Artikel III-250: Coördinatie onderzoeksbeleid

III-249
Artikel III-250
III-251

Inhoudsopgave van deze pagina:


  • 1. 
    De Unie en de lidstaten coördineren hun activiteiten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling om zodoende de onderlinge samenhang van het beleid van de lidstaten en het beleid van de Unie te verzekeren.
  • 2. 
    De Commissie kan in nauwe samenwerking met de lidstaten initiatieven nemen om de in lid 1 bedoelde coördinatie te bevorderen, met name initiatieven om richtsnoeren en indicatoren vast te stellen, de uitwisseling van beste praktijken te regelen en de nodige elementen met het oog op periodieke controle en evaluatie te verzamelen. Het Europees Parlement wordt ten volle in kennis gesteld.

1.

Toelichting Nederlandse regering

[geen]

2.

Toelichting Belgische regering

Het volledige beleid van de Unie inzake ruimte en onderzoek is onderworpen aan de gewone wetgevende procedure, met uitzondering van de specifieke programma's waarvoor alleen de raadpleging van het Europees Parlement vereist is.

Artikel III-250 (oud artikel 165 VEG) werd aangevuld teneinde de Commissie in staat te stellen op het gebied van onderzoek initiatieven te nemen in het kader van de open coördinatiemethode (vaststellen van richtsnoeren en indicatoren, regelen van het uitwisselen van beste praktijken, periodieke evaluaties).

3.

Ontwikkeling artikel

2003
  • 1. 
    De Unie en de lidstaten coördineren hun activiteiten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling, teneinde de wederzijdse samenhang van het beleid van de lidstaten en het beleid van de Unie te verzekeren.
  • 2. 
    De Commissie kan in nauwe samenwerking met de lidstaten alle dienstige initiatieven nemen om de in lid 1 bedoelde coördinatie te bevorderen.
2003
  • 1. 
    De Unie en de lidstaten coördineren hun activiteiten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling om zodoende de onderlinge samenhang van het beleid van de lidstaten en het beleid van de Unie te verzekeren.
  • 2. 
    De Europese Commissie kan in nauwe samenwerking met de lidstaten initiatieven nemen om de in lid 1 bedoelde coördinatie te bevorderen, met name initiatieven om richtsnoeren en indicatoren vast te stellen, de uitwisseling van beste praktijken te regelen en de nodige elementen met het oog op periodieke controle en evaluatie te verzamelen. Het Europees Parlement wordt ten volle in kennis gesteld.
2003
  • 1. 
    De Unie en de lidstaten coördineren hun activiteiten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling om zodoende de onderlinge samenhang van het beleid van de lidstaten en het beleid van de Unie te verzekeren.
  • 2. 
    De Commissie kan in nauwe samenwerking met de lidstaten initiatieven nemen om de in lid 1 bedoelde coördinatie te bevorderen, met name initiatieven om richtsnoeren en indicatoren vast te stellen, de uitwisseling van beste praktijken te regelen en de nodige elementen met het oog op periodieke controle en evaluatie te verzamelen. Het Europees Parlement wordt ten volle in kennis gesteld.
2004
  • 1. 
    De Unie en de lidstaten coördineren hun activiteiten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling om zodoende de onderlinge samenhang van het beleid van de lidstaten en het beleid van de Unie te verzekeren.
  • 2. 
    De Commissie kan in nauwe samenwerking met de lidstaten initiatieven nemen om de in lid 1 bedoelde coördinatie te bevorderen, met name initiatieven om richtsnoeren en indicatoren vast te stellen, de uitwisseling van beste praktijken te regelen en de nodige elementen met het oog op periodieke controle en evaluatie te verzamelen. Het Europees Parlement wordt ten volle in kennis gesteld.