Artikel III-364: Intellectuele eigendomsrechten
Onverminderd de overige bepalingen van de Grondwet kan aan het Hof van Justitie van de Europese Unie bij Europese wet, in een in die wet te bepalen mate, de bevoegdheid worden verleend uitspraak te doen in geschillen die verband houden met de toepassing van krachtens de Grondwet vastgestelde handelingen waarbij Europese intellectuele-eigendomsrechten worden ingesteld.
Indien de Commissie van oordeel is dat een lidstaat één van de krachtens de Grondwet op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen, brengt zij dienaangaande een met redenen omkleed advies uit, na deze staat in de gelegenheid te hebben gesteld zijn opmerkingen te maken.
Indien de betrokken staat dit advies niet binnen de door de Commissie vastgestelde termijn opvolgt, kan de Commissie de zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie.
Indien de Europese Commissie van oordeel is dat een lidstaat een krachtens de Grondwet op hem rustende verplichting niet is nagekomen, brengt zij dienaangaande een met redenen omkleed advies uit, na de lidstaat in de gelegenheid te hebben gesteld zijn opmerkingen te maken.
Indien de betrokken staat het advies niet binnen de door de Europese Commissie gestelde termijn opvolgt, kan de Commissie de zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie.
Onverminderd de overige bepalingen van de Grondwet kan aan het Hof van Justitie bij Europese wet voorzover daarin bepaald, de bevoegdheid worden verleend uitspraak te doen in geschillen die verband houden met de toepassing van krachtens de Grondwet vastgestelde handelingen waarbij Europese intellectuele-eigendomsrechten worden ingesteld.
Onverminderd de overige bepalingen van de Grondwet kan aan het Hof van Justitie van de Europese Unie bij Europese wet, in een in die wet te bepalen mate, de bevoegdheid worden verleend uitspraak te doen in geschillen die verband houden met de toepassing van krachtens de Grondwet vastgestelde handelingen waarbij Europese intellectuele-eigendomsrechten worden ingesteld.
Onverminderd de overige bepalingen van de Grondwet kan aan het Hof van Justitie van de Europese Unie bij Europese wet, in een in die wet te bepalen mate, de bevoegdheid worden verleend uitspraak te doen in geschillen die verband houden met de toepassing van krachtens de Grondwet vastgestelde handelingen waarbij Europese intellectuele-eigendomsrechten worden ingesteld.