Hij sprak nogmaals de verwachting uit dat de belastingbetaler uiteindelijk niet zal opdraaien voor de steunoperaties voor de banken, omdat het geld (met rente) zal worden terugbetaald. Hij aanvaardt de volledige politieke verantwoordelijkheid voor het beleid om de kredietcrisis te bestrijden.

Bos vindt dat Nederland economisch te klein is om de risico's van een grote financiële sector te dragen. Als het misgaat met banken, is dat in landen als Frankrijk en Duitsland nog wel op te vangen, maar voor Nederland is dat veel moeilijker.

bron: PDC