Prinsjesdag
De derde dinsdag van september is het Prinsjesdag. Normaal gesproken reed de koning op die dag in de Glazen Koets naar het Binnenhof en las in de Ridderzaal de troonrede voor. Zolang de verbouwing van het Binnenhof gaande is, is de Koninklijke Schouwburg in Den Haag tot ten minste eind 2028 de plaats waar de Verenigde Vergadering van Eerste en Tweede Kamer plaatsvindt en de troonrede wordt voorgelezen. In de troonrede staan de plannen van de regering voor het komende jaar.
Later op de dag gaat de minister van Financiën naar de Tweede Kamer. Daar overhandigt de minister de Miljoenennota en de Rijksbegroting aan de voorzitter van de Tweede Kamer. Daarin staat hoe de regering aan het geld denkt te komen om de voorgenomen plannen uit te voeren en hoeveel geld voor elk plan beschikbaar is. De Tweede Kamer bespreekt in de Algemene Politieke Beschouwingen de plannen. De premier verdedigt die dan.
Door het coronavirus vond voorlezing van de troonrede zowel in 2020 als 2021 niet plaats in de Ridderzaal, maar in de Grote Kerk.
Inhoudsopgave van deze pagina:
In de zaal zitten de leden van de Eerste en Tweede Kamer. Officieel gebeurt het voorlezen van de troonrede namelijk in een gezamenlijke vergadering van de Eerste en Tweede Kamer. Dit heet de 'Verenigde Vergadering'. Er zijn wel eens enkele Kamerleden die expres wegblijven bij het voorlezen van de troonrede, omdat ze het er principieel niet mee eens zijn dat Nederland een koning heeft en geen president.
De Verenigde Vergadering op de derde dinsdag van september is tegelijkertijd het begin van het nieuwe parlementaire vergaderjaar. De voorzitter van de Eerste Kamer treedt op als voorzitter van deze vergadering.
In de zaal zitten niet alleen de koning en de Eerste en Tweede Kamerleden. Ook andere leden van de koninklijke familie en natuurlijk de ministers en staatssecretarissen zijn bij de plechtigheid aanwezig.
Vanaf 2019 is de gewoonte dat er één minister niet aanwezig is in de zaal. Deze houdt zich schuil als aangewezen overlevende in het geval van een aanslag of een ramp. Daarnaast zijn er gasten, zoals leden van de Raad van State en de Algemene Rekenkamer, en vertegenwoordigers van andere landen. Er zijn ook enkele plaatsen beschikbaar voor de pers en 'gewone' burgers. Door het coronavirus werd de grootte van de groep aangepast. Zo mochten Kamerleden niet hun partner of andere gasten meenemen en waren er geen diplomaten aanwezig.
De laatste jaren dragen de aanwezige vrouwelijke politici vaak opvallende hoeden (en vaak ook opvallende kleding). Jan Pronk baarde ooit als minister van het kabinet-Kok II opzien door voor het oog van de televisiecamera in te dommelen terwijl koningin Beatrix de troonrede voorlas (overigens na terugkomst van een buitenlandse reis).
Op Prinsjesdag wordt de troonrede voorgelezen en het nieuwe parlementaire jaar geopend. Vaak waren behalve de koning(in) andere leden van het koninklijk huis aanwezig. De zonen van koning Willem III bleven echter soms weg. De dochter(s) van de koninginnen Wilhelmina en Juliana en zonen van koningin Beatrix waren wel vaak aanwezig.
Begeleid door een 'commissie van in- en uitgeleide', bestaande uit Eerste en Tweede Kamerleden, gaat de koning de zaal in en leest daar om 13:15 uur de troonrede voor. Het voorlezen van de troonrede vloeit voort uit artikel 65 van de Grondwet.
Nadat de koning de troonrede heeft voorgelezen, roept de voorzitter van de vergadering: 'Leve de koning!'. Dominee Donner, de overovergrootvader van de latere minister Donner, begon daar in 1897 mee, vermoedelijk omdat het de eerste keer was dat de toen nog minderjarige Koningin Wilhelmina bij het voorlezen van de troonrede aanwezig was. Deze hulde (tot 2013 dus 'Leve de koningin!') is daarna een traditie geworden.
Halverwege de middag op Prinsjesdag biedt de minister van Financiën de Rijksbegroting aan in de Tweede Kamer. De minister doet dat door de stukken mee te nemen in een speciaal koffertje.
Op het koffertje staat aan één kant de tekst 'derde dinsdag in september'. Op de andere kant staat 'Je maintiendrai' (Frans voor 'ik zal handhaven'), de lijfspreuk van Nederland. Het koffertje is een geschenk van de Staatsdrukkerij. Het is gemaakt van geitenperkament. Van binnen is het bekleed met blauwe zijde.
Omdat de Rijksbegroting zo groot is dat niet alle stukken in het koffertje passen, zitten er in werkelijkheid maar een paar stukken in. De rest krijgt de Tweede Kamer per post toegestuurd. Minister Zalm heeft een aantal jaren geleden in de Tweede Kamer voor de grap ook wel eens een cd-rom met begrotingen uit het koffertje gehaald.
Minister Lieftinck was in 1946 de eerste die het koffertje gebruikte, maar minister Hofstra schafte dat in 1956 af en nam de stukken gewoon in een aktetas mee. In 1963 herstelde minister Witteveen de traditie in ere en sindsdien nemen alle ministers van Financiën het koffertje op Prinsjesdag mee naar de Tweede Kamer.
Het vooraf ter beschikking stellen van begrotingen, de Miljoenennota en andere stukken die formeel op Prinsjesdag worden gepresenteerd, was al enige tijd onderwerp van discussie. Zowel Kamerleden als journalisten willen goed voorbereid commentaar kunnen geven op de plannen van het kabinet voor het komende jaar. Het gevaar bestaat echter dat er dan al vóór Prinsjesdag documenten naar buiten komen en discussies voortijdig beginnen. Daarom kwam er een embargoregeling, zowel voor media als Kamerleden.
Het voorlezen van de troonrede op Prinsjesdag gebeurt sinds 1814, maar dat vond de eerste jaren niet op de derde dinsdag in september plaats. Dat is 'pas' sinds 1887 het geval. De Gouden Koets is er sinds 1903 maar is ook niet ieder jaar gebruikt. In het najaar van 2015 is een ingrijpende restauratie van de Gouden Koets begonnen. Tussen 2016 en 2021 werd daarom de Glazen Koets gebruikt. Begin 2022 kondigde Koning Willem-Alexander aan dat de Gouden Koets voor onbepaalde tijd niet gebruikt zou worden vanwege discussie over enkele onderdelen hiervan.
Van 1815 tot 1830 werd de troonrede afwisselend in Den Haag en Brussel voorgelezen. Na het uitbreken van de Belgische Opstand in 1830 werd hiermee gebroken. Sindsdien is uitsluitend Den Haag plaats van handeling.
Pas sinds 1904 wordt de troonrede in de Ridderzaal voorgelezen. Daarvoor gebeurde dat in de toenmalige zaal van de Tweede Kamer, de voormalige balzaal van de stadhouders. In 1907 was dat niet het geval vanwege een internationale conferentie in de Ridderzaal. In 2020 en in 2021 werd de Troonrede niet voorgelezen in de Ridderzaal, maar in de Grote Kerk in Den Haag.
Er zijn jaren geweest dat de troonrede niet door de koning(in) werd voorgelezen, maar door de minister-president. Dat was voor het laatst het geval in 1947.
Gewoonlijk reden Koning Willem-Alexander en Koningin Máxima op Prinsjesdag in de Gouden Koets. Deze werd echter gerestaureerd. Sinds 2016 wordt de Glazen Koets gebruikt. De restauratie van de Gouden Koets is voltooid in 2021. Vanwege maatschappelijke discussie heeft koning Willem-Alexander in januari van 2022 bekend gemaakt de Gouden Koets niet meer te gebruiken.
Vanaf 2022 tot en met ten minste 2028 rijdt de glazen koets vanwege de renovatie van het Binnenhof naar de Koninklijke Schouwburg in Den Haag. Rond 14:00 uur keert de koninklijke stoet terug naar het paleis Noordeinde. De koninklijke familie verschijnt daar op het balkon.
De koninklijke stoet vertrekt om ongeveer 13:00 uur in optocht vanuit het Haagse paleis Noordeinde langs de Raad van State, via het Lange Voorhout naar de Koninklijke Schouwburg.
Meer over