Artikel 83: Doelstellingen beleid mededinging
-
1.De verordeningen of richtlijnen dienstig voor de toepassing van de beginselen neergelegd in de artikelen 81 en 82 worden door de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen, op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement, vastgesteld.
-
2.De in lid 1 bedoelde voorschriften hebben met name ten doel:
-
a)nakoming van de in artikel 81, lid 1, en in artikel 82 bedoelde verbodsbepalingen te verzekeren door de instelling van geldboeten en dwangsommen;
-
b)de wijze van toepassing van artikel 81, lid 3, vast te stellen met inachtneming van de noodzaak, enerzijds een doeltreffend toezicht te verzekeren, anderzijds de administratieve controle zoveel mogelijk te vereenvoudigen;
-
c)in voorkomende gevallen, de werkingssfeer van de bepalingen van de artikelen 81 en 82 voor de verschillende bedrijfstakken nader vast te stellen;
-
d)de taak van de Commissie onderscheidenlijk van het Hof van Justitie bij de toepassing van de in dit lid bedoelde bepalingen vast te stellen;
-
e)de verhouding vast te stellen tussen de nationale wetgevingen enerzijds en de bepalingen van deze afdeling, alsmede de uitvoeringsbepalingen van dit artikel anderzijds.
-
1957
-
1.Binnen een termijn van drie jaar, te rekenen van de inwerkingtreding van dit Verdrag, stelt de Raad met eenparigheid van stemmen op voorstel van de Commissie en na raadpleging van de Vergadering alle verordeningen of richtlijnen vast, dienstig voor de toepassing van de beginselen neergelegd in de artikelen 85 en 86.
Indien dergelijke voorschriften niet binnen de bovenvermelde termijn zijn goedgekeurd, worden zij door de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen, op voorstel van de Commissie en na raadpleging van de Vergadering, vastgesteld.
-
2.De in lid 1 bedoelde voorschriften hebben met name ten doel:
-
a)nakoming van de in artikel 85, lid 1, en in artikel 86 bedoelde verbodsbepalingen te verzekeren door de instelling van geldboeten en dwangsommen;
-
b)de wijze van toepassing van artikel 85, lid 3, vast te stellen met inachtneming van de noodzaak, enerzijds een doeltreffend toezicht te verzekeren, anderzijds de administratieve controle zoveel mogelijk te vereenvoudigen;
-
c)in voorkomende gevallen, de werkingssfeer van de bepalingen van de artikelen 85 en 86 voor de verschillende bedrijfstakken nader vast te stellen;
-
d)de taak van de Commissie onderscheidenlijk van het Hof van Justitie bij de toepassing van de in dit lid bedoelde bepalingen vast te stellen;
-
e)de verhouding vast te stellen tussen de nationale wetgevingen enerzijds en de bepalingen van deze afdeling, alsmede de uitvoeringsbepalingen van dit artikel anderzijds.
-
2002
-
1.De verordeningen of richtlijnen dienstig voor de toepassing van de beginselen neergelegd in de artikelen 81 en 82 worden door de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen, op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement, vastgesteld.
-
2.De in lid 1 bedoelde voorschriften hebben met name ten doel:
-
a)nakoming van de in artikel 81, lid 1, en in artikel 82 bedoelde verbodsbepalingen te verzekeren door de instelling van geldboeten en dwangsommen;
-
b)de wijze van toepassing van artikel 81, lid 3, vast te stellen met inachtneming van de noodzaak, enerzijds een doeltreffend toezicht te verzekeren, anderzijds de administratieve controle zoveel mogelijk te vereenvoudigen;
-
c)in voorkomende gevallen, de werkingssfeer van de bepalingen van de artikelen 81 en 82 voor de verschillende bedrijfstakken nader vast te stellen;
-
d)de taak van de Commissie onderscheidenlijk van het Hof van Justitie bij de toepassing van de in dit lid bedoelde bepalingen vast te stellen;
-
e)de verhouding vast te stellen tussen de nationale wetgevingen enerzijds en de bepalingen van deze afdeling, alsmede de uitvoeringsbepalingen van dit artikel anderzijds.
-