Groenink rekende bij overname ABN Amro op weigering 'verklaring van geen bezwaar'

Vandaag kwam de overname van ABN Amro uitvoerig aan de orde bij de commissie-De Wit. Verhoord werden de voormalige voorzitter van de Raad van Bestuur van ABN Amro, Rijkman Groenink, en de voormalig president-commissaris, de Amerikaan Arthur Martinez. Volgens de laatste had Groenink de kosten van de bank zo hoog laten oplopen dat de bank geen zelfstandig bestaansrecht meer had.

Rijkman Groenink, opgejaagd door het Britse hedgefonds TCI dat betere resultaten wilde, zette in op een fusie met de Britse bank Barclays. Toen diende Fortis, de Royal Bank of Scotland en Banco Santander zich aan, met een 'bizar hoog' bod (71 miljard euro). Deze 'evident vijandige' overname vond Groenink overantwoord. Hij had er op gerekend dat de minister van Financiën Bos en Nederlandsche Bank directeur Wellink deze overname wel zouden tegenhouden: 'nog nooit heeft een toezichthouder met een vijandige overname van een bank ingestemd', zo verklaarde Groenink. Dan zou ABN Amro alsnog met Barclays hebben kunnen fuseren.

Groenink betreurt dat toen die verklarting van geen bezwaar voor de 'vijandige overname' wel kwam, hij niet is afgetreden. Maar als een kapitein op een schip had Groenink als laatste van boord willen gaan. Daar heeft hij nu spijt van. Ook betreurt hij dat hij er niet in is geslaagd het ministerie van Financiën en de Nederlandsche Bank er van te overtuigen dat de overname door het bankentrio geen goede zet was.

En als Groeninks opzet, een fusie met Barclays, was doorgegaan? Dan was in Groeninks visie alles heel anders gelopen. ABN Amro en Barclays zou een prima combinatie zijn geweest, die de crisis goed zou hebben doorstaan. Barclays heeft het zonder staatssteun gered. De 30 miljard die de staat nu op tafel heeft gelegd voor ABN Amro zou dan niet nodig zijn geweest. Maar hij verwijt het ministerie en de Nederlandsche Bank niets. Volgens Groenink hebben die naar eer en geweten gehandeld.

bronnen: ANP en de Volkskrant, 4 februari 2010