Artikel III-62: Harmonisatie omzetbelasting, accijnzen en andere indirecte belastingen
-
1.De Raad stelt bij Europese wet of kaderwet maatregelen vast aangaande de harmonisatie van de wetgevingen inzake de omzetbelasting, de accijnzen en andere indirecte belastingen, voorzover deze harmonisatie geboden is om de totstandbrenging of de werking van de interne markt zeker te stellen en concurrentieverstoringen te voorkomen. De Raad besluit met eenparigheid van stemmen, na raadpleging van het Europees Parlement en van het Economisch en Sociaal Comité.
-
2.Geschrapt [*]
Noot [*] bij lid 2:
In document CIG 80/04 (voorbereiding op de IGC-Raad van 14 juni 2004) staat als toelichting bij dit lid:
Het voorzitterschap is van oordeel dat in het kader van een evenwichtig algemeen akkoord waarbij alle delegaties blijk geven van enige flexibiliteit, artikel III-62, lid 2, ook moet worden geschrapt.
Tijdens deze IGC-Raad werd namelijk besloten om artikel III-63 helemaal te schrappen.
In de voorbereiding op de afsluitende Europese Raad van 17-18 juni is de aanbeveling in de toelichting van CIG 80/04 gevolgd. Document CIG 81/04 schrapte lid 2, waarvan de oorspronkelijke tekst luidde (document CIG 60/03 ADD 1):
"Wanneer de Raad op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen constateert dat de in lid 1 bedoelde maatregelen de administratieve samenwerking of de bestrijding van belastingfraude en belastingontduiking betreffen en dat zij de belastingstelsels van de lidstaten onverlet laten, besluit hij in afwijking van lid 1 met gekwalificeerde meerderheid van stemmen wanneer hij de Europese wet of kaderwet houdende deze maatregelen vaststelt."
-
1.Bij Europese wet of kaderwet van de Raad worden maatregelen vastgesteld die betrekking hebben op de harmonisatie van de wetgevingen inzake de omzetbelasting, de accijnzen en andere indirecte belastingen, voorzover deze harmonisatie noodzakelijk is om de werking van de interne markt te verzekeren en concurrentieverstoringen te voorkomen. Deze wet of kaderwet wordt, na raadpleging van het Europees Parlement en het Economisch en Sociaal Comité, met eenparigheid van stemmen aangenomen.
-
2.Wanneer de Raad op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen constateert dat de in lid 1 bedoelde maatregelen de administratieve samenwerking of de bestrijding van belastingfraude betreffen, stelt hij, in afwijking van lid 1, de Europese wet of kaderwet houdende deze maatregelen vast met gekwalificeerde meerderheid van stemmen.
-
1.De Raad van Ministers stelt bij Europese wet of kaderwet maatregelen vast aangaande de harmonisatie van de wetgevingen inzake de omzetbelasting, de accijnzen en andere indirecte belastingen, voorzover deze harmonisatie geboden is om de werking van de interne markt zeker te stellen en concurrentieverstoringen te voorkomen. De Raad van Ministers besluit met eenparigheid van stemmen, na raadpleging van het Europees Parlement en van het Economisch en Sociaal Comité.
-
2.Wanneer de Raad van Ministers met eenparigheid van stemmen en op voorstel van de Europese Commissie besluit dat de in lid 1 bedoelde maatregelen de administratieve samenwerking of de bestrijding van belastingfraude en belastingontduiking betreffen, wordt de Europese wet of kaderwet houdende vaststelling van deze maatregelen in afwijking van lid 1 met gekwalificeerde meerderheid van stemmen aangenomen.
-
1.De Raad stelt bij Europese wet of kaderwet maatregelen vast aangaande de harmonisatie van de wetgevingen inzake de omzetbelasting, de accijnzen en andere indirecte belastingen, voorzover deze harmonisatie geboden is om de totstandbrenging of de werking van de interne markt zeker te stellen en concurrentieverstoringen te voorkomen. De Raad besluit met eenparigheid van stemmen, na raadpleging van het Europees Parlement en van het Economisch en Sociaal Comité.
-
2.Geschrapt [*]
Noot [*] bij lid 2:
In document CIG 80/04 (voorbereiding op de IGC-Raad van 14 juni 2004) staat als toelichting bij dit lid:
Het voorzitterschap is van oordeel dat in het kader van een evenwichtig algemeen akkoord waarbij alle delegaties blijk geven van enige flexibiliteit, artikel III-62, lid 2, ook moet worden geschrapt.
Tijdens deze IGC-Raad werd namelijk besloten om artikel III-63 helemaal te schrappen.
In de voorbereiding op de afsluitende Europese Raad van 17-18 juni is de aanbeveling in de toelichting van CIG 80/04 gevolgd. Document CIG 81/04 schrapte lid 2, waarvan de oorspronkelijke tekst luidde (document CIG 60/03 ADD 1):
"Wanneer de Raad op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen constateert dat de in lid 1 bedoelde maatregelen de administratieve samenwerking of de bestrijding van belastingfraude en belastingontduiking betreffen en dat zij de belastingstelsels van de lidstaten onverlet laten, besluit hij in afwijking van lid 1 met gekwalificeerde meerderheid van stemmen wanneer hij de Europese wet of kaderwet houdende deze maatregelen vaststelt."
De Raad stelt bij Europese wet of kaderwet maatregelen vast betreffende de harmonisatie van de wetgevingen inzake de omzetbelasting, de accijnzen en andere indirecte belastingen, voorzover deze harmonisatie geboden is om de totstandbrenging of de werking van de interne markt te bewerkstelligen en concurrentieverstoringen te voorkomen. De Raad besluit met eenparigheid van stemmen, na raadpleging van het Europees Parlement en van het Economisch en Sociaal Comité.