Artikel III-33: Liberalisatie van diensten
De lidstaten verklaren zich bereid, bij de vrijmaking van diensten verder te gaan dan waartoe zij op grond van de krachtens artikel III-29, lid 1, vastgestelde Europese kaderwet verplicht zijn, indien hun algemene economische toestand en de toestand in de betrokken sector dit toelaten.
De Europese Commissie doet de betrokken lidstaten daartoe aanbevelingen.
De lidstaten verklaren zich bereid, bij de liberalisatie van diensten verder te gaan dan waartoe zij op grond van de krachtens [ex artikel 52, lid 1,] vastgestelde Europese kaderwet verplicht zijn, indien hun algemene economische toestand en de toestand in de betrokken sector dit toelaten.
De Commissie doet de betrokken lidstaten daartoe aanbevelingen.
De lidstaten verklaren zich bereid, bij de vrijmaking van diensten verder te gaan dan waartoe zij op grond van de krachtens artikel III-29, lid 1, vastgestelde Europese kaderwet verplicht zijn, indien hun algemene economische toestand en de toestand in de betrokken sector dit toelaten.
De Europese Commissie doet de betrokken lidstaten daartoe aanbevelingen.
De lidstaten spannen zich in om bij de liberalisering van diensten verder te gaan dan waartoe zij op grond van de krachtens artikel III-32, lid 1, vastgestelde Europese kaderwet verplicht zijn, indien hun algemene economische toestand en de toestand in de betrokken sector dit toelaten.
De Commissie doet de betrokken lidstaten daartoe aanbevelingen.
De lidstaten spannen zich in om bij de liberalisering van de dienstverrichting verder te gaan dan waartoe zij op grond van de krachtens artikel III-147, lid 1, vastgestelde Europese kaderwet verplicht zijn, indien hun algemene economische toestand en de toestand in de betrokken sector dit toelaten.
De Commissie doet de betrokken lidstaten daartoe aanbevelingen.