Artikel 26: {Instrumenten}
Inhoudsopgave van deze pagina:
-
1.Het Europees Parlement en de Raad stellen volgens de wetgevingsprocedure de Europese wetten en de Europese kaderwetten vast die nodig zijn voor de uitvoering van het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid en die betrekking kunnen hebben op meerjarenprogramma's voor samenwerking met ontwikkelingslanden of op thematische programma's.
-
2.De Unie kan met derde landen en bevoegde internationale organisaties alle overeenkomsten sluiten die dienstig zijn voor de verwezenlijking van de in artikel 1 van deze titel genoemde doelstellingen. De onderhandelingen over en de sluiting van die overeenkomsten geschieden overeenkomstig artikel 33 van deze titel. De eerste alinea doet geen afbreuk aan de bevoegdheid van de lidstaten om in internationale fora te onderhandelen en internationale overeenkomsten te sluiten.
-
3.De Europese Investeringsbank draagt, onder de in haar statuten vastgestelde voorwaarden, bij tot de uitvoering van de in lid 1 bedoelde maatregelen.
-
4.Dit artikel laat de samenwerking met de staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan in het kader van de ACS-EG-overeenkomst onverlet.
-
1.Artikel 26 is gebaseerd op de huidige artikelen 179 en 181 VEG, maar de leden 1 en 2 van het ontwerp (artikelen 179, lid 1, en artikel 181) zijn aangepast in het licht van de werkzaamheden van de Conventie, met name de aanbevelingen van de werkgroep Vereenvoudiging.
-
2.Lid 3 over de Europese Investeringsbank is identiek aan artikel 179, lid 2, VEG.
-
3.Lid 4 is identiek aan artikel 179, lid 3, VEG. Beklemtoond wordt evenwel dat de Conventie zich moet uitspreken over de vraag of er een bepaling over de samenwerking met de ACSstaten moet worden behouden, dan wel of deze bepaling moet worden geschrapt vanuit de overweging dat er geen behoefte is aan beleid of een aparte financiering (in dit verband zij eraan herinnerd dat er in Werkgroep VII brede steun bestond voor de opname van het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) in de algemene EU-begroting).
2003
-
1.Het Europees Parlement en de Raad stellen volgens de wetgevingsprocedure de Europese wetten en de Europese kaderwetten vast die nodig zijn voor de uitvoering van het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid en die betrekking kunnen hebben op meerjarenprogramma's voor samenwerking met ontwikkelingslanden of op thematische programma's.
-
2.De Unie kan met derde landen en bevoegde internationale organisaties alle overeenkomsten sluiten die dienstig zijn voor de verwezenlijking van de in artikel 1 van deze titel genoemde doelstellingen. De onderhandelingen over en de sluiting van die overeenkomsten geschieden overeenkomstig artikel 33 van deze titel. De eerste alinea doet geen afbreuk aan de bevoegdheid van de lidstaten om in internationale fora te onderhandelen en internationale overeenkomsten te sluiten.
-
3.De Europese Investeringsbank draagt, onder de in haar statuten vastgestelde voorwaarden, bij tot de uitvoering van de in lid 1 bedoelde maatregelen.
-
4.Dit artikel laat de samenwerking met de staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan in het kader van de ACS-EG-overeenkomst onverlet.
-
1.Artikel 26 is gebaseerd op de huidige artikelen 179 en 181 VEG, maar de leden 1 en 2 van het ontwerp (artikelen 179, lid 1, en artikel 181) zijn aangepast in het licht van de werkzaamheden van de Conventie, met name de aanbevelingen van de werkgroep Vereenvoudiging.
-
2.Lid 3 over de Europese Investeringsbank is identiek aan artikel 179, lid 2, VEG.
-
3.Lid 4 is identiek aan artikel 179, lid 3, VEG. Beklemtoond wordt evenwel dat de Conventie zich moet uitspreken over de vraag of er een bepaling over de samenwerking met de ACSstaten moet worden behouden, dan wel of deze bepaling moet worden geschrapt vanuit de overweging dat er geen behoefte is aan beleid of een aparte financiering (in dit verband zij eraan herinnerd dat er in Werkgroep VII brede steun bestond voor de opname van het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) in de algemene EU-begroting).
2003
-
1.Bij Europese wet of kaderwet worden de maatregelen vastgesteld die nodig zijn voor de uitvoering van het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid en die betrekking kunnen hebben op meerjarenprogramma's voor samenwerking met ontwikkelingslanden of op thematische programma's.
-
2.De Unie kan met derde landen en bevoegde internationale organisaties alle overeenkomsten sluiten die dienstig zijn voor de verwezenlijking van de in [artikel 1] van deze titel genoemde doelstellingen. De onderhandelingen over en de sluiting van die overeenkomsten geschieden overeenkomstig [artikel 33] van deze titel.
De eerste alinea doet geen afbreuk aan de bevoegdheid van de lidstaten om in internationale fora te onderhandelen en internationale overeenkomsten te sluiten.
-
3.De Europese Investeringsbank draagt, onder de in haar statuten vastgestelde voorwaarden, bij tot de uitvoering van de in lid 1 bedoelde maatregelen.
2003
-
1.Bij Europese wet of kaderwet worden de maatregelen ter uitvoering van het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid vastgesteld; deze kunnen betrekking hebben op meerjarenprogramma's voor samenwerking met ontwikkelingslanden of op thematische programma's.
-
2.De Unie kan met derde landen en bevoegde internationale organisaties alle overeenkomsten sluiten die dienstig zijn voor de verwezenlijking van de in artikel III-193 genoemde doelstellingen. De onderhandelingen over en de sluiting van die overeenkomsten vinden plaats overeenkomstig artikel III-227.
De eerste alinea laat onverlet de bevoegdheid van de lidstaten om in internationale fora te onderhandelen en internationale overeenkomsten te sluiten.
-
3.De Europese Investeringsbank draagt, onder de in haar statuten vastgestelde voorwaarden, bij tot de uitvoering van de in lid 1 bedoelde maatregelen.
2003
-
1.Bij Europese wet of kaderwet worden de maatregelen vastgesteld ter uitvoering van het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid; deze kunnen betrekking hebben op meerjarenprogramma's voor samenwerking met ontwikkelingslanden of op thematische programma's.
-
2.De Unie kan met derde landen en bevoegde internationale organisaties alle overeenkomsten sluiten die dienstig zijn voor de verwezenlijking van de in de artikelen III-193 en III-218 genoemde doelstellingen.
De eerste alinea laat onverlet de bevoegdheid van de lidstaten om in fora te onderhandelen en internationale overeenkomsten te sluiten.
-
3.De Europese Investeringsbank draagt, onder de in haar statuten vastgestelde voorwaarden, bij tot de uitvoering van de in lid 1 bedoelde maatregelen.
2004
-
1.De maatregelen die nodig zijn voor de uitvoering van het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid worden vastgesteld bij Europese wet of kaderwet en kunnen betrekking hebben op meerjarenprogramma's voor samenwerking met ontwikkelingslanden of op thematische programma's.
-
2.De Unie kan met derde landen en bevoegde internationale organisaties alle overeenkomsten sluiten die dienstig zijn ter verwezenlijking van de in de artikelen III-292 en III-316 genoemde doelstellingen.
De eerste alinea laat de bevoegdheid van de lidstaten om in internationale fora te onderhandelen en overeenkomsten te sluiten, onverlet.
-
3.De Europese Investeringsbank draagt, onder de in haar statuut neergelegde voorwaarden, bij tot de uitvoering van de in lid 1 bedoelde maatregelen.