Artikel 15: Het Europees Parlement
-
1.Het Parlement oefent, samen met de Raad, de wetgevende taak alsook de taak van politieke controle en de raadplegende taak uit onder de in de Grondwet vastgelegde voorwaarden. Het kiest de voorzitter van de Europese Commissie.
-
2.Het Europees Parlement wordt door de Europese burgers gekozen door middel van rechtstreekse algemene vrije en geheime verkiezingen voor een periode van vijf jaar. Het aantal leden bedraagt niet meer dan zevenhonderd. De Europese burgers zijn degressief evenredig vertegenwoordigd, met een minimum van vier leden van het Europees Parlement per lidstaat.
-
3.Het Europees Parlement kiest uit zijn midden zijn voorzitter en zijn bureau voor een periode van vijf jaar.
Van het Parlement gaan de wetten der Gemeenschap uit, het geeft aanbevelingen en doet voorstellen. Het keurt eveneens de begroting goed alsmede de regularisatiewetten.
Het oefent de contrôle-bevoegdheden uit, die hem door dit Statuut worden verleend.
Het Parlement,
-
-neemt overeenkomstig dit Verdrag deel aan de wetgevings- en de begrotingsprocedure en het sluiten van internationale overeenkomsten,
-
-verleent de Commissie haar investituur door haar beleidsprogramma goed te keuren,
-
-oefent politiek toezicht uit op de Commissie,
-
-kan met gekwalificeerde meerderhéid een motie van afkeuring aannemen die de leden van de Commissie dwingt gezamenlijk hun functie neer te leggen,
-
-bezit het recht van enquête en neemt de verzoekschriften in ontvangst die de burgers van de Unie tot het Parlement richten,
-
-oefent de overige bevoegdheden uit die hem bij dit Verdrag zijn verleend.
Het Europees Parlement:
-
-neemt samen met de Europese Raad deel aan de vaststelling van de algemene politieke richtsnoeren van de Unie;
-
-besluit over de wetgeving, stemt over de begroting en hecht zijn goedkeuring aan de internationale verdragen van de Unie, een en ander samen met de Raad;
-
-kiest de voorzitter van de Commissie en brengt het vertrouwensvotum over de Commissie uit;
-
-oefent politieke controle op de activiteit van de Unie uit en kan enquêtecommissies instellen;
-
-oefent de hem door de Grondwet en de communautaire verdragen toegekende benoemingsbevoegdheden uit;
-
-oefent de overige in de Grondwet en de communautaire Verdragen neergelegde bevoegdheden uit.
-
1.Het Parlement oefent, samen met de Raad, de wetgevende taak alsook de taak van politieke controle en de raadplegende taak uit onder de in de Grondwet vastgelegde voorwaarden. Het kiest de voorzitter van de Europese Commissie.
-
2.Het Europees Parlement wordt door de Europese burgers gekozen door middel van rechtstreekse algemene vrije en geheime verkiezingen voor een periode van vijf jaar. Het aantal leden bedraagt niet meer dan zevenhonderd. De Europese burgers zijn degressief evenredig vertegenwoordigd, met een minimum van vier leden van het Europees Parlement per lidstaat.
-
3.Het Europees Parlement kiest uit zijn midden zijn voorzitter en zijn bureau voor een periode van vijf jaar.
-
1.Het Parlement oefent, samen met de Raad, de wetgevende- en de begrotingstaak uit, alsmede de politieke controle- en raadgevingstaken onder de in de Grondwet vastgelegde voorwaarden. Het kiest de voorzitter van de Europese Commissie.
-
2.Het Europees Parlement wordt door de Europese burgers gekozen door middel van rechtstreekse algemene vrije en geheime verkiezingen voor een periode van vijf jaar. Het aantal leden bedraagt niet meer dan zevenhonderd. De Europese burgers zijn degressief evenredig vertegenwoordigd, met een minimum van vier leden van het Europees Parlement per lidstaat.
-
3.Het Europees Parlement kiest uit zijn midden zijn voorzitter en zijn bureau.
-
1.Het Parlement oefent, samen met de Raad van Ministers onder de in de Grondwet vastgelegde voorwaarden de wetgevings- en de begrotingstaak uit, alsmede de politieke controle- en raadgevingstaken. Het Parlement kiest de voorzitter van de Europese Commissie.
-
2.Het Europees Parlement wordt door de Europese burgers voor een periode van vijf jaar gekozen door middel van rechtstreekse algemene vrije en geheime verkiezingen. Het aantal leden bedraagt niet meer dan zevenhonderdzesendertig. De Europese burgers zijn degressief evenredig vertegenwoordigd, met een minimum van vier leden van het Europees Parlement per lidstaat.
Lang genoeg voor de verkiezingen voor het Europees Parlement in 2009 en vervolgens voor volgende verkiezingen naargelang van de behoefte stelt de Europese Raad met eenparigheid van stemmen op voorstel van en na goedkeuring door het Europees Parlement een besluit vast inzake de samenstelling van het Europees Parlement, met inachtneming van de hiervoor vermelde beginselen.
-
3.Het Europees Parlement kiest uit zijn leden de voorzitter en het bureau.
-
1.Het Europees Parlement oefent samen met de Raad de wetgevings- en de begrotingstaak uit. Het oefent onder de in de Grondwet vastgelegde voorwaarden politieke controle- en raadgevingstaken uit. Het Parlement kiest de voorzitter van de Commissie.
-
2.Het Europees Parlement bestaat uit vertegenwoordigers van de burgers van de Unie. Hun aantal bedraagt niet meer dan zevenhonderdvijftig. De burgers zijn degressief evenredig vertegenwoordigd, met een minimum van zes leden per lidstaat. Geen enkele lidstaat krijgt meer dan zesennegentig zetels toegewezen.
Lang genoeg voor de verkiezingen voor het Europees Parlement in 2009, en vervolgens met het oog op volgende verkiezingen naar gelang van de behoefte, stelt de Europese Raad met eenparigheid van stemmen op initiatief van en na goedkeuring door het Europees Parlement een Europees besluit inzake de samenstelling van het Europees Parlement vast, met inachtneming van de in de voorgaande alinea vermelde beginselen.
2 bis. De leden van het Europees Parlement worden voor een periode van vijf jaar gekozen door middel van rechtstreekse, algemene, vrije en geheime verkiezingen.
-
3.Het Europees Parlement kiest uit zijn leden de voorzitter en het bureau.
Overgangsbepalingen
Noot PDC bij dit artikel
Dit artikel is, naarmate de onderhandelingen vorderden, op vele punten gewijzigd. Bovenstaande versie is vastgelegd tijdens de afsluitende Europese Raad van 17-18 juni 2004 (document CIG 85/04). Ter volledigheid is hieronder weergegeven:
-
-de overwegingen die het Italiaanse voorzitterschap in december 2003 heeft gegeven voor de voortzetting van de onderhandelingen, na afloop van het ministerieel conclaaf van 28 november 2003
-
-de artikelversie met de wijzigingen die de IGC heeft ingevoerd ten opzichte van de Conventie-tekst, vóór de afsluitende Europese Raad van 17-18 juni.
Artikelversie vóór de afsluitende Europese Raad van 17-18 juni
-
1.Het Europees Parlement oefent samen met de Raad de wetgevings- en de begrotingstaak uit. Het oefent onder de in de Grondwet vastgelegde voorwaarden politieke controle- en raadgevingstaken uit. Het Parlement kiest de voorzitter van de Commissie.
-
2.Het Europees Parlement bestaat uit vertegenwoordigers van de burgers van de Unie. Hun aantal bedraagt niet meer dan zevenhonderdzesendertig. De burgers zijn degressief evenredig vertegenwoordigd, met een minimum van vier leden van het Europees Parlement per lidstaat. [*]
Lang genoeg voor de verkiezingen voor het Europees Parlement in 2009, en vervolgens voor volgende verkiezingen naar gelang van de behoefte, stelt de Europese Raad met eenparigheid van stemmen op initiatief van en na goedkeuring door het Europees Parlement een Europees besluit inzake de samenstelling van het Europees Parlement vast, met inachtneming van de in de voorgaande alinea vermelde beginselen.
2 bis. De leden van het Europees Parlement worden voor een periode van vijf jaar gekozen door middel van rechtstreekse, algemene, vrije en geheime verkiezingen.
-
3.Het Europees Parlement kiest uit zijn leden de voorzitter en het bureau.
Overwegingen [*] Iers voorzitterschap
Deze laatste twee zinnen moeten misschien worden aangepast aan het resultaat van de IGCdiscussie over de zetels van het Europees Parlement. (document CIG 79/04, ter voorbereiding van de IGC-Raad van 14 juni 2004).
Overwegingen van het Italiaanse voorzitterschap
Het voorzitterschap heeft kennis genomen van de bezorgdheid van een aantal delegaties over het probleem van de democratische legitimiteit, dat voor de kleine lidstaten voortvloeit uit de drempel van vier zetels. Het voorzitterschap sluit niet uit dat deze drempel in verband met die bezorgdheid licht verhoogd wordt, maar hecht voor het overige wel aan handhaving van de gekozen oplossing voor de samenstelling van het Europees Parlement.
-
1.Het Europees Parlement oefent samen met de Raad de wetgevingstaak en de begrotingstaak uit. Het oefent onder de bij de Grondwet bepaalde voorwaarden politieke controle en adviserende taken uit. Het kiest de voorzitter van de Commissie.
-
2.Het Europees Parlement bestaat uit vertegenwoordigers van de burgers van de Unie. Hun aantal bedraagt niet meer dan zevenhonderdvijftig. De burgers zijn degressief evenredig vertegenwoordigd, met een minimum van zes leden per lidstaat. Geen enkele lidstaat krijgt meer dan zesennegentig zetels toegewezen.
De Europese Raad stelt met eenparigheid van stemmen op initiatief van en na goedkeuring door het Europees Parlement een Europees besluit inzake de samenstelling van het Europees Parlement vast, met inachtneming van de in de eerste alinea genoemde beginselen.
-
3.De leden van het Europees Parlement worden door middel van rechtstreekse, vrije en geheime algemene verkiezingen voor een periode van vijf jaar gekozen.
-
4.Het Europees Parlement kiest uit zijn leden de voorzitter en het bureau.