Artikel III-246: Doelstelling trans-Europese netwerken

III-245
Artikel III-246
III-247
  • 2. 
    In het kader van een stelsel van open en door concurrentie gekenmerkte markten is het optreden van de Unie gericht op de bevordering van de onderlinge koppeling en interoperabiliteit van nationale netwerken, alsmede van de toegang tot deze netwerken. Daarbij wordt de noodzaak in aanmerking genomen om verbindingen tot stand te brengen tussen insulaire, ingesloten en perifere regio's en de centrale regio's van de Unie.

1.

Ontwikkeling artikel

2003
  • 2. 
    In het kader van een stelsel van open en concurrerende markten is het optreden van de Unie gericht op de bevordering van de onderlinge koppeling en interoperabiliteit van de nationale netwerken, alsmede van de toegang tot deze netwerken. Daarbij wordt met name rekening gehouden met de noodzaak de insulaire, niet aan de zee grenzende en perifere regio's met de centrale regio's van de Unie te verbinden.
2003
  • 2. 
    In het kader van een stelsel van open en concurrerende markten is het optreden van de Unie gericht op de bevordering van de onderlinge koppeling en interoperabiliteit van nationale netwerken, alsmede van de toegang tot deze netwerken. Daarbij wordt de noodzaak in aanmerking genomen om verbindingen tot stand te brengen tussen insulaire, niet aan zee grenzende en perifere regio's en de centrale regio's van de Unie.
2003
  • 2. 
    In het kader van een stelsel van open en door concurrentie gekenmerkte markten is het optreden van de Unie gericht op de bevordering van de onderlinge koppeling en interoperabiliteit van nationale netwerken, alsmede van de toegang tot deze netwerken. Daarbij wordt de noodzaak in aanmerking genomen om verbindingen tot stand te brengen tussen insulaire, niet aan zee grenzende en perifere regio's en de centrale regio's van de Unie.
2004
  • 2. 
    In het kader van een stelsel van open en door concurrentie gekenmerkte markten is het optreden van de Unie gericht op de bevordering van de onderlinge koppeling en interoperabiliteit van nationale netwerken, alsmede van de toegang tot deze netwerken. Daarbij wordt de noodzaak in aanmerking genomen om verbindingen tot stand te brengen tussen insulaire, ingesloten en perifere regio's en de centrale regio's van de Unie.