Papieren poes, die kopjes geeft?
Ooit vergeleek de latere Tweede Kamervoorzitter Anne Vondeling de Tweede Kamer met (hoogstens) een papieren poes die wel eens miauwt, maar die kopjes gaf als de regering dat wenselijk vond1). Inmiddels kan de vraag worden gesteld of straks een zelfde beeld zal gelden bij de door de Kamer zelf opgestelde regels over gedrag van Kamerleden. In het recentelijk verschenen jaarverslag van het College integriteit Tweede Kamerleden is te lezen dat er tegen een lid een klacht was ingediend vanwege schending van de per 1 april 2021 van kracht geworden gedragscode. Het betrof het niet nakomen van de verplichting om nevenfuncties te melden. Hoewel de klacht daarover niet direct ging, is er overigens een verband met evenmin opgegeven neveninkomsten1).
Het betreffende lid, Thierry Baudet van FVD, vindt de registratie onzin en is niet van plan zich aan de gedragscode te houden. Dat liet hij in november 2021 via Twitter weten. Omdat het mij goed lijkt dat de Tweede Kamer niet alleen regels opstelt maar ze ook serieus neemt, vroeg ik het College integriteit te onderzoeken of berichten in de media juist waren dat Baudet enkele nevenfuncties vervult. Het college deed dat en concludeerde dat er inderdaad sprake is van twee niet opgegeven nevenactiviteiten. Op een verzoek van het college om daarover uitleg te geven, heeft Baudet niet gereageerd. De zaak ligt nu bij het Presidium.
Iets over de gedragscode. In 2013 stelde het Presidium van de Tweede Kamer een werkgroep in, die de bestaande integriteitsregels tegen het licht moest houden en eventueel voorstellen moest doen ter verbetering. De werkgroep bracht in juni 2014 een rapport uit met aanbevelingen. Die werden vrijwel allemaal overgenomen door het Presidium. De integriteitsregels gaan over de ambtseed, onverenigbare functies, opgave van nevenactiviteiten, geheimhoudingsplichten, vertrouwelijke stukken en onheuse gedragingen.
In december 2019 stemde de Tweede Kamer voorts in met een voorstel van het Presidium om tot een gedragscode te komen. De Tweede Kamer aanvaardde die op 22 september 2020, waarna de code op 1 april 2021 in werking trad. De gedragscode betreft de onafhankelijkheid, het zonder last handelen (door giften of gunsten), het nakomen van de registratieverplichtingen, de omgang met informatie en de algemene bepalingen dat leden handelen volgens de regels van de Kamer. In de toelichting staat: De gedragscode heeft in beginsel betrekking op gedragingen van Kamerleden in de uitoefening van hun functie. Onder omstandigheden kunnen ook andere gedragingen van Kamerleden, buiten de uitoefening van hun functie, onder de werking van de gedragscode vallen, namelijk voor zover ook die gedragingen 'in ernstige mate het gezag of de waardigheid van de Kamer aantasten'. Door wijziging van het eigen reglement van orde in 2021 is de gedragscode via een algemene bepaling (art. 15.24) geïntegreerd in het reglement.
In het hoofdstuk 'Sanctionering' van de gedragscode staan drie maatregelen in geval van overtreding: 1. een aanwijzing, waaronder wordt begrepen een maatregel die verplicht tot herstel; 2. een berisping, waaronder wordt begrepen een openbare brief van het Presidium gericht aan het Kamerlid waarin de handeling die tot overtreding heeft geleid wordt afgekeurd; 3. een schorsing voor ten hoogste een maand. Dat betreft het deelnemen aan plenaire vergaderingen behoudens stemmingen, aan commissievergaderingen of aan andere activiteiten die door of namens de Kamer worden gehouden. Het Presidium zendt een voorstel over de door het College aanbevolen sanctie aan de Tweede Kamer. Daarover neemt de Kamer zonder beraadslaging een besluit. Een sanctie treedt een dag na het besluit in werking.
Twee Kamerleden, Joost Sneller (D66) en Mirjam Bikker (CU), hebben inmiddels vragen gesteld aan het Presidium over de niet gemelde nevenfuncties en de weigering van Baudet om alsnog tot registratie over te gaan. Nader onderzoek is niet meer nodig, zou ik zeggen. Als het Presidium en de Tweede Kamer de integriteitsregels serieus nemen, moet tot sancties worden overgegaan. Los daarvan, zou dat overigens ook moeten gelden voor de zeer laatdunkende uitlatingen die Baudet op Twitter op 25 februari deed over de Tweede Kamer ('een belachelijk instituut', 'meest belachelijke tijdbesteding'). Daarmee schond hij zonder twijfel de regel dat een Kamerlid niet het gezag en de waardigheid van de Tweede Kamer mag aantasten.
Zonder optreden is de Tweede Kamer een papieren poes die kopjes geeft, kunnen de integriteitsregels de prullenmand in en kan het College integriteit worden opgedoekt. Als de Tweede Kamer verstandig is, laat zij het niet zo ver komen.
-
1)Handelingen Tweede Kamer, 1 maart 1965. Volgens Vondeling was de Kamer zelfs geen 'papieren tijger'.
-
2)Art. 5 Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer bepaalt: De Kamerleden maken hun nevenfuncties en de inkomsten uit hun nevenfuncties openbaar.