Dr. J. (Jelle) Zijlstra

De link naar de uitgebreide versie van deze biografie is verlopen. U ziet nu de publieksversie.

foto Dr. J. (Jelle) Zijlstra
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
bron: Beeldbank Nationaal Archief

Bekwame en gezagvolle econoom van ARP-huize. Werd al op jonge leeftijd, na hoogleraar aan de VU te zijn geweest, minister van Economische Zaken in het kabinet-Drees III en later in het kabinet-De Quay minister van Financiën. Ontwikkelde in die laatste functie een norm voor een trendmatig begrotingsbeleid. Gold in de ARP als modern en pragmatisch, maar riep soms weerstanden op door zijn rechtlijnigheid. Hoewel hij zichzelf niet als politicus beschouwde, was hij tweemaal lijsttrekker van de ARP. Werd als premier van een interim-kabinet een populair politicus, mede door een oudejaarsconference van Wim Kan. Nadien een behoedzame president van De Nederlandsche Bank, die vaak waarschuwde tegen groei van overheidsuitgaven. Had ook internationaal gezag. Was een uitstekend spreker, die helder ingewikkelde problemen kon uitleggen zonder vakjargon te gebruiken.

ARP
functie(s) in de periode 1952-1967: lid Tweede Kamer, fractievoorzitter TK, lid Eerste Kamer, minister, minister-president

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

Personalia

voornamen (roepnaam)
Jelle (Jelle)

geboorteplaats en -datum
Oosterbierum (gem. Barradeel), 27 augustus 1918

overlijdensplaats en -datum
Wassenaar, 23 december 2001

2.

Partij/stroming

partij(en)
  • ARP (Anti-Revolutionaire Partij), tot 11 oktober 1980
  • CDA (Christen-Democratisch Appèl), vanaf 11 oktober 1980

3.

Hoofdfuncties/beroepen (13/15)

  • hoogleraar economische wetenschappen, Vrije Universiteit te Amsterdam, van 28 oktober 1948 tot 2 september 1952 (ontslag 1 januari 1961)
  • minister van Economische Zaken, van 2 september 1952 tot 19 mei 1959
  • fractievoorzitter ARP Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 14 juni 1956 tot 13 oktober 1956 (vanaf 3 oktober vervangen door Bruins Slot)
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 3 juli 1956 tot 3 oktober 1956
  • minister tijdelijk belast met aangelegenheden betreffende de Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie, van 13 oktober 1956 tot 29 oktober 1956
  • minister van Financiën ad interim, van 22 december 1958 tot 26 mei 1959
  • lid ARP-Tweede Kamerfractie, als benoemd maar niet beëdigd Tweede Kamerlid, van 20 maart 1959 tot 26 mei 1959
  • minister van Financiën, van 26 mei 1959 tot 24 juli 1963
  • lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 25 juni 1963 tot 22 november 1966
  • buitengewoon hoogleraar openbare financiën, Vrije Universiteit te Amsterdam, van 1 januari 1964 tot 1 mei 1967 (non-actief 22 november 1966 tot 5 april 1967)
  • minister-president en minister van Algemene Zaken, van 22 november 1966 tot 5 april 1967
  • minister van Financiën, van 22 november 1966 tot 5 april 1967
  • president De Nederlandsche Bank, van 1 mei 1967 tot 1 januari 1982 (benoemd bij K.B. van 25 april 1967)

ambtstitel
  • minister van staat, van 30 april 1983 tot 23 december 2001

(in)formateurschap(pen)
  • kabinetsformateur, van 16 november 1966 tot 21 november 1966
  • informateur, van 18 februari 1967 tot 4 maart 1967

U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.

4.

Partijpolitieke functies

In de uitgebreide versie is een overzicht van partijpolitieke functies opgenomen.

5.

Nevenfuncties (2/37)

  • adviserend lid orgelcommissie, Nederlandse Hervormde kerk, vanaf februari 1990
  • lid Adviesraad Europese economische en monetaire integratie, vanaf augustus 1991

afgeleide functies, presidia etc. (2/5)
  • voorzitter commissie van rapporteurs voor de begroting van Economische Zaken 1966 (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van november 1965 tot december 1965
  • voorzitter commissie van rapporteurs voor de ontwerp-Wet op de motorrijtuigenbelasting (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van juni 1966 tot juli 1966

U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.

6.

Opleiding

In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.

7.

Activiteiten

als parlementariër
  • Was tijdens het kabinet-Cals financieel woordvoerder van de ARP-Eerste Kamerfractie

als minister-president
  • Tijdens de periode van zijn interimkabinet kwam de Omroepwet tot stand en vond het huwelijk van prinses Margriet en mr. Pieter van Vollenhoven plaats.
  • Zowel in december 1966 als in januari 1967 vonden enkele bedrijfssluitingen plaats, onder meer in de textielindustrie. Het kabinet trok in januari en februari 1967 twee keer 100 miljoen gulden extra uit ter bestrijding van de oplopende werkloosheid.
  • Voerde op 27 februari 1967 samen met Luns overleg met de Britse premier Wilson en minister van Buitenlandse Zaken George Brown over mogelijke toetreding van het Verenigd Koninkrijk tot de E.E.G.

als bewindspersoon (beleidsmatig) (3/4)
  • Voerde in 1954 een loonronde van 6% door (welvaartsloonronde). Deze werd gevolgd door een prijsstabilisatiepolitiek die erop gericht was te komen tot een vrijwillig prijsbeleid.
  • Ontwikkelde als minister van Financiën in 1960 het trendmatige begrotingsbeleid, waarbij de stijging van de overheidsuitgaven werd afgestemd op de trendmatige (structurele) groei van het nationaal inkomen (de "Zijlstra-norm")
  • Besloot op 6 maart 1961 in navolging van Duitsland vanwege de overspannen conjunctuur tot revaluatie van de gulden. Het percentage waarmee dit gebeurde, 4,76 procent, kwam overeen met het percentage waarmee de Duitse Mark was gerevalueerd. De valutahandel werd een dag verboden en de Amsterdamse beurs twee dagen gesloten. Door de revaluatie moesten spanningen op de binnenlandse arbeidsmarkt en het 'importeren' van inflatie worden voorkomen. Van goedkopere import en duurderde export werd een gunstig effect op de binnenlandse prijzen verwacht. Hij legde hierover op 7 maart 1961 een verklaring af in de Tweede Kamer. Besloot vanwege diezelfde conjuncturele ontwikkelingen tot uitstel van in het vooruitzicht gestelde belastingverlagingen. Om zijn voorstel aanvaard te krijgen om de verlaging van de vennootschapsbelasting te beperken, moest hij in de Tweede Kamer op 9 november 1961 de vertrouwenskwestie stellen om steun van met name de KVP-fractie te verkrijgen.

als bewindspersoon (wetgeving) (3/11)
  • Bracht in 1961 de wet (Stb. 184) tot stand tot goedkeuring van de op 26 januari 1960 te Washington vastgestelde en op 21 september 1960 voor het Koninkrijk ondertekende overeenkomst betreffende de Internationale Ontwikkelings-Associatie, die een belangrijke rol gaat spelen bij de financiering van ontwikkelingshulp (6.241)
  • Bracht in 1961 samen met minister Toxopeus de Financiële-Verhoudingswet 1960 (Stb. 217) tot stand. De gelden uit het Gemeentefonds worden toegekend via een algemene uitkering op basis van diverse objectieve maatstaven (oppervlakte, inwonertal) en via verfijningen voor bijzondere omstandigheden. Op basis van artikel 12 kan steun worden verleend aan noodlijdende gemeenten. Het wetsvoorstel was in 1959 ingediend met Struycken als medeondertekenaar. (5.472)
  • Bracht in 1963 samen met minister Toxopeus de Wet kapitaaluitgaven publiekrechtelijke lichamen (Stb. 239) tot stand, die de monetaire financiering door de lagere overheid binnen verantwoorde grenzen moest houden. Er kwamen uniforme regels voor de voorwaarden waaronder lagere overheden leningen mochten aangaan. (6.590)

als (in)formateur
  • Kreeg op 16 november 1966 de opdracht een overgangskabinet te vormen. Dat kabinet zou mede tot doel hebben vervroegde verkiezingen te bevorderen. Na weigeringen van J.W. de Pous (Economische Zaken) en ir. S. Herweijer (Landbouw) bleef de CHU buiten het kabinet. Prof. H.W.J. Bosman (KVP) weigerde eveneens Economische Zaken, waarna staatssecretaris Bakker deze post kreeg. Op 21 november aanvaardde Zijlstra de opdracht tot formatie.
  • Kreeg op 16 februari 1967 de opdracht, mede gelet op de uitslag van de verkiezingen, op te treden als informateur om rapport uit te brengen over de mogelijkheden om te komen tot de vorming van een kabinet dat zou mogen rekenen op een vruchtbare samenwerking met de volksvertegenwoordiging. Vanwege procedurele bezwaren haakte de PvdA af. Fractievoorzitter Den Uyl wilde dat Zijlstra vooraf zou kiezen tussen VVD en PvdA en die weigerde dat. Op 3 maart bereikten de fractievoorzitters van KVP, VVD, ARP en CHU een akkoord over een basisprogramma. Op 4 maart adviseerde Zijlstra daarom tot vorming van een kabinet van die vier partijen met Biesheuvel als minister-president.

U ziet een selectie van activiteiten. In de uitgebreide versie is het gehele overzicht van activiteiten in te zien.

8.

Wetenswaardigheden

algemeen (3/6)
  • In 1971 verzocht de Amerikaanse regering hem een geheime missie uit te voeren over het tot stand brengen van nieuwe monetaire verhoudingen nadat de Dollar was losgekoppeld van het goud. De missie leidde in 1972 tot een overeenkomst.
  • Weigerde in 1973 een benoeming tot lid van de raad van bestuur van het IMF
  • Werd in 1982 benoemd tot lid van een (eventuele) Raad van Voogdij over Willem-Alexander voor het geval koningin Beatrix zou overlijden voordat Willem-Alexander 18 jaar was

anekdotes en citaten
  • In 1951 schreef hij in de ESB drie kritische artikelen over de PvdA-studie "De weg naar vrijheid". Koos Vorrink, de voorzitter van de PvdA, zei daarover tegen kabinetsformateur Donker: "Het is scherpe, maar faire kritiek. Aan die man weet je wat je hebt". Zo werd hij minister van Economische zaken.
  • Als minister-president populair, mede door een lied in de Oudejaarsconference van Wim Kan op de wijs van het Beatlesnummer 'Yellow Submarine" ("Waar we heen gaan? Jelle zal wel zien!"). Dit zorgde mede voor zetelwinst van de ARP bij de Tweede Kamerverkiezingen van 1967.

verkiezingen
  • Was in 1963 tot Eerste Kamerlid gekozen door Groep III: Noord-Holland en Friesland

niet-aanvaarde politieke functies
  • formateur, maart 1967 (schoof zelf (als informateur) Biesheuvel naar voren als kandidaat-premier)
  • formateur, juli 1981 (werd genoemd als opvolger van minister-president Van Agt)
  • voorzitter Europese Commissie, 1981

U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.

9.

Publicaties van/over

literatuur/documentatie (6/7)
  • G. Puchinger, "Dr. Jelle Zijlstra: Gesprekken en geschriften" (1978)
  • G. Puchinger, "Nederlandse minister-presidenten van de twintigste eeuw" (1984)
  • J. Prillevits, "Hij had nog groter kunnen zijn", Trouw, 27 december 2001
  • J.M. Bik, "Jelle Zijlstra was 'liever geen' politicus", NRC Handelsblad, 27 december 2001
  • A. van Kessel, "Zijlstra, Jelle (1918-2001)", in: Biografisch Woordenboek van Nederland, deel VI (digitale versie)
  • J. Harmsma, "Jelle zal wel zien" (2018)

Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Biografisch Woordenboek van Nederland

In de uitgebreide versie is een overzicht van publicaties opgenomen.

10.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

11.

Uitgebreide versie

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.


Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.