Artikel 42: Algemene bepallingen
-
1.Een derogatie als bedoeld in artikel III-197, lid 1, van de Grondwet brengt mee dat voor de betrokken lidstaat uit de volgende artikelen van dit statuut geen rechten of verplichtingen voortvloeien: artikelen 3 en 6, artikel 9, lid 2, artikel 12, lid 1, artikel 14, lid 3, artikelen 16, 18, 19, 20, 22 en 23, artikel 26, lid 2, artikelen 27, 30, 31, 32, 33, 34 en 50.
-
2.De centrale banken van de lidstaten die vallen onder een derogatie als bedoeld in artikel III-197, lid 1, van de Grondwet behouden hun bevoegdheden op het gebied van het monetair beleid overeenkomstig de nationale wetgeving.
-
3.Overeenkomstig artikel III-197, lid 2, tweede alinea, van de Grondwet wordt "lidstaten" in artikel 3, artikel 11, lid 2, en artikel 19 van dit statuut gelezen als "lidstaten die de euro als munt hebben".
-
4."Nationale centrale banken" wordt gelezen als "centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben" in artikel 9, lid 2, artikel 10, leden 2 en 3, artikel 12, lid 1, artikelen 16, 17, 18, 22, 23, 27, 30, 31, 32, artikel 33, lid 2, en artikel 50 van dit statuut.
-
5."Aandeelhouders" wordt gelezen als "nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben" in artikel 10, lid 3, en artikel 33, lid 1.
-
6."Het geplaatste kapitaal van de Europese Centrale Bank" wordt gelezen als "het kapitaal van de Europese Centrale Bank dat is geplaatst bij de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben" in artikel 10, lid 3, en artikel 30, lid 2.