Artikel P: Coherentiebeginsel
Inhoudsopgave van deze pagina:
De Raad en de Commissie zorgen ervoor dat de in het kader van een nauwere samenwerking genomen maatregelen coherent zijn, zowel onderling als met het beleid van de Unie, en werken daartoe samen.
De Raad en de Commissie zorgen ervoor dat de in het kader van een nauwere samenwerking genomen maatregelen coherent zijn, zowel onderling als met het beleid van de Unie, en werken daartoe samen.
De Raad en de Commissie zorgen ervoor dat de in het kader van een nauwere samenwerking genomen maatregelen coherent zijn, zowel onderling als met het beleid van de Unie, en werken daartoe samen.
De Raad van Ministers en de Europese Commissie zorgen ervoor dat de in het kader van een nauwere samenwerking genomen maatregelen coherent zijn, zowel onderling als met het beleid van de Unie, en werken daartoe samen.
De Raad en de Commissie zorgen ervoor dat de in het kader van een nauwere samenwerking genomen maatregelen coherent zijn, zowel onderling als met het beleid van de Unie, en werken daartoe samen.
De Raad en de Commissie zorgen voor de samenhang van ieder optreden in het kader van een nauwere samenwerking, zowel onderling als met het beleid van de Unie, en werken daartoe samen.