Duurzame Brusselse-brief-coalitie?
De sleutel voor kabinetsformatie lijkt, zoals het hoort, op 12 september in handen te komen van de kiezer. De kiezer bepaalt straks of de nu gevormde 'Brusselse-brief-coalitie' haar huidige meerderheid kan vasthouden of niet. En als iets een onzekere factor is, dan is het wel het kiezersgedrag. Als de meerderheid verloren gaat, dan worden partijen uit de nieuwe 'coalitie' gedwongen om aan te kloppen bij PvdA en/of SP. Dan staat onmiddellijk heel veel van wat nu is overeengekomen opnieuw ter discussie. De 77 zetels (en met SGP 79) van de Kunduz-coalitie zijn, in een snel wisselend electoraal landschap, bepaald nog niet verzekerd.
Maar ook verschuivingen in de krachtsverhoudingen tussen de nu gevormde vijfpartijencoalitie kunnen van grote invloed zijn. Met enig recht zal een partij die bij de verkiezingen wint, vragen om programmatische 'beloning'. Dan kunnen afspraken die nu bestaan opnieuw ter discussie komen te staan. Bovendien bevat een regeerakkoord wel iets meer - hoe belangrijk ook - dan afspraken over bezuinigingen en hervormingen.
Een onzekere factor is bovendien GroenLinks; niet alleen op de kiezersmarkt, maar ook intern. Vraag is of partijleden het loslaten van 'natuurlijke' bondgenoot PvdA zullen accepteren, en, als dat gebeurt, hoe de GroenLinks-kiezer dat zal waarderen. Een combinatie van alleen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie heeft in de Eerste Kamer geen meerderheid, maar kan daar - o ironie - dankzij de SGP wellicht wel 'overleven'. Maar of D66 wel bereid is om - net als eerder de VVD - de SGP te accepteren als 'gedoger', valt te bezien.
Behouden VVD, CDA, D66, GroenLinks en ChristenUnie echter samen hun meerderheid, dan ligt omvorming van de wandelgangencoalitie tot een echte regeringscoalitie voor de hand. Zij zullen tijdens de verkiezingscampagne vaak als blok worden 'aangevallen' en door gezamenlijke 'vijanden' worden vaak hechtere onderlinge banden gesmeed.
Onzekerheid is er niet voor de PVV. Of de breuk electorale gevolgen heeft voor de PVV, is feitelijk niet relevant. Want of de PVV in september nu vijfentwintig, twintig of vijftien zetels haalt, een rol als gedoog- en regeringspartner is domweg uitgesloten. Het was in 2010 tamelijk verrassend dat de PVV een rol kreeg als 'pseudo-'regeringspartij. Daarmee kregen Wilders c.s. veel meer macht dan zijzelf eerder voor mogelijk hadden gehouden. Dat is niet alleen opgegeven, maar een herkansing is voor langere tijd uitgesloten (zo die er ooit nog komt). Wilders moest kiezen uit twee kwaden: kiezers verliezen of macht opgeven. De gevolgen van die keuze tekenden zich direct af, want daarmee is door de PVV het cordon sanitaire als het ware over zichzelf afgeroepen.
Het kwam in de geschiedenis overigens één keer eerder voor dat een onderhandelaar met een negatief oordeel naar zijn fractie ging. Dat was in augustus 1981 Dries van Agt, nadat CDA, PvdA en D66 onder leiding van de informateurs Kremers en Van Thijn tot een (mede door Lubbers en De Koning voorbereid) ontwerp-regeerakkoord waren gekomen. Van Agt adviseerde zijn fractie tegen te stemmen en dreigde op te stappen als dat niet zou gebeuren. Hoewel er in de CDA-fractie feitelijk een meerderheid was voor het akkoord deed het dreigement de stemming kantelen. Zestien leden (onder wie eerder genoemde Lubbers en De Koning) stemden alsnog tegen, waardoor Van Agt zijn gewenste afwijzende meerderheid kreeg. Van Agt vertrok kort daarna als CDA-onderhandelaar.
Dat Geert Wilders zich door de 'PVV-top' heeft laten terugfluiten, is niet voorstelbaar. Een zichzelf respecterend politiek leider verbindt zijn politieke lot aan de uitkomst van de door hem gevoerde onderhandelingen. Die zegt met andere woorden: beste mensen dit is het resultaat, er zitten ook pijnpunten in, maar dit is het maximale dat ik heb kunnen bereiken. Jullie mogen het verwerpen, maar dan ben ik wel weg. Dat is niet gebeurd en het kan dus niet anders dan dat de PVV-leider zelf de stekker eruit heeft getrokken. Dat Wilders niet wilde meedoen aan 'zwartepieten' was begrijpelijk, omdat duidelijk was bij wie de zwarte piet lag.
Door de nieuwe positie van de PVV is het zeker dat, anders dan in 2010, de mogelijkheid op een zuiver 'rechts' kabinet is uitgesloten. 'Rechts', zoals dat tot afgelopen zaterdag als blok bestond, is door het vertrek van de PVV uitgespeeld. Van het aflikken van vingers zal daar voorlopig dan ook geen sprake meer zijn. Het wordt na 12 september: centrum, centrumlinks of iets 'paarsachtigs' in het midden. Hoe duurzaam de huidige combinatie is, moet nog blijken.