Artikel I: Bijzondere samenwerkingsvormen in het kader van het EVDB
Inhoudsopgave van deze pagina:
De bepalingen van artikel 32 ter van deel I en van de artikelen J tot en met P van deel II zijn niet van toepassing op de vormen van samenwerking op het gebied van defensie waarin wordt voorzien bij artikel 30 van deel I en die specifiek worden geregeld bij de artikelen 18 tot en met 21 van titel I B van deel II.
Artikel I: nieuw artikel
Dit artikel bepaalt dat de verschillende vormen van samenwerking van een groep lidstaten waarin op het gebied van defensie is voorzien, vallen onder specifieke bepalingen van de Grondwet, zodat de bepalingen betreffende de nauwere samenwerking hier niet van toepassing zijn. Voor het gebied van het GBVB werd artikel 27 B VEU, dat de nauwere samenwerking beperkt tot de uitvoering van een gemeenschappelijk optreden of een gemeenschappelijk standpunt, niet overgenomen. Het algemene mechanisme van de nauwere samenwerking is immers blijkbaar niet nodig om de uitvoering van een gemeenschappelijk optreden toe te vertrouwen aan een groep lidstaten, die in deze gedachtegang namens de Unie zou handelen. Die aanpak is trouwens gevolgd wat betreft het verrichten van een missie door een groep lidstaten op het gebied van defensie (zie ontwerp-artikel 30, lid 5 van de Grondwet).
De bepalingen van artikel 32 ter van deel I en van de artikelen J tot en met P van deel II zijn niet van toepassing op de vormen van samenwerking op het gebied van defensie waarin wordt voorzien bij artikel 30 van deel I en die specifiek worden geregeld bij de artikelen 18 tot en met 21 van titel I B van deel II.
Artikel I: nieuw artikel
Dit artikel bepaalt dat de verschillende vormen van samenwerking van een groep lidstaten waarin op het gebied van defensie is voorzien, vallen onder specifieke bepalingen van de Grondwet, zodat de bepalingen betreffende de nauwere samenwerking hier niet van toepassing zijn. Voor het gebied van het GBVB werd artikel 27 B VEU, dat de nauwere samenwerking beperkt tot de uitvoering van een gemeenschappelijk optreden of een gemeenschappelijk standpunt, niet overgenomen. Het algemene mechanisme van de nauwere samenwerking is immers blijkbaar niet nodig om de uitvoering van een gemeenschappelijk optreden toe te vertrouwen aan een groep lidstaten, die in deze gedachtegang namens de Unie zou handelen. Die aanpak is trouwens gevolgd wat betreft het verrichten van een missie door een groep lidstaten op het gebied van defensie (zie ontwerp-artikel 30, lid 5 van de Grondwet).
De bepalingen van artikel [32 ter] van de Grondwet en van de erop volgende artikelen [J tot en met P van deel II] zijn niet van toepassing op de vormen van samenwerking op het gebied van defensie waarin wordt voorzien bij artikel [30] van de Grondwet en die specifiek worden geregeld bij de artikelen [18 tot en met 21] (deel III) van de Grondwet.