100 jaar SGP

PDC, maart 2018

De SGP werd op 24 april 1918 in Middelburg opgericht. Met 100 jaar is de SGP de oudste van onze politieke partijen. Als kleine, getuigende orthodox-protestantse politieke groepering vertolkt de partij een authentiek geluid in ons staatsbestel. Hoewel veel van haar standpunten slechts door een kleine minderheid worden gedeeld, is daarvoor wel altijd respect in de samenleving. Deels is dat te verklaren doordat vaststaat dat de voorstellen van de SGP toch weinig kans zullen maken. Deels komt dat ook omdat de SGP steeds beschikte over gedegen en minzame volksvertegenwoordigers.

Haar standpunt over politieke activiteiten van vrouwen heeft de SGP recentelijk in het defensief gebracht. Ook de SGP heeft te maken gekregen met de vraag in hoeverre een (kleine) minderheid het recht heeft in te gaan tegen breed gedragen en vastgelegde opvattingen, bijvoorbeeld over gelijke rechten van mannen en vrouwen. Gezien de sterkte van haar jongerenorganisatie en gelet op de wijze waarop de SGP een eeuw een rol heeft vervuld in het politieke leven, lijkt de (bescheiden) rol van de SGP vooralsnog echter nog lang niet uitgespeeld.

Voormannen van de SGP waren achtereenvolgens de dominees Kersten en Zandt, Ir. Van Dis, dominee Abma, Ir. Van Rossum en Ir. Bas van der Vlies. Sinds 2010 is Kees van der Staaij politiek leider van de SGP.

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

Ontstaan

In april 1918 kwamen afgevaardigden van kerkenraden van Gereformeerde Gemeenten en van acht plaatselijke kiesverenigingen bijeen om een nieuwe partij, de Staatkundig-Gereformeerde Partij, op te richten. Er werd direct besloten deel te nemen aan de Tweede Kamerverkiezingen van 3 juli 1918.

De nieuwe partij was een reactie op de koers van de ARP. De SGP wilde een strikt volgens bijbelse normen geregeerd, protestants Nederland. Het politiek bondgenootschap van ARP en de Katholieken werd afgewezen. Het katholicisme werd beschouwd als 'afgoderij' en 'een valse godsdienst', die door de overheid moest worden geweerd en bestreden. De samenwerking tussen ARP en de Rooms-Katholieke Staatspartij (RKSP) werd een 'monsterverbond' genoemd.

In haar beginselprogramma werden aan de overheid strikte taken opgedragen, maar werd tevens nadruk gelegd op het particulier initiatief. Armenzorg werd gezien als een volledig kerkelijke en particuliere taak en sociale verzekering werd afgewezen.

2.

Kerkelijke wortels

De SGP is een interkerkelijke partij. De partij heeft haar aanhang vooral onder lidmaten van vier orthodox-protestantse kerkgenootschappen: de Gereformeerde Gemeenten, de Oud-Gereformeerde Gemeenten, de Christelijke Gereformeerde Kerk en de orthodoxe vleugel van de voormalige Nederlands-Hervormde Kerk, thans deels te vinden in de Hersteld Hervormde Kerk.

In de eerste helft van de negentiende eeuw ontstond in de Nederlandse Hervormde (Gereformeerde) Kerk een breuk tussen de orthodoxe en vrijzinniger stromingen. In 1834 leidde dit tot "de Afscheiding". In het kerkgenootschap dat hieruit ontstond, vond later een afsplitsing plaats over de vraag wie er predikant mochten worden. Dit mondde in 1869 uit in het ontstaan van de Christelijke Gereformeerde Kerk.

Een deel van de voormalige afgescheidenen van 1834 verenigden zich in de Gereformeerde Gemeenten onder 't Kruis en met andere kleinere kerkgenootschappen vormden zij in 1907 de Gereformeerde Gemeenten in Nederland en Noord-Amerika. De gemeenten die zich niet bij de Gereformeerde Gemeenten aansloten, noemden zich Oud-Gereformeerde Gemeenten in Nederland.

In de Nederlandse Hervormde Kerk was in 1906 de Gereformeerde Bond tot Vrijmaking der Nederlandsche Hervormde Kerken (later omgedoopt in Gereformeerde Bond tot verbreiding en verdediging der Waarheid in de Nederlandse Hervormde Kerk). Deze 'bonders' vormden in de Hervormde Kerk een aparte orthodoxe vleugel.

Toen Gereformeerden, Hervomden en Lutheranen samengingen (formeel op 1 mei 2004) in de Protestantse Kerken in Nederland (PKN) kozen sommige orthodoxe gemeenten ervoor daar buiten te blijven. Zij hadden al in december 2003 de Hersteld Hervormde Kerk opgericht.

De religieuze verschillen tussen deze kerkgenootschappen zijn - zeker voor buitenstaanders - beperkt. Ontstaan en bestaan zijn vooral historisch en organisatorisch bepaald. Gezamenlijk worden aanhangers van deze stromingen aangeduid als 'bevindelijk gereformeerden'. Overigens waren lidmaten van de Christelijke-Gereformeerde Kerk en van de voormalige Gereformeerde Bond ook (in sterke mate) te vinden bij de ARP en RPF, en later bij CDA en ChristenUnie. In laatstgenoemde partij zijn veel lidmaten van de Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt te vinden, en daarnaast van Evangelische Gemeenten en van de Nederlands Gereformeerde Kerken, die in 1969 ontstonden.

3.

Maatschappelijke en regionale wortels

De SGP vindt haar aanhang in brede lagen van de bevolking. Traditioneel waren de agrarische sector, de visserij en de middenstand sterk vertegenwoordigd. Ook onder (hogere) ambtenaren en leidinggevenden in het bedrijfsleven zijn echter SGP'ers te vinden.

De achterban van de SGP is sterk regionaal geconcentreerd. De partij heeft veel aanhang in wat wordt genoemd 'de Bible belt', een strook van Nederland, die loopt vanuit Zeeland via de Zuid-Hollandse eilanden en waarden naar de Utrechtse heuvelrug, de Veluwe en Noord-West-Overijssel. In sommige gemeenten (Tholen, Goedereede, Neder-Betuwe, Staphorst, Rijssen-Holten en Urk) heeft de SGP traditioneel een sterke positie.

Door SGP'ers zijn in diverse gemeenten burgemeestersposten bekleed. Momenteel heeft de SGP nog zes burgemeesters in de in totaal 407 gemeenten. In Zeeland heeft de SGP een gedeputeerde. Voorheen was dat al eens het geval in Zuid-Holland.

4.

Politieke standpunten

Veel standpunten van de SGP zijn in de loop der jaren nauwelijks veranderd. Dat geldt onder meer voor

  • herinvoering van de doodstraf
  • afschaffing van de staatsloterij
  • bevordering van de openbare zedelijkheid
  • bevordering van de traditionele (gezins)rol van vrouwen
  • verbod van abortus en euthanasie
  • benadrukking van het christelijke karakter (onder meer door vastlegging in de Grondwet)

In de loop der tijd is het standpunt over onder meer sociale verzekering gematigder geworden. Voorheen wees de SGP dit af als een vorm van gewetensdwang. In de sociale wetgeving werd onder meer door toedoen van de SGP een mogelijkheid voor gewetensbezwaren opgenomen. Tegenwoordig kiest de SGP vooral voor aanpassing van de sociale zekerheid met het oog op de betaalbaarheid op langere termijn vanwege de te verwachten vergrijzing.

Tegenwoordig worden ook pragmatischer standpunten ingenomen ten aanzien van de gezondheidszorg. Voorheen was een belangrijk strijdpunt een verbod van gedwongen vaccinatie. Nu ligt de nadruk meer op de mogelijkheid van gewetensbezwaren. Voorheen keerde de SGP zich tegen iedere vorm van internationale samenwerking (zo was zij tegen de Volkenbond, de Verenigde Naties en de E.E.G.). Nu is de SGP tegen een Europese superstaat, maar wordt erkend dat Europese samenwerking en integratie op sommige terreinen nodig is.

5.

Optreden in het parlement

In 1922 kreeg de SGP voor het eerst een vertegenwoordiger in de Tweede Kamer. Bij de verkiezingen van 1925 kwam daar een tweede lid bij. Nadien had de SGP steeds twee of drie Tweede Kamerleden. Vanaf 1971 is de SGP onafgebroken in de Eerste Kamer vertegenwoordigd.

Hoewel de SGP vooral een getuigende partij is, heeft zij indirect soms toch invloed gehad bij belangrijke politieke besluiten. Het voornaamste wapenfeit was het ten val brengen van het eerste kabinet-Colijn. De SGP'ers Kersten en Zandt wisten in 1925 met steun van de Christelijk-Historische Unie (CHU) en van de linkse oppositie een amendement op de begroting van Buitenlandse Zaken aangenomen te krijgen, waardoor de gelden voor het gezantschap bij de paus werden geschrapt. Omdat dit voor de RKSP-ministers onaanvaardbaar was, vroegen zij ontslag. De overige ministers volgden hun voorbeeld.

Nadien bleven strijd tegen onder meer de vermeende 'Roomse' invloeden, tegen sport (de SGP was fel tegen regeringssteun aan de Olympische Spelen van 1928) en voor behoud van traditionele waarden belangrijke parlementaire strijdpunten. Geleidelijkaan werd de toon overigens milder en verdwenen de scherpe kanten van het antipapisme.

Vooral op terreinen buiten de directe politieke strijdpunten kon de SGP soms invloed uitoefenen. Gedacht kan worden aan wetgeving op het gebied van het waterstaatsbestuur, aan gemeentelijke herindelingen, parlementaire rechten, verkeerswetgeving en aan regelgeving op het gebied van scheepvaart en landbouw en visserij. Gezaghebbend op waterstaatkundig gebied was onder anderen SGP-Tweede Kamerlid Koos van den Berg.

Omdat SGP'ers in het algemeen langere tijd Kamerlid zijn en als regel veel kennis hebben van staatsrechtelijke en procedurele kwesties, weten zij in het parlement vaak het nodige gezag te verwerven.

6.

De huidige SGP

De SGP heeft circa 30.000 leden. Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2017 stemden ruim 218.000 kiezers op de partij. De jongerenorganisatie van de SGP telt ruim 7300 jongeren (tussen de 12 en 28 jaar). De SGP heeft in de Eerste Kamer en Tweede Kamer respectievelijk twee en drie leden. Fractieleider in de Eerste Kamer is Peter Schalk. In het Europees Parlement zit één SGP-lid, Bas Belder, die deel uitmaakt van de fractie Europese Conservatieven en Hervormers (ECR). Er zijn 245 plaatselijke kiesverenigingen.

In 2006 is in de partij besloten het standpunt over het lidmaatschap van vrouwen te herzien. Vrouwen kunnen inmiddels wel lid worden, maar kunnen geen vertegenwoordigende functie bekleden. In 2014 werd echter in Vlissingen in vrouwelijk raadslid gekozen. SGP-leden stemden in 2017 tijdens een partijcongres tegen de opname van de doodstraf in het verkiezingsprogramma. Het standpunt staat echter nog wel in het beginselprogramma van de partij.

Aanhangig bij de Eerste Kamer is nog een in 2006 door Van der Staaij (samen met Mat Herben van de LPF) ingediend voorstel om bij goedkeuring van verdragen betreffende de Europese Unie een gekwalificeerde meerderheid (van tweederde) te verlangen.

De partij geldt als 'gouvernementeel' en is tegenwoordig vaak bereid om kabinetsbeleid te steunen. Tijdens het kabinet-Rutte I was de SGP informeel 'gedoogpartner' en ook tijdens het kabinet-Rutte II stemde zij geregeld mee met de regeringsfracties.


Meer over