Artikel I-10: Het recht van de Unie
-
1.De Grondwet en het recht dat de Instellingen van de Unie krachtens de hun bij de Grondwet toegewezen bevoegdheden vaststellen, hebben voorrang boven het recht van de lidstaten.
-
2.De lidstaten treffen alle algemene of bijzondere maatregelen die geschikt zijn om de nakoming van de uit de Grondwet of uit de handelingen van de Instellingen van de Unie voortvloeiende verplichtingen te verzekeren.
De Unie en de Lid-Staten werken in onderling vertrouwen samen bij de toepassing van het recht van de Unie.
De Lid-Staten treffen alle algemene of bijzondere maatregelen welke geschikt zijn om de nakoming te verzekeren van de uit dit Verdrag of uit de handelingen van de instellingen van de Unie voortvloeiende verplichtingen.
Zij vergemakkelijken de vervulling van de taken van de Unie en onthouden zich van alle maatregelen welke de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie in gevaar kunnen brengen.
-
1.De Grondwet en het recht dat de Instellingen van de Unie krachtens de hun bij de Grondwet toegewezen bevoegdheden vaststellen, hebben voorrang boven het recht van de lidstaten.
-
2.De lidstaten treffen alle algemene of bijzondere maatregelen die geschikt zijn om de nakoming van de uit de Grondwet of uit de handelingen van de Instellingen van de Unie voortvloeiende verplichtingen te verzekeren.
-
1.De Grondwet en het recht dat de instellingen van de Unie krachtens de haar toegedeelde bevoegdheden vaststellen, hebben voorrang boven het recht van de lidstaten.
-
2.De lidstaten treffen alle algemene of bijzondere maatregelen die geschikt zijn om de nakoming van de uit de Grondwet of uit de handelingen van de Instellingen van de Unie voortvloeiende verplichtingen te verzekeren.
De Grondwet en het recht dat de instellingen van de Unie krachtens de haar toegedeelde bevoegdheden vaststellen, hebben voorrang boven het recht van de lidstaten.
Noot
Voorheen was dit lid 1 van Artikel I-10 (in het slotdocument van de Europese Conventie).
Verklaring voor de slotakte betreffende artikel I-5 bis [Voorrang van het Unierecht]
De conferentie constateert dat het bepaalde in artikel I-5 bis overeenkomt met de bestaande rechtspraak van het Hof van Justitie.
De Grondwet en het recht dat de instellingen van de Unie bij de uitoefening van de haar toe gedeelde bevoegdheden vaststellen, hebben voorrang boven het recht van de lidstaten.