Overzicht Verenigde Vergaderingen
Behalve vergaderingen op Prinsjesdag1 en (tot 1983) ter opening of sluiting van de zitting2 van het parlement, worden ook over andere onderwerpen Verenigde Vergaderingen3 gehouden. Dit gaat bijvoorbeeld over Grondwettelijke regelingen, herdenkingen, of ontvangsten van buitenlandse delegaties.
Over de volgende gelegenheden is in het verleden een Verenigde Vergadering gehouden:
Inhoud
De vergaderingen werden gehouden in de plenaire zaal van de Eerste Kamer, tenzij anders is vermeld.
3 december 2013
In deze Verenigde Vergadering werden behandeld: 1. een wetsvoorstel tot benoeming van koningin Máxima tot regentes van het Koninkrijk en van prins Constantijn tot regent van het Koninkrijk voor het geval er een minderjarige troonopvolger zou zijn; 2. een wetsvoorstel tot bepaling van de jaarlijkse uitkering aan de regent en 3. een wetsvoorstel tot regeling van het ouderlijk gezag over de minderjarige koning en het toezicht daarop.
Het woord wel alleen gevoerd door D66-senator Engels4, voorzitter van de commissie van voorbereiding, en door premier Rutte5. De drie wetsvoorstellen werden zonder stemming aangenomen. De vergadering werd gehouden in de Ridderzaal.
3 juli 2001
In deze vergadering werd het voorstel van rijkswet tot toestemming voor het huwelijk van prins Willem-Alexander6 (1967) met Máxima Zorreguieta7 behandeld. Deze vergadering vond plaats in de Ridderzaal.
Het woord werd gevoerd door de fractievoorzitters uit de Tweede Kamer Melkert8 (PvdA), Dijkstal9 (VVD), De Hoop Scheffer10 (CDA), Rosenmöller11 (GroenLinks) en De Graaf12 (D66) en de fractievoorzitters uit de Eerste Kamer Veling13 (ChristenUnie) en Holdijk (SGP). Namens de regering voerde premier Kok het woord.
Minderheden van de fracties van GroenLinks, PvdA en D66 (in totaal vijftien leden) stemden tegen, deels vanwege republikeinse opvattingen en deels vanwege het omstreden verleden van de vader van Máxima. De zeven SP-leden waren niet aanwezig.
10 april 2001
In deze vergadering werd het voorstel van rijkswet tot toestemming voor het huwelijk van prins Constantijn (1969) met Petra Laurentien Brinkhorst behandeld.
Het woord werd gevoerd door de Tweede Kamerleden Rehwinkel (PvdA), Te Veldhuis (VVD), Scheltema-de Nie14 (D66) en Van Middelkoop15 (ChristenUnie) en de Eerste Kamerleden Pastoor16 (CDA), De Boer17 (GroenLinks) en Holdijk (SGP). Namens de regering voerde premier Kok kort het woord.
Van GroenLinks stemden vier Eerste Kamerleden en één Tweede Kamerlid vanwege principiële redenen tegen.
30 mei 2000
In deze vergadering werd het voorstel van rijkswet voor het verlenen van toestemming voor het huwelijk van prins Bernhard jr. (1972) met Annette Sekrève behandeld. De leden Zwerver18, Pitstra19, Van Schijndel20 en Platvoet21 (allen GroenLinks) lieten aantekenen dat zij geacht wensten te worden tegen te hebben gestemd.
31 maart 1998
In deze vergadering werd het voorstel van rijkswet tot toestemming voor het huwelijk van prins Maurits met Marie-Hélène Angela van den Broek behandeld. Het woord werd gevoerd door de Tweede Kamerleden Van der Burg22 (CDA), Te Veldhuis23 (VVD), Rehwinkel24 (PvdA), Rouvoet25 (RPF26), Aiking-van Wageningen27 (Groep-Nijpels28), Schutte29 (GPV30) en Th. Hendriks31 en de Eerste Kamerleden Tiesinga-Autsema32 (D66) en Holdijk33 (SGP). Namens de regering voerde premier Kok34 kort het woord. Het wetsvoorstel werd aangenomen met alleen de SGP tegen.
22 maart 1994
Behandeld werd het voorstel van rijkswet Bepalingen inzake de beëdiging van de regent (4, R1374). Het woord voerde Eerste Kamerlid Postma35 en premier Lubbers. Het wetsvoorstel werd met algemene stemmen aangenomen.
In deze vergadering werd tevens een algehele wijziging van het Reglement van Orde van de Verenigde Vergadering behandeld. Het woord werd hierbij gevoerd door het Tweede Kamerlid Jurgens36 en Eerste Kamervoorzitter Tjeenk Willink37, die het voorstel verdedigde.
Aangezien de Voorzitter het woord voerde, werd de vergadering geleid door de laatst afgetreden voorzitter, Steenkamp37. Het nieuwe reglement werd met algemene stemmen aangenomen.
9 juni 1981
In deze Verenigde Vergadering, die voorafging aan de sluiting van de zitting 1980/1981, werd een nieuw Reglement van Orde van de Verenigde Vergadering behandeld.
Aanpassing was nodig omdat het reglement nog niet was aangepast aan de uitbreiding van het ledental in 1956, er nog oude spelling werd gebruikt en procedures aan modernisering toe waren. Het nieuwe reglement werd met algemene stemmen aangenomen.
Verder werden behandeld: 1. een wetsvoorstel tot benoeming van Prins Claus38 tot regent van het Koninkrijk en van Prinses Margriet tot regentes van het Koninkrijk voor het geval er een minderjarige troonopvolger zou zijn; 2. een wetsvoorstel tot benoeming van een voogd en tot regeling van de voogdij over de minderjarige koning
Beide voorstellen werden zonder stemming aangenomen. De fracties van de PSP39 uit beide Kamers kregen aantekening dat zij geacht werden tegen te hebben gestemd.
28 maart 1950
In deze vergadering werden behandeld de wetsvoorstellen 1. benoeming van een regent in geval van erfopvolging tijdens minderjarigheid van de troonopvolger; en 2. benoeming van een voogd en regeling van de voogdij over de minderjarige koning. Prins Bernhard40 werd aangewezen als voogd en regent.
Het woord werd gevoerd door Gortzak41 (CPN), Tweede Kamervoorzitter Kortenhorst42 (namens de commissie van rapporteurs) en het CHU-lid Schmal43. Namens het kabinet sprak viceminister-president Van Schaik44 Beide voorstellen werden zonder stemming aangenomen. De leden van de CPN waren bij de stemming afwezig. De vergadering werd gehouden in de Ridderzaal.
8 en 10 oktober 1947
In deze Verenigde Vergadering werd behandeld een wetsvoorstel waardoor het voor koningin Wilhelmina mogelijk werd zich in verband met haar gezondheid tijdelijk te laten vervangen door prinses Juliana45. Het wetsvoorstel werd met algemene stemmen aanvaard. De vergadering vond plaats in de plenaire vergaderzaal van de Tweede Kamer.
19 en 31 maart en 9 april 1909
Het wetsvoorstel tot aanwijzing van koningin-moeder Emma tot regentes in het geval er een minderjarige troonopvolger zou zijn, werd behandeld. Mocht Emma overlijden dan zou prins Hendrik als regent optreden. Prins Hendrik werd aangewezen als voogd over de (eventuele) minderjarige troonopvolger.
Het wetsvoorstel werd ingediend in verband met de aanstaande bevalling van koningin Wilhelmina. Het werd zonder stemming aangenomen (ook de sociaaldemocraten46 stemden voor). De vergadering vond plaats in de plenaire vergaderzaal van de Tweede Kamer.
12 en 14 november 1890
In deze vergaderingen werd behandeld: het wetsvoorstel tot benoeming van een regentes van het Koninkrijk (koningin Emma47) zolang de koning niet in staat was te regeren. Het wetsvoorstel werd aangenomen. Het verscheen in Staatsblad48 170 van 14 november 1890.
28 en 29 oktober 1890
In deze vergaderingen werd behandeld: het verslag van de ministerraad over het buiten staat geraken van koning Willem III om de regering nog langer waar te nemen.
Op 29 oktober verklaarde de vergadering dat er sprake was van die toestand. De Raad van State trad op grond van deze constatering, bij het ontbreken van een regent, op als waarnemer van het koninklijk gezag.
30 april en 2 mei 1889
Op 2 mei verklaarde de Verenigde Vergadering dat de koning weer in staat was om te regeren. Een wetsvoorstel over het benoemen van een regentes werd op grond daarvan niet, zoals eerst wel in de bedoeling lag, ingediend.
2 en 3 april 1889
In deze vergaderingen werd behandeld: het verslag van de ministerraad49 over het buiten staat geraken van koning Willem III50 om de regering nog langer waar te nemen.
Op 3 april verklaarde de vergadering dat inderdaad sprake was van die toestand. De Raad van State51 trad op grond van deze constatering, bij het ontbreken van een regent, op als waarnemer van het koninklijk gezag.
16 en 18 juli en 11 en 12 september 1888
Behandeld werd een wetsvoorstel tot regeling der voogdij over H.K.H. prinses Wilhelmina52, voor het geval zij bij troonsopvolging minderjarig zou zijn. Het wetsvoorstel werd aangenomen. Tevens stelde de Verenigde Vergadering een nieuw Reglement van Orde vast.
29 juli en 1 augustus 1884
In deze vergaderingen werd behandeld: een wetsvoorstel tot benoeming van een regentes voor het geval er een minderjarige troonopvolger zou zijn. Het wetsvoorstel werd aangenomen.
19 april en 1 en 2 mei en 19 juli 1850
Behandeld werd: een wetsvoorstel tot regeling der voogdij over de troonopvolger53 voor het geval er een minderjarige troonopvolger zou zijn. Dat voorstel werd aangenomen. Voorts werd behandeld een wetsvoorstel tot vaststelling van bepalingen ten aanzien van de aanvaarding van het regentschap54 (prins Hendrik55). Dat voorstel werd verworpen met 59 tegen 21 stemmen.
22 en 23 april 1849
Behandeld werd het Reglement van Orde56 van de Verenigde Vergadering.
Herdenkingen en ontvangsten vonden plaats in de Ridderzaal, met uitzondering van de viering van 500 Staten-Generaal. Die werd gehouden in de vergaderzaal van de Eerste Kamer.
6 december 2004
Herdenking Z.K.H. prins Bernhard der Nederlanden
24 maart 2004
Herdenking H.K.H. prinses Juliana der Nederlanden
9 oktober 2002
Herdenking Z.K.H. prins Claus der Nederlanden
16 oktober 2015
200 jaar Tweede en Eerste Kamer in Den Haag
30 april 2005
25-jarig regeringsjubileum koningin Beatrix57
11 december 1973
25 jaar Universele Verklaring van de Rechten van de Mens
9 januari 1964
500 jaar Staten-Generaal
18 oktober 1966
Ontvangst parlementaire delegaties uit Suriname en de Nederlandse Antillen
18 mei 1960
Ontvangst parlementaire delegaties uit Suriname en de Nederlandse Antillen
13 november 1947
Ontvangst van Right Hon. William L. Mackenzie King, eerste minister van Canada
11 oktober 1946
Ontvangst van veldmaarschalk J. Smuts, minister-president van de Unie van Zuid-Afrika
9 mei 1946
Ontvangst van Right Hon. Winston S. Churchill, MP
Op 7 februari 1984 ontvingen leden van beide Kamers in de vergaderzaal van de Tweede Kamer de Franse president François Mitterrand.
De Grondwet58 bepaalt dat een nieuwe Koning59 zo spoedig mogelijk na aanvang van zijn koninklijk gezag in Amsterdam in een openbare Verenigde Vergadering60 van de Staten-Generaal moet worden ingehuldigd. De Koning legt ten overstaan van de Staten-Generaal61 en delegaties van de Staten uit het Caribische deel van het Koninkrijk de eed of belofte af.
Meer over
- 1.De derde dinsdag van september is het Prinsjesdag. Normaal gesproken reed de koning op die dag in de Glazen Koets naar het Binnenhof en las in de Ridderzaal de troonrede voor. Zolang de verbouwing van het Binnenhof gaande is, is de Koninklijke Schouwburg in Den Haag tot ten minste eind 2028 de plaats waar de Verenigde Vergadering van Eerste en Tweede Kamer plaatsvindt en de troonrede wordt voorgelezen. In de troonrede staan de plannen van de regering voor het komende jaar.
- 2.Tot 1983 kende onze Grondwet het begrip parlementaire 'zitting'. Hiermee werd bedoeld de periode waarin de Staten-Generaal vergaderde. De Grondwet bepaalde dat er jaarlijks minstens een gewone zitting moest worden gehouden. Die werd (sinds 1887) op de Derde Dinsdag in September geopend en als regel kort voor die datum gesloten. Er konden ook buitengewone zittingen worden gehouden, als de gewone zitting op een eerder tijdstip was gesloten. Die eerdere sluiting kwam vooral voor na Kamerontbinding en verkiezingen.
- 3.Behalve vergaderingen op Prinsjesdag en (tot 1983) ter opening of sluiting van de zitting van het parlement, worden ook over andere onderwerpen Verenigde Vergaderingen gehouden. Dit gaat bijvoorbeeld over Grondwettelijke regelingen, herdenkingen, of ontvangsten van buitenlandse delegaties.
- 4.Rechtsgeleerde van D66-huize die als wetenschapper en politicus in de voetstappen van zijn leermeester Jan Vis stapte. Was docent staatsrecht en later bijzonder hoogleraar gemeenterecht/gemeentekunde (Thorbecke-leerstoel) in Leiden en bijzonder hoogleraar 'rechten decentrale overheden' (Oppenheim-leerstoeel) in Groningen. Kwam in 2004 in de Eerste Kamer en werd in 2010 fractievoorzitter, een functie die hij in 2018-2019 nog eens bekleedde. Sprak veelvuldig in debatten over binnenlands bestuur en constitutioneel bestel, maar ook over justitiële onderwerpen, zorg en integratie. Was voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis der Koningin. Van september 2018 tot 1 januari 2021 was hij waarnemend burgemeester van Loppersum.
- 5.Mark Rutte (1967) is sinds 1 oktober 2024 secretaris-generaal van de NAVO. Hij was van 14 oktober 2010 tot 2 juli 2024 minister-president en minister van Algemene Zaken. Sinds 2006 was hij politiek leider van de VVD. In 2006-2010 was de heer Rutte fractievoorzitter van de VVD in de Tweede Kamer. Hij was van 17 juni 2004 tot 28 juni 2006 staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap belast met wetenschapsbeleid, beroepsonderwijs en studiefinanciering. Daarvoor was hij bijna twee jaar staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid belast met onder andere volksverzekeringen, bijstand en arbeidsomstandigheden. De heer Rutte was eerder voorzitter van de JOVD en manager bij een werkmaatschappij van Unilever.
- 6.Koning Willem-Alexander bekleedt sinds 30 april 2013 het koningschap. Hij werd in 1967 geboren als oudste zoon van prinses Beatrix en prins Claus. Hij volgde onder meer een opleiding aan het Atlantic College in Wales en bij de Nederlandse Marine en studeerde geschiedenis in Leiden. De koning was bestuurslid van het Internationaal Olympisch Comité en was actief op het gebied van internationaal watermanagement. Sinds 2002 is hij gehuwd met de in Argentinië geboren Máxima Zorreguieta. De koning heeft drie dochters, van wie prinses Catharina-Amalia (de Prinses van Oranje) de vermoedelijke troonopvolgster is. Hij staat bekend als sportief, spontaan en open en ziet samenbinden, vertegenwoordigen en aanmoedigen als belangrijkste taken.
- 7.Máxima Zorreguieta is sinds 2 februari 2002 echtgenote van Willem-Alexander en sinds 30 april 2013 koningin. Zij hebben drie dochters, van wie prinses Catharina-Amalia (de Prinses van Oranje) de vermoedelijke troonopvolgster is. Koningin Máxima is geboren in Argentinië en werkte als bankemployé in New York en Brussel. Als prinses hield zij zich onder meer bezig met vraagstukken op het gebied van inburgering en met bevordering van microfinanciering. De rol van haar vader, die staatssecretaris was tijdens het Videla-regime, leidde tot spanningen rond haar huwelijksvoltrekking. Vanaf het moment van de verloving wist zij echter door haar spontaniteit en warmte de harten van de bevolking te veroveren. Werkt onder meer in VN-verband op gebied van microfinanciering en financiële gezondheid.
- 8.Gewiekste en ambitieuze PvdA-politicus die in 2002 Wim Kok opvolgde als partijleider, maar direct na de verkiezingsnederlaag aftrad. Aanvankelijk actief in de PPR en begin jaren tachtig secretaris van een jeugdforum. Stapte in 1982 over naar de PvdA en kwam voor die partij in 1986 in de Tweede Kamer. Spoedig een vooraanstaand lid en vanaf 1989 financieel woordvoerder. Kruiste in het eerste kabinet-Kok als minister van Sociale Zaken regelmatig de degens met minister van Financiën Zalm. Als fractievoorzitter hield hij strak de hand aan de fractiediscipline. Had het imago van carrièrepoliticus en bond daardoor moeilijk kiezers aan zich. Bète noire voor de aanhangers van Fortuyn. Na zijn vertrek uit de Haagse politiek werkzaam bij de Wereldbank, vicepresident van het Ontwikkelingsprogramma van de VN en in 2009-2011 VN-gezant voor Irak. Maakte in 2016-2022 deel uit van de Afdeling advisering van de Raad van State.
- 9.Flamboyante, goedlachse liberale voorman en minister die wars was van populisme. Kwam na een loopbaan als zelfstandig adviseur en het wethouderschap van Wassenaar in 1982 voor de VVD in de Tweede Kamer. Aanvankelijk een niet zo opvallende woordvoerder minderheden en welzijn. Werd in 1990 echter vicefractievoorzitter. Betoonde zich voorstander van samenwerking met de PvdA en werd in 1994 als 'bruggenbouwer' vicepremier in het (paarse) kabinet-Kok I. Na de verkiezingen van 1998 fractievoorzitter en politiek leider van de VVD. Verliet na de teleurstellende verkiezingen van 2002 de politiek en vervulde daarna vele bestuurs- en adviesfuncties. Jazzliefhebber, saxofoonspeler en met fractiegenote Annemarie Jorritsma enige jaren lid van het Tweede Kamercabaret.
- 10.CDA-politicus en diplomaat. Begon zijn loopbaan als ambassadesecretaris in Ghana en werd later secretaris van de minister van Buitenlandse Zaken. Kreeg als Tweede Kamerlid snel een goede naam als woordvoerder asielbeleid en buitenlandse zaken en volgde in 1997 Heerma op als fractievoorzitter. Slaagde er echter niet in de neergang van zijn partij om te buigen en aan zijn politiek leiderschap kwam najaar 2001 een einde na een machtsstrijd met partijvoorzitter Van Rij. Maakte in juli 2002 een comeback als minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Balkenende I. Stond bekend als atlanticus en zijn benoeming in december 2003 tot secretaris-generaal van de NAVO was daar feitelijk een logisch uitvloeisel van. Hij bekleedde aan de Leidse universiteit de Pieter Kooijmans-leerstoel. Is sinds 2018 minister van staat. Sportieve telg van een bekende Amsterdamse familie.
- 11.Paul Rosenmöller (1956) is sinds 13 juni 2023 voorzitter van de gezamenlijke PvdA/GroenLinks-fractie in de Eerste Kamer. Hij was sinds 11 juni 2019 lid van de GroenLinks-Eerste Kamerfractie en tevens fractievoorzitter. Tussen 1994 en 2002 was hij politiek leider van zijn partij, na in 1989 Tweede Kamerlid te zijn geworden. Eerder was hij vakbondsbestuurder, onder meer in de Rotterdamse haven. Stapte voor de verkiezingen van 2003 vrij onverwacht uit de politiek en werd programmamaker bij de IKON. Was na zijn Kamerlidmaatschap onder meer voorzitter van de VO-raad en bestuurslid van pensioenfonds ABP. Had als Tweede Kamerlid veel belangstelling voor het wel en wee van de Antillen.
- 12.Thom de Graaf (1957) is sinds 1 november 2018 vicepresident van de Raad van State. Daarvoor was hij van 7 juni 2011 tot 20 september 2018 Eerste Kamerlid voor D66. Van juni 2015 tot juni 2018 was hij tevens fractievoorzitter. In 2007-2012 was hij burgemeester van Nijmegen en van 1 februari 2012 tot 26 september 2018 was hij voorzitter van de Vereniging Hogescholen. De heer De Graaf werd op jonge leeftijd gemeenteraadslid in Leiden en was daarnaast topambtenaar op Binnenlandse Zaken. In 1994 werd hij Tweede Kamerlid. Hij was lid van de enquêtecommissie IRT. In 1997 volgde hij Wolffensperger op als fractievoorzitter en hij leidde de D66-fractie tijdens paars II en Balkenende I, maar stapte na de verkiezingsnederlaag van 2003 op. Keerde in het kabinet-Balkenende II terug als vicepremier en minister voor Bestuurlijke vernieuwing. Zag in 2005 zijn voorstel voor de gekozen burgemeester stranden in de Senaat en trad toen af.
- 13.Bescheiden, aimabele en gewaardeerde senator van het GPV en later van de ChristenUnie, waarvan hij in 2002 ook de eerste lijsttrekker werd. Als docent, rector en hoogleraar goed ingevoerd in het onderwijs. Was geïnteresseerd in toepassing van ICT, zowel in het onderwijs als op andere terreinen. Raakte na voor zijn partij teleurstellend verlopen Tweede Kamerverkiezingen oververmoeid. Toen hij niet opnieuw gekandideerd werd, trok hij zich terug uit de politiek en keerde hij terug naar het onderwijs. Was in 2011-2016 directeur van het Huis voor democratie en rechtsstaat (ProDemos).
- 14.Gedurende ruim twaalf jaar woordvoerster van de D66-Tweede Kamerfractie op het terrein van het binnenlands bestuur en een gedegen pleitbezorgster van bestuurlijke vernieuwing. Was wetenschappelijk medewerker staats- en administratiefrecht in Leiden, wetgevingsjuriste op het ministerie van Binnenlandse Zaken, (vice)partijvoorzitter, gemeenteraadslid en wethouder. Behalve bestuur en democratie hadden ook het politie- en ambtenarenbeleid en de relaties met de Antillen haar belangstelling. Echtgenote van oud-staatssecretaris Michiel Scheltema.
- 15.Gedegen en gerespecteerd lid van de Tweede Kamerfracties van GPV en ChristenUnie, die na vier jaar Eerste Kamerlidmaatschap minister van Defensie werd in het kabinet-Balkenende IV. Had het in die laatste functie veel moeilijker, onder andere vanwege de discussies rond de vredesmissie in Afghanistan. Zijn politieke loopbaan begon hij als medewerker van de Tweede Kamerfractie van het GPV, waarna hij in 1989 zelf Kamerlid werd. Hield zich met uiteenlopende onderwerpen bezig. Leidde in 1995-1996 het parlementaire onderzoek naar klimaatverandering. Daarnaast was hij nauw betrokken bij de parlementaire nasleep van het Srebrenicadrama en het vastleggen van betrokkenheid van de Tweede Kamer bij militaire missies. Na het uittreden van de PvdA-ministers was hij in 2010 acht maanden tevens minister voor Wonen, Wijken en Integratie.
- 16.Bezadigde CDA-bestuurder uit Drenthe, die een lange loopbaan in het binnenlands bestuur afsloot met een achtjarig lidmaatschap van de Eerste Kamer. Begon op de secretarie van Wassenaar en was daarna - net als zijn vader - burgemeester, in respectievelijk de gemeenten Workum, Hindeloopen en Smilde. Vervolgens twaalf jaar gedeputeerde van Drenthe. In de Eerste Kamer sprak hij met regelmaat over bestuurlijke onderwerpen, zoals gemeentelijke herindelingen, bestuurlijke samenwerking, het politiebestel, veiligheid en rampenbestrijding. Voerde ook soms het woord over volkshuisvesting.
- 17.Vooraanstaand politicus van GroenLinks, die in de Eerste Kamer als een geducht opposant gold van het kabinet-Lubbers III en de paarse kabinetten. Was ondernemer in de recreatie en gemeenteambtenaar in Zutphen. In de jaren tachtig voorzitter van de PPR en na zijn aftreden warm voorstander van klein-linkse samenwerking. Vanaf 1989 campagneleider van GroenLinks bij diverse verkiezingen. In 1991 volgde hij De Gaay Fortman op als senator en hij bleef dat ruim twaalf jaar. Slagvaardig debater met een bij tijd en wijle wat cynische ondertoon. Interpelleerde twee minister-presidenten. Deed in 1993 tevergeefs een poging om lijsttrekker van GroenLinks te worden. Was na zijn vertrek uit de Senaat wethouder van Leiden.
- 18.Eerste Kamerlid voor GroenLinks, die als hoofdfunctie coördinator leefbaarheid bij het stadsdeel Amsterdam-Osdorp had. Begon haar loopbaan als onderwijzeres in het speciaal onderwijs en werkte daarna onder meer bij organisaties op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. Was ook enige tijd in Kameroen werkzaam bij ontwikkelingsprojecten. Afkomstig uit de PSP. In de Eerste Kamer woordvoerster buitenlandse zaken, Europese samenwerking en ontwikkelingssamenwerking en op laatstgenoemde terrein voorzitter van de Kamercommissie. Had daarnaast zitting in diverse internationale parlementen. Na haar Kamerlidmaatschap actief op internationaal terrein, onder meer via het NDI (National Democratic Institute).
- 19.Kamerlid van GroenLinks, die bekend stond als 'de man met de rode shawl'. Sportieve buurtactivist uit Groningen. Kenner van de kraakbeweging. Behoorde als oud-PSP'er tot de linkervleugel van GroenLinks. Als Eerste Kamerlid woordvoerder op velerlei terreinen, waarbij hij bewindslieden en opponenten strijdbaar tegemoet trad. In de Tweede Kamerfractie van GroenLinks, waarnaar hij in 2001 tussentijds overstapte, lag hij minder goed vanwege zijn solistische optreden. Overtuigd Republikein en antimilitarist.
- 20.Amsterdamse pacifistisch-socialist en homo-activist, die vier jaar Eerste Kamerlid voor GroenLinks was. Afkomstig uit een eenvoudig arbeidersgezin; zoon van een huisschilder. Na zijn opleiding tot onderwijzer als dienstweigeraar te werk gesteld in Haarlem. Keerde later terug naar Amsterdam, ging daar pedagogie studeren en werd actief in de homobeweging. In 1980 lid van de Amsterdamse gemeenteraad voor de PSP. Schreef als raadslid onder meer een homo- en een prostitutienota en stelde het gebruik van traangas bij ontruimingen ter discussie. In de Eerste Kamer hield hij zich behalve met volksgezondheid onder meer met politie-aangelegenheden bezig.
- 21.Uit de PSP afkomstige senator van GroenLinks, die ondanks door hem regelmatig geopperde bezwaren tegen het instituut een actief lid van de Eerste Kamer was. Hield zich onder andere bezig met onderwerpen op het gebied van bestuurlijke vernieuwing en was daarnaast woordvoerder financiën, Antilliaanse zaken en Europese samenwerking. Opmerkelijk was het op zijn verzoek gehouden interpellatiedebat over een ingezonden brief van Prins Bernhard aan De Volkskrant. Was voorzitter van GroenLinks, schrijver van reis- en wandelgidsen en veranderingsmanager bij stadsdeel Amsterdam-Oost/Watergraafsmeer. Verder was hij gemeenteraadslid in Bussum en Amsterdam.
- 22.Tamelijk behoudende katholieke justitie- en politie-woordvoerder van het CDA in de Tweede Kamer. Was advocaat en wetgevingsjurist. Ondernam met Stoffelen (PvdA) een vergeefse poging om een parlementaire minderheid het recht op enquête te verlenen. Was zelf lid van de enquêtecommissie RSV en van de enquêtecommissie uitvoeringsorganen sociale zekerheid. Speelde een belangrijke rol bij de behandeling van het Nieuwe Burgerlijke Wetboek. Was voorzitter van de commissie voor Binnenlandse Zaken en later van de commissie voor Justitie.
- 23.In de Achterhoek geboren, maar in Zeeland woonachtige VVD'er die algemeen als een deskundig en gewaardeerd Tweede Kamerlid werd beschouwd. Aanvankelijk hield hij zich vooral bezig met milieu, visserij en waterstaat. Later werd hij eerste woordvoerder op het gebied van staatsrechtelijke onderwerpen en het koninklijk huis. Vóór hij Kamerlid werd, werkte hij bij een gemeente, een waterschap en de provincie Zeeland.
- 24.PvdA-politicus en burgemeester, die in Tweede en Eerste Kamer woordvoerder was voor staatsrechtelijke vraagstukken, het koninklijk huis en binnenlands bestuur. Bouwde als Tweede Kamerlid op die terreinen snel een goede naam op. Hield zich ook bezig met hoger onderwijs en was een pleitbezorger voor LHBTI-rechten. Voor zijn Kamerlidmaatschap medewerker staatsrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen, particulier secretaris van minister Ritzen en stafmedewerker van de WBS. Werd in 2004, anderhalf jaar na zijn vertrek uit de Tweede Kamer, burgemeester in Naarden en bleef dat vijfenhalf jaar. Was in die tijd tevens Eerste Kamerlid (2007-2009). Zijn burgemeesterschap van Groningen eindigde na ruim vier jaar voortijdig. Keerde vanaf 2017 terug als waarnemend burgemeester van respectievelijk Zaltbommel, Bergen (NH), Dijk en Waard (NH) en Voorne aan Zee (ZH) en sinds 2025 Alphen aan den Rijn.
- 25.Voorman van de ChristenUnie, die zijn partij in 2007 in het kabinet-Balkenende IV tot regeringsdeelname bracht. Hijzelf was in dat kabinet minister voor Jeugd en Gezin en viceminister-president. Maakte zich sterk voor betere toegankelijkheid van gezinsondersteuning. Werd in november 2002 als jonge jurist politiek leider van zijn partij, na in 1994 voor de RPF Tweede Kamerlid te zijn geworden. Verwierf snel gezag als goed debater en vanwege zijn dossierkennis. Hij was voordien vijf jaar directeur van de Marnix van Sint Aldegonde Stichting, het wetenschappelijk bureau van de RPF. In 2010 was hij tevens acht maanden minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. In april 2011 verliet hij de politiek om voorzitter van Zorgverzekeraars Nederland te worden.
- 26.De RPF was een protestants-christelijke partij die in 1975 ontstond en sinds januari 2000 samenwerkte met het GPV onder de naam ChristenUnie. Op 15 mei 2002 heeft de RPF ook niet meer zelfstandig aan de Tweede Kamerverkiezingen deelgenomen.
- 27.Voormalige adviseur van milieuminister Irene Vorrink die in 1994 als Tweede Kamerlid voor het AOV werd gekozen. Koos in 1995 de zijde van Jet Nijpels toen het tot een breuk in de AOV-fractie kwam. Was eerder actief in het CDA en speelde een belangrijke rol bij de oprichting van de Stichting Natuur en Milieu. In de Kamer woordvoerster op het gebied van justitie, landbouw, natuurbeheer en huisvesting. Maakte deel uit van de enquêtecommissie opsporingsmethoden (IRT).
- 28.De Groep-Nijpels ontstond op 29 augustus 1995, na een ruzie binnen de AOV-fractie tussen voorzitster Jet Nijpels en oprichter Martin Batenburg. Dat ging deels over de koers van de partij, maar daarnaast speelden ook persoonlijke tegenstellingen een rol. Jet Nijpels werd ervan beschuldigd familieleden aan functies te willen helpen. Nijpels werd met Liesbeth Aiking en Leo Boogaard geroyeerd als AOV-lid en kreeg in de Tweede Kamer daarom de naam Groep-Nijpels.
- 29.Alom gerespecteerd voorman van het GPV. Kwam in 1981 als eenling in de Tweede Kamer, na eerder bij diverse gemeenten te hebben gewerkt, laatstelijk als plaatsvervangend gemeentesecretaris van Zeist. Verder was hij Statenlid in Utrecht. Zes keer lijsttrekker. Stond bekend als het 'staatsrechtelijke geweten van de Kamer', een benaming die volgens hem echter aangaf dat anderen op dat punt tekort schoten. Ook als woordvoerder binnenlands bestuur had hij een gezagvolle positie. Zijn optreden droeg zowel bij aan toenadering tot andere (oppositie)partijen als aan samenwerking met de RPF, die uitmondde in vorming van de ChristenUnie. Na zijn Kamerlidmaatschap lid van de Kiesraad.
- 30.Het Gereformeerd Politiek Verbond (GPV) was een in 1948 gevormde protestants-christelijke partij, die zich baseerde op bijbelse normen. De partij was sterk verbonden met de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt).
- 31.Voormalige stedenbouwkundige die vier jaar een opvallend Tweede Kamerlid was. Werd gekozen voor het AOV, maar kwam vanwege zijn solistische optreden al direct in conflict met fractieleider Jet Nijpels. Werd vijf maanden na zijn verkiezing uit de AOV-fractie gezet. Als eenling viel hij op door zijn nogal onconventionele en controversiële optreden. Hield zich vaak niet aan de parlementaire gewoonten en was daardoor soms lastig voor de Kamervoorzitter.
- 32.Ondernemende D66-vrouw die veel werk maakte van haar Eerste Kamerlidmaatschap. Kwam uit een onderwijsgezin. Leidde voor zij in de Senaat kwam een dochteronderneming van NRC Handelsblad en was later voorzitter van een zuiveringschap. In de Kamer hield zij zich met diverse onderwerpen bezig, waarvan defensie, cultuur en verkeer en waterstaat de belangrijkste waren. Zette zich met name in voor dierenwelzijn.
- 33.Bescheiden, principiële, pijprokende jurist uit Uddel op de Veluwe, die vijfentwintig jaar een alom gerespecteerd Eerste Kamerlid voor de SGP was. Kwam uit een boerengezin. Hij combineerde het Eerste Kamerlidmaatschap achtendertig jaar met de functie van beleidsmedewerker van de SGP-Tweede Kamerfractie. Was daarnaast geruime tijd Statenlid in Gelderland. Als lid van een kleine fractie, één periode zelfs een eenmansfractie, woordvoerder bij honderden kamerdossiers. Hoewel zijn stem in de Senaat soms de doorslag kon geven, stelde hij zich altijd nuchter en zakelijk op.
- 34.Minister-president die acht jaar lang een coalitie leidde met daarin de politieke tegenvoeters PvdA en VVD (de paarse kabinetten). Was van betrekkelijk eenvoudige komaf en klom via de vakbond op tot minister. Volgde in 1986 Den Uyl op als partijleider en was minister van Financiën in het derde kabinet-Lubbers. Voerde een stringent ombuigingsbeleid. Dat beleid werd onder zijn premierschap (Paars I) voortgezet en leidde tot groei van de werkgelegenheid. Kreeg als minister-president te maken met het debacle in Srebrenica en de bijna-crisis rond het huwelijk van de kroonprins. Zijn tweede kabinet was vooral in de laatste periode minder succesvol door problemen in de zorg en het onderwijs en dat leidde mede tot een verkiezingsnederlaag van de PvdA. Werd in 2003 minister van staat. Integere, resultaatgerichte en meer op samenbinden dan op bezielen ingestelde rasbestuurder. Internationaal gerespecteerd. Kon soms wat nors zijn als er in zijn ogen onterechte kritiek was.
- 35.Groningse staatsrechtgeleerde en onderwijsdeskundige van antirevolutionairen huize. Als CDA-Eerste Kamerlid woordvoerder onderwijs en binnenlandse zaken en voorstander van hechte (culturele) samenwerking met Vlaanderen. Enige jaren ondervoorzitter van de Eerste Kamer. Erudiete, nauwgezette, maar ook wat rechtlijnige geleerde, die zeer ingevoerd is in de geschiedenis van de christendemocratie en de calvinistische denkwereld. Sterk ontwikkeld gevoel voor humor.
- 36.Erudiete telg uit katholieke Unileverfamilie. Aanvankelijk actief op de linkervleugel van de KVP in Amsterdam en in 1968 medeoprichter van de PPR, voor welke partij hij in 1972-1975 Tweede Kamerlid was. Vanaf 1975 tien jaar voorzitter van de NOS en vervolgens hoogleraar staatsrecht en parlementsrecht. Stapte later over naar de PvdA en werd ook voor die partij Tweede Kamerlid en vervolgens een vooraanstaand lid (en ondervoorzitter) van de Eerste Kamer. Hoffelijke politicus die betrokken was bij uiteenlopende culturele en maatschappelijke activiteiten. Gezaghebbend woordvoerder staatsrecht, mediarecht en Europese samenwerking en als lid van de parlementaire vergadering van de Raad van Europa actief verdediger van burgerlijke vrijheden. Bediende zich in debatten graag van Latijnse zegswijzen.
- 37.Katholieke hoogleraar en 'geestelijke vader' van het CDA. Leidde met groot enthousiasme en vasthoudendheid de federatie van KVP, ARP en CHU en het fusieproces van die drie partijen, dat in 1980 uitmondde in het CDA. Was aanvankelijk ondernemer in de conservenindustrie en daarna hoogleraar sociaal recht in Eindhoven. Leidde ook een pastoraal concilie over vernieuwing van de Nederlandse katholieke kerk. Stond enige jaren bekend als 'Rooie Piet', maar was wel de architect van het centrumrechtse kabinet-Biesheuvel. Politieke peetvader van Dries van Agt. Als Eerste Kamervoorzitter leidde hij de vergaderingen met kenmerkende roomse blijmoedigheid. Na zijn afscheid als Kamervoorzitter nog acht jaar 'gewoon' senator. Samenbindende figuur die overeenkomstig de leer van Thomas van Aquino inzet voor de publieke zaak als opdracht zag.
- 38.Deels in Afrika opgegroeide Duitse diplomaat die in 1966 in het huwelijk trad met de toenmalige kroonprinses Beatrix. Vanwege zijn Duitse afkomst maakten sommigen (met name uit het voormalig verzet) bezwaar tegen een toekomstige rol als prins-gemaal. Dankzij zijn optreden wist hij zich echter allengs een grote populariteit te verwerven. Zette zich vooral in voor ontwikkelingssamenwerking en milieubescherming. Kreeg enige jaren nadat Beatrix koningin was geworden te maken met klachten van depressieve aard en was hier opmerkelijk open over. In de laatste jaren van zijn leven speelde hij de rol als wijze pater familias. Trad in het openbaar vaak onconventioneel op en beschikte over de nodige humor.
- 39.De Pacifistisch-Socialistische Partij (PSP), opgericht in 1957, was een pacifistische partij, die tevens streefde naar hervorming van de maatschappij in socialistische zin. In 1990 fuseerde de partij met PPR, CPN en EVP tot GroenLinks.
- 40.Duitse prins die in 1937 huwde met prinses Juliana. Week in mei 1940 met zijn gezin uit naar Engeland. Verbleef in Londen, terwijl zijn gezin zich tijdelijk in Canada vestigde. Was tijdens de oorlogsjaren een belangrijke vertrouweling van koningin Wilhelmina. In 1944 bevelhebber van de Binnenlandse Strijdkrachten en in die functie betrokken bij de Duitse capitulatie in Wageningen. Na de oorlog vervulde hij vele economische missies, onder meer naar Zuid-Amerika. In 1976 bleek dat aan die banden met het bedrijfsleven ook schaduwkanten hadden gezeten (de zgn. Lockheedaffaire). Gaf toen vele functies op. Wist desondanks zijn populariteit te behouden, met name in de kring van oud-strijders en voormalige verzet. Zette zich in voor natuurbescherming en cultuur (Anjerfonds). Had vliegen als grote liefhebberij. Charmante levensgenieter omgeven door mythes, die vaak grenzen opzocht en ook overschreed en zich weinig aantrok van de beperkingen die zijn huwelijk hem oplegde.
- 41.Amsterdamse timmerman, die vanaf 1946 één van de voornaamste communistische leiders was. Was tijdens de bezetting actief in het verzet. Voorzitter van de CPN-fracties in Tweede Kamer en gemeenteraad van Amsterdam. Als Kamerlid een fel debater, die het de Kamervoorzitter vaak lastig maakte. Verliet in 1958 na een conflict met Paul de Groot over de positie van de Eenheids Vakcentrale (EVC) samen met Wagenaar en twee anderen de communistische fractie en deed zonder succes mee aan de Kamerverkiezingen van 1959. Nadien lid van de PSP, voor welke partij hij - tot onvrede van de CPN - vanaf 1969 nog twee jaar Kamerlid was. Vader van Wouter Gortzak, het latere PvdA-Kamerlid.
- 42.Katholieke Tweede Kamervoorzitter, die dat ambt vijftien jaar bekleedde. Was advocaat in Amsterdam en secretaris van katholieke werkgeversorganisatie en behoorde tot de vooraanstaande leden van de RKSP- en KVP-fracties, waarvan hij enige tijd secretaris was. Verdedigde als advocaat het 'foute' dagblad De Telegraaf en Pieter Menten. Was ook actief als schrijver en politiek commentator van De Volkskrant. Tijdens zijn voorzitterschap werd onder meer de werkwijze van de Kamer gemoderniseerd. Was voorstander van levendige debatten. Kwam in december 1958 in conflict met de PvdA-fractie toen hij tegen de zin van de PvdA en het demissionaire kabinet afhandeling van een wetsvoorstel doorzette. Zijn charme zorgde er overigens voor dat die 'aanvaring' niet de persoonlijke verhoudingen verstoorde.
- 43.Op de rechtervleugel van de CHU opererend Tweede Kamerlid, dat zich vooral keerde tegen de naoorlogse dekolonisatie politiek en daarmee tegenover fractieleider Tilanus kwam te staan. Was voor hij Tweede Kamerlid werd ambtenaar op het ministerie van Handel. Was tevens lange tijd gedeputeerde van Zuid-Holland. In de Kamer vooral specialist op het gebied van economische zaken en middenstandszaken. Promoveerde tijdens de Tweede Wereldoorlog op een dissertatie over de Reveilbeweging. Had nauwe banden met Finland, van welk land hij consul was. Erudiete man die elf talen sprak.
- 44.Vooraanstaande katholieke politicus, zowel voor als na de Tweede Wereldoorlog. Was advocaat. Behoorde als Kamerlid tot de linkervleugel van zijn fractie en was in 1923 aanvoerder van de dissidenten die de Vlootwet torpedeerden. Werd in 1929 Tweede Kamervoorzitter en in 1933 minister van Justitie in het kabinet-Colijn II. Kreeg te maken met de problemen rond de instroom van Duitse (deels Joodse) vluchtelingen en voerde een restrictief toelatingsbeleid. Werd in 1937 weer Kamervoorzitter. Protesteerde op 10 mei 1940 kort, maar krachtig tegen de Duitse inval. Formeerde in 1948 met Drees een kabinet op brede basis en gaf daaraan als vicepremier mede leiding. Bracht een nieuwe staatsregeling voor Suriname tot stand. Geen boeiend spreker, wel bekwaam jurist en algemeen geacht.
- 45.Vorstin, die op menselijke ('gewone') manier inhoud wilde geven aan haar taak en weinig op had met 'protocol'. Stond daardoor veel dichter bij de bevolking dan haar moeder. Verklaarde bij haar inhuldiging het moederschap net zo belangrijk te vinden als haar rol als vorstin. Had goede banden met Drees en Beel. Kreeg twee maal te maken met ernstige constitutionele moeilijkheden. In 1956 door de 'kwestie-Soestdijk (vaak aangeduid als Greet Hofmansaffaire) en in 1976 door de Lockheedaffaire waarbij haar echtgenoot in opspraak kwam. Dat deed geen afbreuk aan haar populariteit. Zette zich in het bijzonder in voor het maatschappelijk werk en voor gehandicaptenzorg.
- 46.De Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP) was een sociaaldemocratische partij, die lange tijd tevens republikeins en antimilitaristisch was. De SDAP werd in 1894 opgericht en kan als opvolger van de revolutionair-socialistische SDB (Socialistenbond) worden beschouwd. De partij was onderdeel van de socialistische zuil en nauw verbonden met organisaties als het NVV, dagblad Het Volk, de Arbeiderspers en de VARA. In 1946 ging de SDAP met VDB en CDU op in de PvdA.
- 47.Duitse prinses die op 20-jarige leeftijd in 1879 de tweede echtgenote van de 62-jarige koning Willem III werd. Trad in 1890 tijdens ziekte en daarna, na het overlijden van de koning, acht jaar op als regentes voor de nog minderjarige koningin Wilhelmina. Voerde vervolgens met haar dochter een soort goodwillcampagne onder het motto 'we zijn er nog' en wist daarmee het onder Willem III geslonken prestige van het koningshuis te herstellen. Was nadat Wilhelmina in 1898 regerend vorstin was geworden, een belangrijk (informele) adviseur van haar dochter. Zette zich daarnaast in voor de tuberculosebestrijding ('Emma-bloem'). Had vorstelijke allure en was zeer geliefd bij de bevolking.
- 48.Het staatsblad is het officiële publicatiemedium van het Koninkrijk der Nederlanden. In het Staatsblad worden alle wetten, algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) en Koninklijke besluiten gepubliceerd. Pas na publicatie in het Staatsblad zijn wetten en besluiten geldig.
- 49.De ministerraad is de vergadering van alle ministers onder leiding van de minister-president. Alle ministers, ook de ministers zonder portefeuille, maken deel uit van de ministerraad en hebben daarin stemrecht. Staatssecretarissen hebben alleen toegang als zij zijn uitgenodigd. In de ministerraad wordt overlegd over het algemene regeringsbeleid. De leden dragen hiervoor een collectieve verantwoordelijkheid.
- 50.Vorst in de tweede helft van de negentiende eeuw. Volgde in 1849 zijn vader pas na enige aarzeling op, omdat hij weinig ingenomen was met de nieuwe liberale Grondwet. Trachtte nog enige jaren zijn macht enigszins te herwinnen en behield nog enige jaren invloed op ministersbenoemingten. Ging soms in tegen zijn ministers, bijvoorbeeld in 1853 (Aprilbeweging). Had lange tijd ook een afkeer van Thorbecke. Verloor later steeds meer interesse in de politiek. Kreeg bovendien te maken met privé-affaires, met conflicten met zijn zoons en met gezondheidsproblemen. Berucht vanwege zijn wispelturigheid en barse uitvallen tegen onder anderen ministers. Trouwde op hoge leeftijd met de veel jongere Duitse prinses Emma, die hem een opvolgster, Wilhelmina, schonk.
- 51.De Raad van State is een van de Hoge Colleges van Staat en heeft als voornaamste taak de regering en het parlement te adviseren over wetgeving en bestuur. Daarnaast is deze instantie de hoogste algemene bestuursrechter.
- 52.Dochter van koning Willem III, die al op haar tiende, aanvankelijk onder het regentschap van haar moeder, koningin werd. In september 1898 als koningin ingehuldigd en daarna vijftig jaar regerend vorstin. Haar regering kenmerkte zich lange tijd door een zekere afstandelijkheid tot de bevolking, maar in de Tweede Wereldoorlog werd zij uitermate populair. Nadat zij in de meidagen van 1940 noodgedwongen was uitgeweken naar Londen gaf zij haar rol als 'Moeder des Vaderlands' ten volle gestalte door het verzet via radio-toespraken te inspireren. Zag zichzelf als leidsvrouwe van een vernieuwd en verenigd volk. Nadat na de bevrijding bleek dat de oorlog niet de politieke vernieuwing had gebracht die zij had gewenst, deed zij afstand van de troon. Krachtige persoonlijkheid, godsdienstig en temperamentvol.
- 53.Het koningschap gaat over op de wettige nakomelingen van de Koning, waarbij het oudste kind voorrang heeft. Sinds 1983 wordt er bij de volgorde geen onderscheid meer gemaakt tussen zonen en dochters. Als koning Willem-Alexander nu zou overlijden of terugtreden als Koning, is zijn oudste dochter, prinses Catharina-Amalia, de eerste in lijn om hem op te volgen. De tweede is prinses Alexia en de derde prinses Ariane, dochters uit zijn huwelijk met koningin Máxima. De vermoedelijke troonopvolger draagt de titel Prins van Oranje. Sedert de grondwetswijziging van 1983 is het mogelijk behalve de titel Prins van Oranje ook de titel Prinses van Oranje te dragen.
- 54.Een regent is iemand die tijdelijk het koninklijk gezag uitoefent, we spreken dan van een regentschap. In welke gevallen een regent optreedt, is geregeld in de Grondwet.
- 55.Duitse vorst die in 1901 echtgenoot van koningin Wilhelmina werd. Typisch Duitse landedelman die zijn tijd vooral verdreef met de jacht. Was na zijn huwelijk financieel geheel afhankelijk van zijn echtgenote en na zijn dood bleek dat hij grote schulden had gemaakt. Rond zijn persoon gaan ook talrijke verhalen over buitenechtelijke kinderen. Was een aanvankelijk nogal verlegen prins, maar later voor velen prettig gezelschap. Zette zich onder meer in voor het reddingwezen. Zijn begrafenis vond op zijn eigen verzoek in het wit plaats.
- 56.Een Reglement van Orde bevat regels over de gang van zaken in een vergadering, bijvoorbeeld van de Tweede en Eerste Kamer en van de ministerraad. Het gaat dan bijvoorbeeld om de wijze van besluitvorming, de volgorde van spreken door aanwezigen en het vastleggen van besluiten. Het reglement wordt door de organisatie waarvoor het van toepassing is zelf vastgesteld.
- 57.Prinses Beatrix was tot zij op 30 april 2013 abdiceerde ten gunste van haar zoon Willem-Alexander regerend vorstin. Als zodanig trad zij op 30 april 1980 aan. Prinses Beatrix is de oudste dochter van koningin Juliana en prins Bernhard. Zij studeerde rechten in Leiden en heeft speciale belangstelling voor het gehandicaptenbeleid en voor cultuur. In 1966 huwde zij met Claus von Amsberg, die in 2002 overleed. Zij kregen drie zonen, van wie de middelste, prins Friso, in 2013 is gestorven. Door haar met grote plichtsbetrachting, waardigheid en betrokkenheid uitgeoefende koningschap verwierf zij veel aanzien en waardering. In 1996 ontving zij de Karlsprijs en in 2005 kreeg zij een eredoctoraat aan de Leidse Universiteit.
- 58.De Grondwet is het belangrijkste staatsdocument en hoogste nationale wet van Nederland. Zij bevat de regels voor onze staatsinstellingen en de grondrechten van de burgers. Daarnaast bevat de Grondwet regels over bestuur, wetgeving en rechtspraak. De Grondwet telt acht hoofdstukken. Artikel 5.2 van het Statuut van het Koninkrijk bepaalt dat de Grondwet de bepalingen daarvan in acht neemt.
- 59.Nederland is een koninkrijk. Dat betekent dat een koning het staatshoofd is of eigenlijk: het 'onschendbare deel' van de regering. Het Statuut voor het Koninkrijk bepaalt dat de Kroon van het Koninkrijk wordt gedragen door de erfgenamen van koningin Juliana. Sinds 30 april 2013 is Willem-Alexander koning der Nederlanden.
- 60.De gezamenlijke vergadering van beide Kamers van de Staten-Generaal (de Tweede en Eerste Kamer) heet Verenigde Vergadering. De voorzitter van de Eerste Kamer leidt deze vergadering (artikel 62 Grondwet).
- 61.Onder de Staten-Generaal verstaan we de Tweede en Eerste Kamer gezamenlijk. Formeel is er dan ook sprake van de Eerste Kamer der Staten-Generaal en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Beide Kamers kunnen tevens in Verenigde Vergadering bijeenkomen.