Het verdriet van 'Links'
Er zijn natuurlijk uitzonderingen - zoals in Noorwegen en Griekenland - maar voor het overige staat 'Links' er in Europa droevig voor. Labour is op weg naar een historische nederlaag; de PS in Frankrijk, de SPD in Duitsland en de Democratische Partij in Italië hebben die al achter zich, evenals de Vlaamse en Waalse socialisten. De Partij van de Arbeid bibbert van de angst voor de eerstvolgende raadsverkiezingen en hoopt dat de verkiezingen voor de Tweede Kamer niet vóór 2011 zullen plaatsvinden.
De vraag is waarom 'Links' als geheel er zo treurig bij staat, maar toch vooral de sociaaldemocratie. Waarschijnlijk gaat het om een combinatie van structurele ontwikkelingen en tijdelijke humeuren onder de kiezers.
Voorop staat dat de opkomst bij verkiezingen in de meeste landen van Europa sinds de jaren zestig geleidelijk is achteruit gegaan. Het maakt daarbij uit of er voor het nationale parlement moet worden gestemd of voor de lokale dan wel de Europese volksvertegenwoordiging. Het lastige van een lage opkomst is, dat daarbij ontevredenheid wordt gemobiliseerd alsmede de neiging tot experimenteren met de stem. Voor traditionele partijen is dat vervelend; de sociaaldemocratie lijdt voorts onevenredig onder thuisblijvende kiezers.
Dalende opkomst gaat gepaard met structurele daling van de aanhang van de oude volkspartijen in Europa, de christendemocratie en de sociaaldemocratie, dan wel (zoals in Frankrijk en Italië) de oude communistische volkspartijen. Stemmen langs lijnen van religie en klasse, in het industriële tijdperk vaste praktijk, is geleidelijk bezig overal te verdwijnen. Dat maakt traditionele partijen niet kansloos, maar hun lot is wel veel riskanter geworden.
In landen als Duitsland, België en Nederland weet de christendemocratie zich, juist in onzekere tijden, nog redelijk te handhaven, omdat zij als een waarborg wordt gezien voor stabiliteit. Die faam wordt partijen van 'Links', inclusief de sociaaldemocratie, niet gegund; nu niet, maar ook niet in vroeger tijd.
Dus is het geen wonder dat, nu de economische ontwikkeling lijdt onder achteruitgang, sociaaldemocraten en andere partijen van 'Links' flinke klappen krijgen. Net als in de jaren dertig en tachtig geven kiezers in onzekere tijden de voorkeur aan meer conservatieve stromingen. Het is dat het CDA een zwakke leiding heeft; anders zou het er nu beter voor staan.
'Links', de sociaaldemocratie in het bijzonder, is sinds de jaren tachtig ofwel gefragmenteerd, zoals in Duitsland en Nederland, ofwel ten prooi geraakt aan innerlijke verdeeldheid. Vooral de Franse PS en de Italiaanse Democraten lijden onder ernstige verdeeldheid. In Duitsland en in ons land wordt de sociaaldemocratie plat gedrukt door Groenen enerzijds (al dan niet tezamen met links-liberalen à la D66) en populistisch links anderzijds. Als men de stemmen van SPD, Die Linke en Grünen in Duitsland bij elkaar telt, komt men ongeveer uit op de aanhang die de SPD ooit alleen behaalde.
In totaal staat 'Links' in Nederland er kwantitatief niet eens slecht voor, zeker als de treurige uitslag van 2002 niet wordt meegeteld. Alleen, er zijn nu vier partijen voor nodig, waarvan geen zich meer echt de grote partij van 'Links' kan noemen. Al doet de Partij van de Arbeid nog graag alsof: in gemeenteraden is dat misschien terecht; niet in de Tweede Kamer waar de SP nauwelijks kleiner is.
Desondanks is ook in de PvdA en in de SPD sterke verdeeldheid waar te nemen, tussen kosmopolitische verwanten van Groen en links-liberaal en meer provinciaal en behoudend denkenden, die zich met de SP, respectievelijk Linke verwant voelen.
Een goed Nederlands voorbeeld vormde de nota van het bestuur van de PvdA over immigratie en integratie, dit voorjaar*. Daarover ontstond een hartig intern debat, dat alleen daarom redelijk goed afliep, omdat het partijcongres (vol met lokale bestuurders) zowel kritisch als gematigd debatteerde en stemde. De chefs in Amsterdam en Den Haag waren even de weg kwijt.
Het komt er voor de PvdA op aan het interne debat over de herziening van de AOW, met een vijandige leiding van de FNV op haar hals, beter en systematischer te voeren met haar kader en aanhang. Anders kent het verdriet van 'Links' geen grenzen. De PvdA heeft, net zomin als welke partij ook, recht op het eeuwige leven.
*Zie mijn column, 30 januari 2009