Artikel III-157: Maatregelen voor totstandkoming vrij kapitaalverkeer
Inhoudsopgave van deze pagina:
-
1.Artikel III-156 laat onverlet de toepassing op derde landen van beperkingen die op 31 december 1993 bestonden uit hoofde van nationaal of Unierecht inzake het kapitaalverkeer naar of uit derde landen in verband met directe beleggingen - met inbegrip van beleggingen in onroerende goederen - vestiging, het verrichten van financiële diensten of de toelating van waardepapieren tot de kapitaalmarkten. Wat betreft de bestaande beperkingen uit hoofde van de nationale wetgeving in Estland en Hongarije is de betreffende datum 31 december 1999.
-
2.Bij Europese wet of kaderwet worden maatregelen vastgesteld inzake het kapitaalverkeer naar of uit derde landen in verband met directe beleggingen - met inbegrip van beleggingen in onroerende goederen - vestiging, het verrichten van financiële diensten of de toelating van waardepapieren tot de kapitaalmarkten.
Het Europees Parlement en de Raad trachten de doelstelling van een vrij kapitaalverkeer tussen lidstaten en derde landen in de mate van het mogelijke en onverminderd andere bepalingen van de Grondwet te verwezenlijken.
-
3.In afwijking van lid 2, kunnen maatregelen die in het recht van de Unie een achteruitgang op het gebied van de liberalisering van het kapitaalverkeer naar of uit derde landen vormen, alleen worden vastgesteld bij Europese wet of kaderwet van de Raad. De Raad besluit met eenparigheid van stemmen, na raadpleging van het Europees Parlement.
-
1.[Ex artikel 56] doet geen afbreuk aan de toepassing op derde landen van beperkingen die op 31 december 1993 bestaan uit hoofde van nationaal of Unierecht inzake het kapitaalverkeer naar of uit derde landen in verband met directe investeringen - met inbegrip van investeringen in onroerende goederen -, vestiging, het verrichten van financiële diensten of de toelating van waardepapieren tot de kapitaalmarkten.
-
2.Bij Europese wet of kaderwet worden de maatregelen vastgesteld inzake het kapitaalverkeer naar of uit derde landen in verband met directe investeringen - met inbegrip van investeringen in onroerende goederen -, vestiging, het verrichten van financiële diensten of de toelating van waardepapieren tot de kapitaalmarkten.
Het Europees Parlement en de Raad trachten de doelstelling van een niet aan beperkingen onderworpen vrij kapitaalverkeer tussen lidstaten en derde landen zoveel mogelijk te bereiken, onverminderd de overige [hoofdstukken] van de Grondwet.
-
3.In afwijking van lid 2 kunnen maatregelen uit hoofde van dit lid die in het Unierecht een achteruitgang op het gebied van de liberalisatie van het kapitaalverkeer naar of uit derde landen vormen, alleen worden vastgesteld bij een Europese wet of kaderwet van de Raad. De Raad besluit met eenparigheid van stemmen na raadpleging van het Europees Parlement.
-
1.Artikel III-45 laat onverlet de toepassing op derde landen van beperkingen die op 31 december 1993 bestonden uit hoofde van nationaal of Unierecht inzake het kapitaalverkeer naar of uit derde landen in verband met directe beleggingen - met inbegrip van investeringen in onroerende goederen -, vestiging, het verrichten van financiële diensten of de toelating van waardepapieren tot de kapitaalmarkten.
-
2.Bij Europese wet of kaderwet worden de maatregelen vastgesteld inzake het kapitaalverkeer naar of uit derde landen in verband met directe beleggingen - met inbegrip van investeringen in onroerende goederen -, vestiging, het verrichten van financiële diensten of de toelating van waardepapieren tot de kapitaalmarkten.
Het Europees Parlement en de Raad van Ministers trachten de doelstelling van een niet aan beperkingen onderworpen vrij kapitaalverkeer tussen lidstaten en derde landen in de mate van het mogelijke en onverminderd andere bepalingen van de Grondwet te verwezenlijken.
-
3.In afwijking van lid 2 kunnen maatregelen die in het recht van de Unie een achteruiitgang op het gebied van de vrijmaking van het kapitaalverkeer naar of uit derde landen vormen, alleen worden vastgesteld bij Europese wet of kaderwet van de Raad van Ministers. De Raad van Ministers besluit met eenparigheid van stemmen na raadpleging van het Europees Parlement.
-
1.Artikel III-45 laat onverlet de toepassing op derde landen van beperkingen die op 31 december 1993 bestonden uit hoofde van nationaal of Unierecht inzake het kapitaalverkeer naar of uit derde landen in verband met directe beleggingen - met inbegrip van beleggingen in onroerende goederen - vestiging, het verrichten van financiële diensten of de toelating van waardepapieren tot de kapitaalmarkten.
Wat betreft de bestaande beperkingen uit hoofde van de nationale wetgevingen in Estland en Hongarije is de betreffende datum 31 december 1999.
-
2.Bij Europese wet of kaderwet worden maatregelen vastgesteld inzake het kapitaalverkeer naar of uit derde landen in verband met directe beleggingen - met inbegrip van beleggingen in onroerende goederen - vestiging, het verrichten van financiële diensten of de toelating van waardepapieren tot de kapitaalmarkten.
Het Europees Parlement en de Raad trachten de doelstelling van een vrij kapitaalverkeer tussen lidstaten en derde landen in de mate van het mogelijke en onverminderd andere bepalingen van de Grondwet te verwezenlijken.
-
3.In afwijking van lid 2, kunnen maatregelen die in het recht van de Unie een achteruitgang op het gebied van de vrijmaking van het kapitaalverkeer naar of uit derde landen vormen, alleen worden vastgesteld bij Europese wet of kaderwet van de Raad. De Raad besluit met eenparigheid van stemmen, na raadpleging van het Europees Parlement.
-
1.Artikel III-156 laat onverlet de toepassing op derde landen van beperkingen die op 31 december 1993 bestonden uit hoofde van nationaal of Unierecht inzake het kapitaalverkeer naar of uit derde landen in verband met directe beleggingen - met inbegrip van beleggingen in onroerende goederen - vestiging, het verrichten van financiële diensten of de toelating van waardepapieren tot de kapitaalmarkten. Wat betreft de bestaande beperkingen uit hoofde van de nationale wetgeving in Estland en Hongarije is de betreffende datum 31 december 1999.
-
2.Bij Europese wet of kaderwet worden maatregelen vastgesteld inzake het kapitaalverkeer naar of uit derde landen in verband met directe beleggingen - met inbegrip van beleggingen in onroerende goederen - vestiging, het verrichten van financiële diensten of de toelating van waardepapieren tot de kapitaalmarkten.
Het Europees Parlement en de Raad trachten de doelstelling van een vrij kapitaalverkeer tussen lidstaten en derde landen in de mate van het mogelijke en onverminderd andere bepalingen van de Grondwet te verwezenlijken.
-
3.In afwijking van lid 2, kunnen maatregelen die in het recht van de Unie een achteruitgang op het gebied van de liberalisering van het kapitaalverkeer naar of uit derde landen vormen, alleen worden vastgesteld bij Europese wet of kaderwet van de Raad. De Raad besluit met eenparigheid van stemmen, na raadpleging van het Europees Parlement.