Artikel III-178: Economisch beleid lidstaten
De lidstaten voeren hun economisch beleid om bij te dragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie, als omschreven in artikel I-3, en in het kader van de in artikel III-179, lid 2, bedoelde globale richtsnoeren. De lidstaten en de Unie handelen in overeenstemming met het beginsel van een open markteconomie met vrije mededinging, waarbij een doelmatige allocatie van middelen wordt bevorderd, en met inachtneming van de in artikel III-177 neergelegde beginselen.
De lidstaten voeren hun economisch beleid om bij te dragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie, als omschreven in artikel I-3, en in het kader van de in [artikel III-68, lid 2,] bedoelde globale richtsnoeren. De lidstaten en de Unie handelen in overeenstemming met het beginsel van een open markteconomie met vrije mededinging, waarbij een doelmatige allocatie van middelen wordt bevorderd, en met inachtneming van de beginselen die zijn neergelegd in [artikel III-66].
De lidstaten voeren hun economisch beleid om bij te dragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie, als omschreven in artikel I-3, en in het kader van de in artikel III-71, lid 2, bedoelde globale richtsnoeren. De lidstaten en de Unie handelen in overeenstemming met het beginsel van een open markteconomie met vrije mededinging, waarbij een doelmatige allocatie van middelen wordt bevorderd, en met inachtneming van de beginselen die zijn neergelegd in artikel III-69.
De lidstaten voeren hun economisch beleid om bij te dragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie, als omschreven in artikel I-3, en in het kader van de in artikel III-71, lid 2, bedoelde globale richtsnoeren. De lidstaten en de Unie handelen in overeenstemming met het beginsel van een open markteconomie met vrije mededinging, waarbij een doelmatige allocatie van middelen wordt bevorderd, en met inachtneming van de beginselen die zijn neergelegd in III-69.
De lidstaten voeren hun economisch beleid om bij te dragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie, als omschreven in artikel I-3, en in het kader van de in artikel III-179, lid 2, bedoelde globale richtsnoeren. De lidstaten en de Unie handelen in overeenstemming met het beginsel van een open markteconomie met vrije mededinging, waarbij een doelmatige allocatie van middelen wordt bevorderd, en met inachtneming van de in artikel III-177 neergelegde beginselen.